Les 2 Grammatica ws herhaling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Welkom

Pak je spullen voor je:

boek Nieuw Nederlands

schrift

pen

Les 2 Grammatica ws herhaling

Leerdoel: Herhaling leerjaar 1: 

werkwoord

lidwoord

zelfstandig naamwoord

bijvoeglijk naamwoord

voorzetsel

Werkwoorden

Schrijf in je schrift drie werkwoorden op.

Welke lidwoorden ken je?

Schrijf ze op in je schrift. 

Zelfstandig naamwoorden.

• woorden voor mensen, dieren, planten en dingen
• je kunt er een lidwoord voor zetten
• je kunt er enkelvoud of meervoud van maken
• je kunt er een verkleinwoord van maken

Bijvoeglijk naamwoord

- zegt iets over een zelfstandig naamwoord

Dat was een leuke vakantie.

De vakantie was leuk. 

Ik vind dat je geen plastic tassen moet gebruiken. (stoffelijk bijvoeglijk naamwoord)

Voorzetsel

Voorzetsels zijn meestal korte woorden, zoals:  na, tussen, door, op, onder, boven. Ze geven vaak een tijd, een plaats of een reden aan. 

Denk aan "de kast": 

in de kast, op de kast, voor de kast, achter de kast, door de kast

Zelfstandig werken:

Online Nieuw Nederlands opstarten:

- ga naar Cursus 5 grammatica

- kies § 1 WS Herhaling

- maak opdracht 1 t/m 6 (dit is je huiswerk)

Klaar? boekenlegger afmaken

boek kiezen in de mediatheek

lezen

Afsluiting

Wat is een werkwoord?

Wat is een zelfstandig naamwoord? 

Welke lidwoorden ken je?

Wat is een bijvoeglijk naamwoord.

Noem een voorzetsel.