Functioneren & Beoordelen 2

Functioneren & Beoordelen
In deze les ga je je kennis over het functionerings- en beoordelingsgesprek zelf  verdiepen. In de eerste les heb je kennisgemaakt met het onderwerp en heb je de opdracht over jouw grootste valkuil uitgewerkt.
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
RetailMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Functioneren & Beoordelen
In deze les ga je je kennis over het functionerings- en beoordelingsgesprek zelf  verdiepen. In de eerste les heb je kennisgemaakt met het onderwerp en heb je de opdracht over jouw grootste valkuil uitgewerkt.

Slide 1 - Diapositive

Wat wil jij graag te weten komen over het onderwerp 'functioneren & beoordelen'?

Slide 2 - Question ouverte

Leerdoelen: Opdoen van kennis m.b.t...
  • Kenmerken functionerings- en beoordelingsgesprekken
  • Beoordelingscriteria
  • Valkuilen bij beoordelen
  • Communicatieve vaardigheden
  • Voeren van functionerings- of beoordelingsgesprek
  • Valkuilen bij brengen slecht nieuws
  • Voeren slecht-nieuws gesprek

Slide 3 - Diapositive

Het functioneringsgesprek
Je krijgt nu eerst een filmpje te zien over een functioneringsgesprek, waarin de hoofdrol is weggelegd voor een neushoorn in een dierenpark. Met wat voor soort probleem heeft deze neushoorn te maken? Beschrijf het gedrag wat met dit probleem gepaard gaat...

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Met welk soort probleem heeft de neushoorn te maken? Omschrijf het gedrag dat de neushoorn laat zien.

Slide 6 - Question ouverte

Het functioneringsgesprek
In veel organisaties is het functioneringsgesprek onderdeel van de managementtaken. Periodiek gaan leidinggevende en medewerker met elkaar in gesprek over verschillende onderwerpen. Het doel van een functioneringsgesprek is het motiveren en ontwikkelen van de medewerker en om doelstellingen voor de komende periode vast te stellen.

Slide 7 - Diapositive

Wat zijn de kenmerken van een functioneringsgesprek?

Slide 8 - Carte mentale

het functioneringsgesprek
De volgende onderwerpen zijn van belang bij het voorbereiden van functioneringsgesprekken:
  • systematiek: zorg voor beoordelingsschema's met duidelijke criteria waarop je de medewerker beoordeeld.
  • zorg voor concrete beschrijvingen over veranderbaar elementen zoals (werk-)gedrag, kennis & vaardigheden en resultaten.
  • controleerbare resultaten die geboekt zijn.
  • stel duidelijke criteria op.

Slide 9 - Diapositive

Welke onderwerp is geen onderdeel van het functioneringsgesprek op de werkplek?
A
Persoonlijke doelen zoals een opleiding.
B
Gezondheid van de medewerker
C
Werkomstandigheden
D
Beoordeling van collega's

Slide 10 - Quiz

Het functioneringsgesprek is...
...gericht op jouw toekomst binnen het bedrijf. Je kunt samen met jouw leidinggevende bijvoorbeeld bespreken hoe werkprocessen verbeterd kunnen worden, welke opleiding je kunt volgen om beter te kunnen functioneren en jouw carrierekansen binnen de organisatie.

Slide 11 - Diapositive

Doelen v/h Functioneringsgesprek zijn...
...het komen tot een zgn. Win-win gesprek waarbij de belangen van beide partijen besproken en nagestreefd worden. Tijdens het gesprek kunnen problemen aan het licht komen, waarvoor in overeenstemming een oplossing voor gezocht moet worden. Belangrijke vragen zijn: Hoe gaat het...? Wat vindt jij van...? Hoe ervaar je ...? Op die manier krijg je een beeld van de huidige situatie en kun je samen doelen stellen voor de toekomst.


Slide 12 - Diapositive

Kenmerken Functioneringsgesprek
  • Gelijkwaardig, tweerichtingsverkeer
  • Nu en in de toekomst
  • Door beiden voorbereid
  • Stimulering en ontwikkeling
  • Alle werkaspecten zijn bespreekbaar
  • Afspraken worden schriftelijk vastgelegd

Slide 13 - Diapositive

Analyse van het functioneren
Wanneer je het gedrag van de medewerker bespreekbaar wilt maken moet je zorgen dat je dat gedrag concreet benoemd, zonder daarbij een oordeel te geven.
Bijvoorbeeld: Je merkt dat een medewerker minder productief is dan zijn/haar collega's. In plaats van het gedrag benoemen als 'je bent lui', kun je beter zeggen 'ik zie dat jij je werk niet af krijgt, hoe komt dat?' Daarmee nodig je de medewerker uit om in gesprek te gaan. De vraag is wat doet iemand waardoor jij deze medewerker 'lui' vind?

Slide 14 - Diapositive

Zet de volgende 'oordelen' om naar waarneembaar gedrag:
- je bent irritant...
- je bent chagrijnig...

Slide 15 - Question ouverte

Welke onderwerpen zou jij willen bespreken tijdens jouw functioneringsgesprek op de werkplek?
Hoe zie jij jouw toekomst binnen het bedrijf?
Wat heb je nodig om beter te kunnen functioneren? Kun je daarvoor oplossingen/middelen bedenken? Zo ja, welke?

Slide 16 - Question ouverte

Het beoordelingsgesprek
Het beoordelingsgesprek hoort, net als het functioneringsgesprek, periodiek gevoerd te worden. Tijdens dit gesprek kijkt de leidinggevende samen met de medewerker terug naar de afgelopen periode:
  • Welke resultaten zijn er geboekt en 
  • welke gevolgen heeft dit voor de positie van de medewerker. 
  • Gedurende het gesprek geeft de leidinggevende een beoordeling van de werkprestaties. 
In het volgende filmpje word het beoordelingsgesprek uitgelegd.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Diapositive

Welke kenmerken van het beoordelingsgesprek kun je noemen?

Slide 20 - Carte mentale

Kenmerken van het beoordelingsgesprek
  • Eenzijdig, d.w.z. vanuit de leidinggevende
  • Afgelopen periode
  • Door leidinggevende voorbereid
  • Beoordeling
  • Werkprestaties
  • Consequenties

Slide 21 - Diapositive

Doelen van het beoordelingsgesprek
Twee belangrijke doelen van het beoordelingsgesprek zijn het stimuleren en motiveren van de medewerker. Daarnaast vraagt het beoordelingsgesprek om verantwoording van de medewerker voor zijn resultaten.

Slide 22 - Diapositive

Hoe zou jij de hier afgebeelde persoon beoordelen? Noem indien mogelijk een aantal positieve en negatieve punten.

Slide 23 - Question ouverte

Hoe zou jij de hier afgebeelde persoon beoordelen? Noem indien mogelijk een aantal positieve en negatieve punten.

Slide 24 - Question ouverte

Op welke punten zou je deze persoon beoordelen?

Slide 25 - Question ouverte

Valkuilen
Wanneer je samenwerkt in een team ontkom je er niet aan dat je een beeld vormt m.b.t. collega's. Als leidinggevende kan dat als gevolg hebben dat je in  valkuilen stapt die een eerlijke, effectieve beoordeling in de weg staan. Op de volgende slides worden een aantal genoemd. Aan jou de taak om een goede beschrijving te geven...

Slide 26 - Diapositive

Beschrijf het HALO-effect.

Slide 27 - Question ouverte

Wat word bedoeld met het HORN-effect?

Slide 28 - Question ouverte

Het begrip 'leniency' heeft betrekking op...
A
verdraaien van de waarheid
B
goedkeuren van gedrag
C
vergoelijken van gedrag
D
de waarheid verzwijgen

Slide 29 - Quiz

Soms zitten 'geheugenfouten' een adequate beoordeling in de weg. Wat word bedoeld met 'geheugenfouten'? Kun je een voorbeeld bedenken?

Slide 30 - Question ouverte

Ook persoonlijke belangen kunnen een rol spelen. Noem een voorbeeld.

Slide 31 - Carte mentale

Communicatieve vaardigheden
Een efficiënte leidinggevende zorgt dat hij beschikt over de juiste communicatieve vaardigheden. Deze vaardigheden zijn bijvoorbeeld belangrijk om de juiste informatie te achterhalen tijdens de gesprekken die je met medewerkers voert. 

Slide 32 - Diapositive

Communicatieve vaardigheden
Als leidinggevende moet je duidelijke taal spreken. Dat houdt in dat datgene wat je zegt niet op verschillende manieren kan worden uitgelegd.
Je moet goed kunnen luisteren. En dat is soms moeilijker dan je denkt... omdat je ook de goede vragen moet stellen.  Je bent bedreven in de verschillende gesprekstechnieken.
Je beschikt over empathisch vermogen. Verbale en non-verbale communicatie moeten met elkaar kloppen. Ten slotte spreek je (altijd) vanuit je eigen ervaring/waarneming (ik-vorm/boodschap). 

Slide 33 - Diapositive

Zoek informatie over verschillende gesprekstechnieken. Welke heb je gevonden?

Slide 34 - Carte mentale

Het slecht-nieuws-gesprek
Een bijzonder gesprek is het zgn. slecht-nieuws-gesprek. Liever voer je dit gesprek niet, maar helaas zul je hier als leidinggevende niet aan ontkomen. Het is van belang om het ook tijdens dit gesprek duidelijk te zijn. Het beste kun je het gesprek een aantal keren oefenen.

Slide 35 - Diapositive

Structuur van het slecht-nieuws-gesprek
  1. Aankondiging
  2. Het slechte nieuws
  3. Opvang
  4. Vragen beantwoorden
  5. Oplossingen zoeken
                                (belangrijke tip: wees duidelijk!)

Slide 36 - Diapositive

Valkuilen
Het brengen van slecht nieuws is een vaardigheid op zich. Vele leidinggevenden zijn in de, hieronder genoemde, valkuilen gestapt.
Hang-yourself-methode
Om-de-hete-brei-heen-draai-methode
De-pil-verguld-methode

Beschrijf deze valkuilen en hun kenmerken op de volgende slides. Ten slotte bekijk je het filmpje over het slecht nieuwsgesprek en beantwoord je de vraag: Welke valkuilen zie je in dit filmpje terug?

Slide 37 - Diapositive

Hang-yourself-methode

Slide 38 - Question ouverte

Om de hete brei heen draai-methode

Slide 39 - Question ouverte

Vergulde pil-methode

Slide 40 - Question ouverte

Slide 41 - Lien

Welke valkuil(en) heb je gezien?

Slide 42 - Carte mentale

Beschrijf hier jouw ervaring met slecht nieuws gesprekken? Wat was jouw rol? Wat was het resultaat? Wat deed dit emotioneel gezien met jou?

Slide 43 - Question ouverte

(bijna) einde van de les
Je bent bijna aan het eind van deze les. Op de volgende slide staan de leerdoelen nogmaals vermeld. In hoeverre kun jij stellen dat de leerdoelen (opdoen van kennis m.b.t. genoemde onderwerpen) behaald zijn?  In hoeverre is jouw eigen leerdoel behaald?

Slide 44 - Diapositive

Leerdoelen: Opdoen van kennis m.b.t...
  • Kenmerken functionerings- en beoordelingsgesprekken
  • Beoordelingscriteria
  • Valkuilen bij beoordelen
  • Communicatieve vaardigheden
  • Voeren van functionerings- of beoordelingsgesprek
  • Valkuilen bij brengen slecht nieuws
  • Voeren slecht-nieuws gesprek

Slide 45 - Diapositive

Feedback voor de docent:

Slide 46 - Question ouverte