KT1 - Allergie en anafylactische reacties + medicatie

Allergische reacties 
Week 9
Periode 3
Leerjaar 1
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
KT1 theorieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Allergische reacties 
Week 9
Periode 3
Leerjaar 1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen

Je weet hoe een allergische reactie ontstaat en welke processen in het lichaam plaatsvinden
Inleiding medische kennis H 8
  
Je kent de geneesmiddelen die bij een allergie kunnen worden voorgeschreven/gebruikt
Geneesmiddelenkennis H 9.2

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lessen
Deze les gaan we aan de slag m.b.v. theorie en opdrachten. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorige les
 Zijn er nog vragen m.b.t. de stof over de pathologie verkoudheid, keelpijn en heesheid?

Opdracht gebit en tong bespreken uit vorige les

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Allergie
Overdreven reactie van het afweersysteem;
Het lichaam reageert op een specifieke manier op een prikkel. Normaal is deze niet schadelijk, maar nu wel. 
Prikkel heet allergeen.


 

Slide 6 - Diapositive

Ongeveer 15-20% van de Nederlandse bevolking heeft er last van. Dit percentage neemt toe.
Is een allergie een ander woord voor een overgevoeligheidsreactie?
JA
Nee

Slide 7 - Sondage

uitleg dia 8
Nee, het is niet hetzelfde
Bij een allergie heb je last van je eigen afweersysteem. Je maakt er antistoffen tegen waardoor je een ontstekingsreactie krijgt. 
Bij overgevoeligheid (intolerantie) speelt het afweersysteem geen rol. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antigenen en Allergenen
Antigenen zijn in principe onschadelijke stoffen die van buiten het lichaam afkomstig zijn. 
Voor sommigen stoffen kan je een allergie ontwikkelen. Zo'n stof noem je dan een Allergeen.
Mensen die een allergie hebben reageren hier per persoon anders op. 
Welke voorbeelden van allergenen kennen jullie?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhalatie allergeen
Voedingsmiddelen
Insecten gif
Geneesmiddelen
Contactallergeen
Beroepsallergeen
pollen
koemelk of pinda's
wespensteek
penicilline 
nikkel (bijv. in sieraden)
tarwemeel bij bakkers

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke allergische reacties ken je?

Slide 11 - Carte mentale

Loopneus = allergische rhinosinusitis 
Tranenvloed ogen = allergische conjunctivitis – hooikoorts
Astma = allergische bronchitis
Voedselallergie; zwelling mond of keel/ buikklachten
Allergeen in het bloed – histamine leidt tot netelroos= urticaria
Allergisch eczeem: constitutioneel/ atopisch eczeem 
allergie ontwikkelen
Het lichaam ontwikkelt een allergie= sensibilisatie. Dit kan jaren duren.  
1. Het allergeen stimuleert de bloedcellen om IgE te produceren
2: IgE = immunoglobuline (eiwit) type E = antistof
3: de combinatie  van allergeen (bijv. pollen) en antistof (IgE), hecht aan een mestcel, maakt deze kapot en daardoor komt histamine vrij

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mestcellen
Mestcellen liggen overal in je huid. 
Deze cellen bevatten een reservoir 
antistoffen welke worden losgelaten 
als een ontstekingsreactie wordt 
opgewekt. Histamine is de bekendste
antistof in een mestcel.

Slide 13 - Diapositive

Normale functie histamine: zorgt voor weefselherstel bij een ontsteking, bevordert aanmaak adrenaline, zorgt voor hersenfunctie alert zijn, maagzuurproductie

Histamine en gevolgen
  1: Vaatverwijding (vasodilatatie) van de bloedvaten in de huid, waardoor de bloeddruk daalt
2: Vernauwing van de bronchiën in de longen, geeft benauwdheid
3: Afname van de hartactiviteit, waardoor de bloeddruk daalt
4: Zwelling en roodheid van de huid

Slide 14 - Diapositive

Typerend voor allergie is de jeuk. Bij jeuk in de neus is de kans op allergie als oorzaak relatief groot. De conjunctivae (oogbindvliezen) kunnen door de ontsteking rood worden en branderig of jeukerig aanvoelen. Er kan sprake zijn van tranenvloed. Dit is allergische conjunctivitis. Ook in de bronchiën (lagere luchtwegen) kunnen allergische reacties optreden. Door ontstoken luchtpijptakjes gaat de patiënt hoesten. Dit is dus een bronchitis als gevolg van allergie. De patiënt kan door vernauwing van de bronchiën kortademig worden, wat soms leidt tot een aanval. Zo’n aanval wordt astma genoemd. Bij voedselallergie kunnen de lippen opzwellen, kan er jeuk in de mond optreden en de patiënt kan bijvoorbeeld misselijk worden of buikpijn krijgen. Allergeen kan ook in het bloed terechtkomen en via het bloed invloed hebben op de huid. Het vrijkomende histamine kan bijvoorbeeld leiden tot netelroos, ofwel galbulten. 

Opdracht
Ga naar Cumlaude en maak de volgende opdracht: Opdrachten Inleiding medische kennis H.8

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Filmpje staat op de volgende dia

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Laat de studenten kort de onderzoeken uitzoeken. 
Behandelingen
Voorkomen is beter dan genezen!
1. Antihistaminica> Middelen die de effecten van histamine tegengaan 

2. Corticosteroïden> 2 Middelen die de verschijnselen van een allergische reactie onderdrukken

3. Histamine-afgifte remmende stoffen> mestcelstabilisatoren werken remmend op afgifte
 histamine na uiteenvallen van de mestcel.

4. Desensibilisatie/ hyposensibilisatie> Het lichaam langzaam laten wennen aan de allergische stof door zeer kleine toedieningen

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Antihistaminica:
 
cetirizine
desloratadine
levocabastine
clemastine> tas huisarts> anafylactische shock
Blokkeren de aangrijpingsplaatsen van histamine. Effectief  bij allergische rinitis, allergische conjunctivitis en urticaria

Eerste keuze bij allergische aandoeningen

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

I.v.m. ontstekingsremmende eigenschappen. Deze middelen onderdrukken de heftigheid van de allergische reactie.
Wordt als inhalatietherapie toegepast bij allergische aandoeningen van de luchtwegen.
Nadeel: heeft bijwerkingen als bloedneus, schimmelinfectie vd mondholte.
lokaal (bijv puffer of neusspray) of systemisch (oraal)

Corticosteroïden beclometason
fluticason
budesonide
mometason

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mestcel-stabilisatoren: cromoglicinezuur


Werken preventief bij allergische aandoeningen, omdat ze remmend werken op de afgifte van histamine bij het uiteenvallen van de mestcel. Als de allergische reactie al op gang is gekomen, heeft gebruik van deze stof geen zin

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Desensibilisatie/ hyposensibilisatie
Letterlijk betekent dat minder gevoelig maken. Als bekend is waarvoor iemand overgevoelig is, kan geprobeerd worden het lichaam langzaam te laten wennen aan deze allergische stof. 

Slide 24 - Diapositive

In theorie lijkt hyposensibiliseren dé oplossing voor alle allergiepatiënten. In de praktijk valt het resultaat vaak flink tegen. Uitsluitend voor inhalatieallergenen, en dan met name pollen, is het resultaat redelijk gunstig. Als injecties worden Alutard ®, Pharmalgen ®, Pollinex ® of Purethal ® gebruikt, voor oraal gebruik is er Grazax ®. Voorwaarde voor toepassing is wel dat de patiënt voor slechts enkele pollen overgevoelig is. Ook hyposensibilisatie voor bijen- of wespensteken is redelijk effectief. Een hyposensibilisatiekuur duurt meestal een aantal jaren
Opdrachten en huiswerk
Ga naar Cumlaude en maak de volgende opdrachten: Opdrachten Geneesmiddelenkennis H.9.2. en opdrachten Inleiding MK H8 allergieën.
Oefenen met medicatie m.b.v. volgende dia (33) 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Lien

Oefenen met de geneesmiddelen

Bij tijd over is er ook nog een kruiswoordpuzzel op Y-schrijf/Cumlaude