Straattaal & dialect

Straattaal & dialect
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Straattaal & dialect

Slide 1 - Diapositive

Goedste Nederlands - https://www.youtube.com/watch?v=D4h5O_ZRxXw&ab_channel=Draadstaal 

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Taalgebruik per generatie
Taalgebruik verschilt per generatie, wat soms leidt tot wederzijds onbegrip.

Op social media lijken andere taalregels te bestaan, maar jongeren weten vaak best hoe het 'hoort'. 

Oudere: "wij moesten vroeger nadenken over elk sms'je, want per bericht kostte dat geld". 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitspraken bericht social media
  • Een punt aan het einde is 'passief-agressief' en 'kapot vreemd'.
  • Een bericht afsluiten met 'groetjes' kan echt niet!
  • Hoofdletters gebruik je als boos bent.
  • Punten en komma's zijn onnodig.
  • Sommige emoji, zoals de aubergine, kersen schelp of perzik kun je echt niet gebruiken...
  • Leer afkortingen! 

Soms is het zoeken naar spelregels of word je verkeerd begrepen, omdat je nu net het verkeerde stuurt.
Ouderen: "Soms moet je 'ruiken' wat ze schrijft.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communicatie aanpassen
We passen ons taalgebruik aan op de ander:
  • Nederlands of dialect/ straattaal om erbij te horen.
  • Een smiley voor meer ontspannen communicatie.

Maar hoe ver mag je gaan? Begrijpt de ander wel wat je probeert te doen? 
Sla je de plank mis? De gevolgen zijn dan vaak groot.

Taal ontwikkelt zich continue, er komen nieuwe woorden/ gebruiken bij, maar er gaan ook dingen weg... "Je moet niet meer praten zoals in 2017".

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden
  • Emoji's zijn echt iets van vroeger, behalve bij verjaardagsberichten.... 
  • Afkortingen gebruiken we allemaal: "tbh, fyi, gwn, wnr ..."
    "Slay en swag" zijn  'uit', "tof" is in; 
    "Bonne betekent klaar, het is goed of "doven" is "laat het gaan".

  • En wat vinden we van voicememo's? 
    Nooit langer dan 3 min. en kom meteen tot de kern?

  • Straattaal en dialect is erg regionaal en verandert snel. Laten we eens kijken wat je weet?


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

"Boeng" betekent?
A
slecht
B
vreemd
C
goed
D
schoon

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kees betaalt een "barkie". Kees betaalt hoeveel euro?
A
1000 euro
B
100 euro
C
10 euro
D
1 euro

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tygo geeft Hassan een "boks". Tygo geeft Hassan dus een.....?
A
stomp
B
konijnenhok
C
broek
D
hand/ vuist

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De leraar werd "broeia" toen zijn koffiemok werd omgestoten door Pieter. "Broeia" betekent?  
A
nat
B
boos
C
bedroefd
D
blij

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tel op! Een "doezoe" plus een "barki" plus een "donni" is...?
A
1.110 euro
B
110 euro
C
1.100 euro
D
11.000 euro

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De fietsenmaker maakte een "fatoe". Wat maakte de fietsenmaker?
A
een fiets
B
een grapje
C
een Facebook bericht
D
een fietsstoeltje

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Darrel heeft een enorme hekel aan de politie. Darrel heeft een enorme hekel aan:
A
scotoe
B
ibahesj
C
peep
D
popo

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

"Mi gado", wat lekker! "Mi gado" betekent?
A
mijn God
B
gatverdamme
C
Indisch gerecht
D
gelukkig

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

"No spang", dat regel ik! "No spang" betekent?
A
niet spannend
B
niet huilen
C
geen probleem
D
wat denk je zelf

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mehmet en Marieke lopen naar "osso". Waar lopen zij naartoe?
A
het oosten
B
school
C
de moskee
D
huis

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent het Brabantse woord 'skottelslet'
A
vaatdoek
B
badhanddoek
C
een kop en schotel
D
ordinaire kleding

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord hoort er niet bij?
A
skotoe
B
ibahesj
C
skoro
D
popo

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mike woont in "Tillie". Waar woont Mike?
A
Tiel
B
Tilburg
C
Twello
D
Tietjerk

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat een "stroggel"! Wat een ....?
A
schadevergoeding
B
sufferd
C
moeilijke periode
D
ruzie

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wa zedde gij? Bende gij aangereden? Verrekte koekwaus, ik ben bekant afgewerkt. Daluk goan we butjes bikke! Ze gaan...
A
samen weg
B
klussen
C
eten
D
drankje doen

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende week
Opgeladen laptop + oortjes + licentie Nederlands 
en natuurlijk:  goede zin 
of nie dan?
snapte gij da?

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions