1HV: Chapitre 2 - Introduction

Aujourd'hui, c'est le....
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Aujourd'hui, c'est le....

Slide 1 - Diapositive

Objectifs 
Aan het einde van de les :
  • heb je het werkwoord avoir gedaan  weet je waar chapitre 2 over gaat
  • weet je wat je aan het einde van dit hoofdstuk kunt (de leerdoelen)
  • weet je wanneer de Fransen allemaal stokbrood eten
  • heb je wat woorden geleerd die met eten te maken hebben
  • heb je de getallen t/m 20 opgefrist

Slide 2 - Diapositive

VOCABULAIRE
A & B 
(page 92) 
timer
15:00

Slide 3 - Diapositive

Grammaire
Het werkwoord avoir... = ?

Slide 4 - Diapositive

ik 
jij
hij  / zij / men
wij
jullie / u
zij
zij 
vous
je
nous
ils
il / elle / on
tu
elles

Slide 5 - Question de remorquage

le verbe avoir
j'
ai
tu
as
il / elle/ on
a
nous
avons
vous 
avez

ils / elles 
ont
ik
heb
jij
hebt
hij / zij / men
heeft
wij
hebben
jullie / u
hebben / heeft
zij [mmv / vmv]
hebben

Slide 6 - Diapositive

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'avoir' met het onderwerp
ai
as
a
avons
avez
ont

Slide 7 - Question de remorquage

ik heb
jij hebt
hij heeft
zij heeft
men heeft/
wij hebben
wij hebben
jullie hebben/ u heeft
zij hebben
(mnl mv)
zij hebben
(vrl mv)

Slide 8 - Question de remorquage

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  heeft
B. zij hebben
C.  men heeft
D.  jullie hebben
E. jij / je hebt
F. wij hebben
1.  nous  avons
2.  tu  as
3.  ils  ont
4.  on  a
5.  vous avez
6.  elle  a

Slide 9 - Question de remorquage

Jaques et Françoise .... trois pommes
A
ai
B
a
C
avons
D
ont

Slide 10 - Quiz

Non, j'.... un frère
A
ai
B
a
C
as
D
ont

Slide 11 - Quiz

Nous ..... une voiture et un vélo
A
a
B
ont
C
avez
D
avons

Slide 12 - Quiz

Il .... quinze ans
A
as
B
a
C
ai
D
avez

Slide 13 - Quiz

Ils / Elles .... une grand-mère super!
A
avons
B
a
C
ont
D
avez

Slide 14 - Quiz

Tu .... une soeur ?
A
ai
B
a
C
as
D
ont

Slide 15 - Quiz

Vous ..... une grande chambre?
A
ai
B
avez
C
avons
D
as

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Les objectifs de chapitre 2
(De leerdoelen)
  • Iets bestellen op een terrasje of in een restaurant

  • Iets kopen op de markt of in een winkel

Slide 19 - Diapositive

C'est si bon!
- Gesprek op een terras begrijpen
- Iets bestellen/kopen
- Menukaart begrijpen
- Woordenschat: eten & drinken
- Getallen t/m 100
- De ontkenning

Slide 20 - Diapositive

Wat voor soort woorden heb je nodig als je iets wilt kunnen kopen op een markt of in een winkel?

Slide 21 - Carte mentale

Wat voor soort woorden heb je nodig als je iets wilt kunnen bestellen op een terrasje of in een restaurant?

Slide 22 - Carte mentale

Au travail!
Prêt? Slim stampen 
En silence, zodat iedereen zich kan concentreren

Slide 23 - Diapositive