Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Naamvallen - voorzetsels -pers. vnw en der/ein-groep
De 1e/ 4e en 3e naamval
1 / 34
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
34 diapositives
, avec
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
15 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
De 1e/ 4e en 3e naamval
Slide 1 - Diapositive
Naamvallen
eerste naamval
vierde naamval
derde naamval
Slide 2 - Diapositive
Lesdoel
- Wat zijn de naamvallen?
- voorzetsels met een vaste naamval.
- persoonlijke voornaamwoorden.
- der-groep en de ein-groep
Slide 3 - Diapositive
Voorzetsels met de 4e naamval
Slide 4 - Diapositive
Voorzetsels met de 4e naamval
Er zijn voorzetsels die ervoor zorgen, dat je
na
dit voorzetsel
altijd
de vierde naamval moet gebruiken.
Slide 5 - Diapositive
Voorzetsels met de 4e naamval
durch = door
für = voor
gegen = tegen
um = om
ohne = zonder
bis = tot
entlang = langs
Slide 6 - Diapositive
Je ziet het volgende dan gebeuren in de zin:
– Mein Freund hat
für mich
Blumen gekauft.
–
Ohne ihn
war ich komplett nass geregnet!
Slide 7 - Diapositive
Ezelsbruggetje 1
Sommige voorzetsels hebben automatisch de vierde naamval bij zich. Deze voorzetsels zijn te onthouden met het ezelsbruggetje DOFEGUB (doof visje):
Slide 8 - Diapositive
D urch
O hne
F ür
E ntlang
G egen
U m
B is
Slide 9 - Diapositive
Ezelsbruggetje 2
Deze zin werkt ook:
De Feestelijke Ober Uit Griekenland Eet Bananen.
=
durch, für, ohne, um, gegen, entlang, bis
Slide 10 - Diapositive
Ezelsbruggetje 3
De voorzetsels zijn te onthouden met de zin:
Beer Doodt Geen Oudtjes En Fietst Uren
=
B is, D urch, G egen, O hne, E ntlang, F ür, U m
Slide 11 - Diapositive
Voorzetsels met de 3e naamval
Slide 12 - Diapositive
Voorzetsels met de 3e naamval
Er zijn voorzetsels die ervoor zorgen, dat je
na
dit voorzetsel
altijd
de derde naamval moet gebruiken.
Slide 13 - Diapositive
Voorzetsels met de 3e naamval
aus = uit
bei = bij
mit = met
nach = na, naar
seit = sinds
von = van, door
zu = naar (bij personen)
Slide 14 - Diapositive
Je ziet het volgende dan gebeuren in de zin:
– Willst du heute
bei mir
essen?
– Gehst du
mit ihm
in die Schule?
Slide 15 - Diapositive
Ezelsbruggetje 1
Sommige voorzetsels hebben automatisch de derde naamval bij zich. Deze voorzetsels zijn te onthouden op de melodie van vader Jacob :
Slide 16 - Diapositive
op de melodie van vader Jacob
aus bei mit nach
aus bei mit nach
seit von zu
seit von zu
(außer genüber
außer genüber
ent-ge-gen
ent-ge-gen)
Slide 17 - Diapositive
Ezelsbruggetje 2
Sommige voorzetsels hebben automatisch de derde naamval bij zich.
Slide 18 - Diapositive
Schreib’
mit, nach,
nebst und samt,
bei, seit, von, zu
, zuwider,
entgegen, ausser,
aus,
gemäss und gegenüber,
stets mit dem Dativ nieder.
Slide 19 - Diapositive
Het persoonlijke voornaamwoord in de eerste derde en vierde naamval
Slide 20 - Diapositive
Uitleg video
persoonlijke voornaamwoorden in de 1e , 3e en 4e naamval
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
1e nv
ond.
3e nv
mvw
4e nv
lv
ik
ich
mij
mir
mij
mich
jij
du
jou
dir
jou
dich
hij
er
hem
ih
m
hem
ih
n
zij enk.
sie
haar
ihr
haar
sie
het
es
het
ihm
het
es
wij
wir
ons
uns
ons
uns
jullie
ihr
jullie
euch
jullie
euch
zij mv
sie
hun
ihnen
hun
sie
u
Sie
u
Ihnen
u
Sie
Slide 23 - Diapositive
Vragende voornaamwoorden
1e naamval = onderwerp
wie = wer
wat = was
4e naamval = lijdend voorwerp
wie = we
n
wat = was
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Persoonlijke voornaamwoorden
Slide 26 - Diapositive
Weet jij ze nog?
https://www.educaplay.com/game/3183685-persoonlijk_voornaamwoord_5.html#!
Slide 27 - Diapositive
https:
Slide 28 - Lien
Bron opdrachten
- https://die-deutschlehrerin3.webnode.nl/kopie-van-grammatik11/
Slide 29 - Diapositive
de der-groep en de ein-groep
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
Hoe weet je welke je moet gebruiken?
Slide 33 - Diapositive
1. Staat er een voorzetsel voor de invulruimte? (bla bla
mit
.......... bla bla.)
2. Welke naamval heeft dit voorzetsel? (3e of 4e )
3. moet je een persoonlijk voornaamwoord of iets uit de der/ein-groep invullen?
4. in welke rij moet je kijken?
5. vul dit in de lege ruimte in.
Slide 34 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Pers. vnw. naamvallen, voorzetsels
Décembre 2022
- Leçon avec
46 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Naamvallen - ontleden - voorzetsels
Mars 2022
- Leçon avec
44 diapositives
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
4T K2 der- en ein-Gruppe in 3e en 4e naamval
Décembre 2018
- Leçon avec
18 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
persoonlijk voornaamwoorden naamvallen
Octobre 2024
- Leçon avec
46 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t, vwo
Leerjaar 3
Ontleden eerste, vierde en derde naamval
Février 2022
- Leçon avec
40 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Vaste voorzetsels 3de en 4de naamval
Avril 2024
- Leçon avec
31 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t, vwo
Leerjaar 3
Pers. vnw naamvallen en voorzetsels 3e, 4e
Avril 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Duits
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
Les 3 "Grammatik: Die Fälle I"
Décembre 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4