Je kwaliteiten en uitdagingen

Kwaliteiten en uitdagingen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
OpvoedkundeSecundair onderwijs

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Kwaliteiten en uitdagingen

Slide 1 - Diapositive

1.Persoonlijkheid en je eigenheid.



  • Je typische kwaliteiten en valkuilen.
  • Je goede en slechte eigenschappen.
  • karaktertrekken

Slide 2 - Diapositive

2.Volgens wie is elke mens met kwaliteiten geboren?

Slide 3 - Question ouverte

3. Kwaliteiten behoren tot je persoonlijkheid.

  • Daniël Ofman zegt dat elke mens geboren is met een aantal kwaliteiten. Die kwaliteiten behoren tot je persoonlijkheid "je zijn"

Slide 4 - Diapositive

4. Kernkwaliteit?
  • Een goede eigenschap die in je zit.


Slide 5 - Diapositive

Geef 5 voorbeelden van kernkwaliteiten.

Slide 6 - Question ouverte

5. Kenmerken van kernkwaliteit.
  • Speciale talenten.
  • Ze maken je uniek.
  • Staan los van wat je geleerd hebt.
  • Altijd en overal aanwezig.

Slide 7 - Diapositive

6. Wat is het verschil tussen een kernkwaliteit en een vaardigheid?

Slide 8 - Question ouverte

7. Voorbeeld.
  • Je bent van nature een vlotte spreker.
  •  Dat is een kernkwaliteit.
  • Je hebt geleerd hoe je julienne moet snijden.
  •  Dat is een vaardigheid.

Slide 9 - Diapositive

8. Met wat stelt Daniël Hofman zijn theorie voor?

Slide 10 - Question ouverte

9. Welke 4 bedenkingen kan je gebruiken om tot kernkwaliteiten te komen?

Slide 11 - Question ouverte

10.Waarin kunnen je kwaliteiten jou leiden?

P 68.

Slide 12 - Diapositive

Opdrachten.
P 69
P 70
P 73
P 75

Slide 13 - Diapositive

1. Wat is een valkuil?
  • Een goede eigenschap waarin je overdrijft.

Slide 14 - Diapositive

Geef 2 voorbeelden van een valkuil;

Slide 15 - Question ouverte

2. Welke 4 kenmerken hebben valkuilen?

Slide 16 - Question ouverte

3. Vul het schema van Ofman aan met de valkuilen.




  • Wat andere mij verwijten.
  • Andere storen zich bij mij aan?
  • Wat ik bij mijzelf goedpraat.
  • Wat ik bij andere door de vingers zie.

Slide 17 - Diapositive