Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Taalverzorging: 2.7 Bijvoeglijk naamwoord
1 / 29
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
29 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
20 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Je herhaalt WERKWOORDSPELLING - Engelse werkwoorden
Je herhaalt Taalverzorging 2.4 MEERVOUD
Nieuwe theorie
: Taalverzorging 2.7 Bijvoeglijk naamwoord
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Taalverzorging
Engelse werkwoorden
Meervouden
Slide 4 - Diapositive
1. Mijn vader (downloaden) elke dag wel een paar nieuwe liedjes.
A
download
B
downloat
C
downloadt
Slide 5 - Quiz
2. (Saven) hij zijn werkstuk op de harde schijf?
A
save
B
saved
C
savet
Slide 6 - Quiz
3. Gisteren (crossen) Pim met zijn mountainbike gewoon over het ijs heen!
A
croste
B
crosste
C
crosde
Slide 7 - Quiz
4. Vorige week (skaten) Bas en Gijs met zijn tweeën door de straten van Emmen.
A
skaten
B
skateten
C
skateden
Slide 8 - Quiz
5. Jouw vriendin heeft op dat feestje met Stan (flirten).
A
geflirt
B
geflird
C
geflirtet
Slide 9 - Quiz
6. Tijdens de schoolreis naar Brussel hebben we (raften) over een wilde rivier.
A
gerafft
B
geraffed
C
geraft
D
gerafd
Slide 10 - Quiz
7. Had Hidde jou nou (taggen) in die foto op Facebook?
A
getagged
B
getagd
C
getagget
D
getagt
Slide 11 - Quiz
Wat is het meervoud van
MONTEUR?
A
monteurs
B
monteur's
Slide 12 - Quiz
Wat is het meervoud van
ZIEKTE?
A
ziektes
B
ziekte's
Slide 13 - Quiz
Wat is het meervoud van
STAAF?
A
stafen
B
staven
Slide 14 - Quiz
Wat is het meervoud van
RADIO?
A
radios
B
radio's
Slide 15 - Quiz
Wat is het meervoud van
KLUIS?
A
kluisen
B
kluizen
Slide 16 - Quiz
Wat is het meervoud van
VAKANTIE?
A
vakanties
B
vakantie's
Slide 17 - Quiz
Wat is het meervoud van
LENTE?
A
lentes
B
lente's
Slide 18 - Quiz
Bijvoeglijk
naamwoord
Een
bijvoeglijk naamwoord
zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
Je weet door een bijvoeglijk naamwoord meer over het zelfstandig naamwoord.
Slide 19 - Diapositive
Bijvoeglijk naamwoord spellen
Regel
Voorbeeld
Meestal eindigt het bijvoeglijk naamwoord op
-e
De blauw
e
vogel
Het kleurrijk
e
meisje
De bekend
e
zanger
Als het bijvoeglijk naamwoord bij een het-woord hoort, verdwijnt de
-e
als je er een voor zet
Het
bezorgde
pakje - een
bezorgd
pakje
Het
heerlijke
ijsje - een
heerlijk
ijsje
Het
grote
kasteel - een
groot
kasteel
Gaat het bijvoeglijk naamwoord over het
materiaal
waarvan het gemaakt is? Schrijf er dan
-en
achter
de ijzer
en
koevoet
de kartonn
en
doos
het stoff
en
mandje
Maar is het een
modern
materiaal?
Schrijf er dan
niets
achter.
De
titanium
ring
Het
kunststof
speelgoed
Slide 20 - Diapositive
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden
Een houten stoel.
Het houten stoeltje.
De houten stoelen.
Slide 21 - Diapositive
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord vertelt je van welk materiaal iets gemaakt is.
Slide 22 - Diapositive
Oefenen met .......
Bijvoeglijke naamwoorden
Slide 23 - Diapositive
Welk woord is in deze zin een bn (=bijvoeglijk naamwoord)?
De
mooie
bloemen
lidwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
Slide 24 - Question de remorquage
bijvoeglijke naamwoorden
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
lege
gevulde
metalen
kunststoffen
plastic
Slide 25 - Question de remorquage
Maak van dit werkwoord een bijvoeglijk naamwoord: bakken.
De ................. broodjes ruiken heerlijk.
A
gebakte
B
gebakken
C
gebak
D
gebaken
Slide 26 - Quiz
Maak van het werkwoord een bijvoeglijk naamwoord: pitten.
De ........ kersen gaan in de fruitsalade.
A
gepitte
B
gepite
C
pitte
D
gepitten
Slide 27 - Quiz
Maak van het werkwoord een bijvoeglijk naamwoord: verbranden
De ........ pizza rook verschrikkelijk.
A
verbrandde
B
verbranden
C
verbrande
D
verbrandte
Slide 28 - Quiz
Aan de slag!
Slide 29 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
H5 NN 2-basis Taalverzorging 1 Grammatica Woordsoorten BN
May 2023
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Oefenen voor de toets TAALVERZORGING 2.4 Meervoud + 2.7 Bijvoeglijk naamwoord
11 days ago
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Grammatica §4 bijvoeglijk naamwoord
September 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Paragraaf 4 en 5 Bijvoeglijk naamwoord en meervouden
January 2025
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Grammatica Cursus 5 Par. 4 Woordsoorten - Bijvoeglijk naamwoorden
28 days ago
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Bijvoeglijk naamwoord
January 2025
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
H1B: §4 Bijvoeglijk naamwoord - 11-02-25
February 2025
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
les 1 Grammatica Cursus 5 Par. 4 Woordsoorten - Bijvoeglijk naamwoorden
September 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1