1HBC H3 - par 3.4 (1)

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Welk cijfer geeft gematigde breedte aan?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 3 - Quiz

Welk cijfer geeft hoge breedte aan?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 4 - Quiz

Welk cijfer geeft lage breedte aan?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 5 - Quiz

Welke cijfer geven het Noordelijk halfrond aan?
A
1 & 2
B
2 & 3
C
1 & 3
D
2 & 4

Slide 6 - Quiz

Welke cijfer geven het westelijk halfrond aan?
A
1 & 2
B
2 & 3
C
1 & 3
D
3 & 4

Slide 7 - Quiz

Per 1000 meter omhoog wordt het ....... graden kouder
A
4 graden Celsius
B
5 graden Celsius
C
6 graden Celsius
D
7 graden Celsius

Slide 8 - Quiz

Waar staat O.L. voor?
A
Oostelijk halfrond
B
Westelijk halfrond
C
Oosterlengte
D
Westerlengte

Slide 9 - Quiz

Wat is het kenmerk van het hooggebergte klimaat?
A
Niet warmer dan 10 graden Celsius
B
Het regent er meer dan 1600 mm per jaar
C
Er is een droog en nat seizoen
D
Het vriest er altijd

Slide 10 - Quiz

Op het Noordelijk halfrond is het zomer. Welk seizoen is het op het zuidelijk halfrond?
A
Lente
B
Zomer
C
Herfst
D
Winter

Slide 11 - Quiz

De zonnestraal die op de noord- of zuidpool komt heeft een ….. weg afgelegd door de dampkring, dan de zonnestraal die naar de evenaar gaat.
A
Langer
B
Korter
C
Even lang

Slide 12 - Quiz

Hoe dichter bij de noordpool of zuidpool, hoe ...... het oppervlakte dat de zonnestraal verwarmt.
A
Groter
B
Kleiner

Slide 13 - Quiz

Wat is het verschil tussen landklimaat en zeeklimaat?

Slide 14 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen het tropisch regenwoudklimaat en het woestijnklimaat?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is het klimaat?
A
Gemiddelde weer over 30 jaar
B
Gemiddelde weer over 25 jaar
C
Gemiddelde weer op één bepaalde plek
D
Gemiddelde weer in een land

Slide 16 - Quiz

In de maand januari staat de ...... naar de zon toegekeerd.
A
Noordpool
B
Zuidpool

Slide 17 - Quiz

De aarde draait iedere dag om zijn eigen as. Dit zorgt voor ........
A
De seizoenen
B
Dag en nacht
C
Maanden
D
Het jaar

Slide 18 - Quiz

De aarde draait ieder jaar om de zon heen. Dit zorgt voor de .......
A
De seizoenen
B
Dag en nacht
C
Maanden
D
Het jaar

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Wat is de route van de korte waterkringloop?
A
Zee - wolk - zee
B
Zee - wolk - land - rivier - zee
C
Zee - wolk - land - zee
D
Zee - land - grondwater - rivier

Slide 29 - Quiz

Wat is de route van de lange waterkringloop?
A
Zee - wolk - zee
B
Zee - wolk - land - rivier - zee
C
Zee - wolk - land - zee
D
Zee - land - grondwater - rivier

Slide 30 - Quiz

Wat is condensatie?

Slide 31 - Question ouverte

Wat is verdamping?

Slide 32 - Question ouverte

Wat is een voorbeeld van neerslag?

Slide 33 - Carte mentale

Wat is de goede volgorde?
A
Condensatie - neerslag - verdamping
B
Condensatie - verdamping - neerslag
C
Verdamping - neerslag - condensatie
D
Verdamping - condensatie - neerslag

Slide 34 - Quiz