herhaling thema 8. Regeling basisstof 1 tot en met 4

Herhaling thema 8. Regeling basisstof 1 tot en met 4
Herhalen door middel van uitleg en opdrachten maken.
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Herhaling thema 8. Regeling basisstof 1 tot en met 4
Herhalen door middel van uitleg en opdrachten maken.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Belangrijkste onderdelen
Indeling van het zenuwstelsel
Onderdelen van de hersenen + functie
Bouw zenuwcellen/zenuwen
Verschil bewuste reactie en reflex


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

tot 2:32 laten zien
Prikkel/impuls
Prikkel = invloed uit je omgeving (buiten je lichaam)
Impuls = elektrisch signaal (in je lichaam)

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer neem je iets waar?
A
Als een prikkel bij een zintuig komt
B
Als een zintuig een impuls maakt
C
Als de grote hersenen een impuls opvangen
D
Als de grote hersenen impulsen sturen

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke volgorde gaat waarnemen?
A
impuls - hersenen - impuls - reactie - prikkel
B
reactie - prikkel - impuls - hersenen - impuls
C
impuls - reactie - impuls - prikkel - hersenen
D
prikkel - impuls - hersenen - impuls - reactie

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik ruik friet. Hoe noem ik dat?
A
Prikkel
B
Impuls
C
Zenuw
D
Uitloper

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen een prikkel en een impuls? (kies 2 antwoorden)
A
Een prikkel is informatie uit de omgeving
B
Een impuls is informatie uit de omgeving
C
Een prikkel is een elektrisch stroompje
D
Een impuls is een elektrisch stroompje

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer neem je waar?
A
Wanneer de prikkel wordt opgevangen door het zintuig.
B
Wanneer de prikkel wordt omgezet in een impuls.
C
Wanneer de impuls in het ruggenmerg komt.
D
Wanneer de impuls in de hersenen komt.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het zenuwstelsel
Bestaat uit:

CENTRALE ZENUWSTELSEL
+
ZENUWEN

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De hersenen
Hersenen bestaan uit:
- Grote hersenen
- Kleine hersenen
- Hersenstam

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het centrale zenuwstelsel?
A
grote hersenen + kleine hersenen + hersenstam + ruggenmerg
B
grote hersenen + kleine hersenen + hersenstam
C
Grote hersenen + kleine hersenen + alle zenuwen
D
Grote hersenen + alle zenuwen

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen prikkel?
A
geluid
B
geur
C
ogen
D
smaak

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Er komt een geurstof in je neus.
Je reukzintuig wordt geprikkeld.
Wat gebeurt er nu met je reukzintuig?

A
Het reukzintuig maakt impulsen en stuurt die weg.
B
Het reukzintuig ontvangt impulsen en reageert.

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de prikkel voor een smaakzintuig?
A
Stoffen in de lucht
B
Stoffen in eten en drinken
C
Onze tong
D
Je mond

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het oor heeft als taak prikkels op te vangen.
Wat is de prikkel voor het oor?
A
geur
B
druk
C
licht
D
geluid

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk onderdeel van het zenuwstelsel is geen onderdeel van het centraal zenuwstelsel
A
Ruggenmerg
B
Grote hersenen
C
Hersenstam
D
Zenuwen

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

 Bouw van een zenuwcel

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een zenuw is een bundel van uitlopers van zenuwcellen.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk onderdeel is de cellichaam van de zenuwcel?
A
Het groene
B
Het rode
C
Het paarse
D
De zwarte sprietjes

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zenuwen zijn lange ...........van zenuwcellen
A
draden
B
streepjes
C
punten
D
uitlopers

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een zenuwcel heeft een cellichaam met uitlopers
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschil bewuste reactie/reflex
Bewuste reactie: impulsen gaan eerst naar de hersenen
Reflex: reflexboog -> impuls gaat vanuit centrale zenuwstelsel niet eerst naar de hersenen, maar gelijk door naar spieren/klieren.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk de afbeelding.
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je pakt een hete kop koffie vast en voelt een brandend gevoel in je hand. Je laat het kopje heel snel los. Wat voor soort reactie geef je?
(er zijn meerdere antwoorden goed)
A
Bewuste reactie
B
Reflex
C
Onbewuste reactie
D
Hersenreactie

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zie je hier een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig leren
Wat kan je doen?
  • Ga naar de studiewijzer van biologie. Hier staan oefensites, filmpjes, vragen en nog meer :)
  • Ga aan de slag met het samenvattingenboekje
  • Stel vragen over de toetsstof


Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions