les 7: Spreektaal en schrijftaal en opbouw verslag

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, t
• Leerjaar 1

Spreektaal

Schrijftaal

Herkennen jullie spreektaal en schrijftaal?

Doel van de les

• Je weet dat er verschil zit tussen spreektaal en schrijftaal.
• Je weet hoe je het interviewverslag moet opbouwen.

Interview omzetten naar schrijftaal

Als je een verslag van een interview maakt, schrijf je op wat iemand tegen jou gezegd heeft. 

Je kunt alles opschrijven wat iemand zegt, maar je kunt het gezegde ook samenvatten.

Denk je dat er veel verandert als je spreektaal omzet in schrijftaal?

Denk je dat er veel verandert als je spreektaal omzet in schrijftaal?

Wat verandert er als je spreektaal omzet naar schrijftaal?

Nou eh, ik weet niet zeker, of eh, ik dit wel leuk vind.

1. schrijftaal
2. spreektaal

Deze auto met energiezuinige motor en milieukenmerk wordt vaak verkocht.

1. schrijftaal
2. spreektaal

Ja hallo, da's geen stijl, vertrekt de trein vlak voor haar neus!

1. schrijftaal
2. spreektaal

Zou Joost even snel wegrijden, ging hij zo floer onderuit en klatsj met z'n snufferd op de stoep.

1. schrijftaal
2. spreektaal

Tijdens het overleg met de leerlingenraad maakt Jolien aantekeningen.

1. schrijftaal
2. spreektaal

Tja, weet je, ik zou net naar haar toegaan, toen Brian eraan kwam en toen kon ik eigenlijk niet meer bellen, maar dat had ik wel moeten doen, dus.

1. schrijftaal
2. spreektaal

Duhh, ze appt niet terug!

1. schrijftaal
2. spreektaal

Misschien kan het geen kwaad als je eens iets vaker oplet tijdens de uitleg.

1. schrijftaal
2. spreektaal

Spreektaal

In iedere zin zit een duidelijk spreektaalwoord.

Noteer het woord.

Misschien ga ik nog effe naar de mediatheek om een boek te zoeken.

Joey is echt mijn mattie, dat weet iedereen op school.

Ja lekker, moet ik corvee doen.

Ik vind het een vet idee om met z'n allen een cadeau te kopen.

Leuk dat je langskwam, laterz!

Hoe'st met je enkel, heb je er nog last van?

Margo, wazzup?

Deze schoenen zijn gruwelijk; die wil ik ook hebben!

Opbouw interviewverslag

Als je een verslag schrijft, moet het uit de volgende onderdelen bestaan:

• titel

• inleiding
• kern
• slot

Titel

Je begint een verslag altijd met een titel:

• Het moet de aandacht van de lezer meteen trekken.
• Het moet kort zijn --> geen hele zin.
• Je eindigt NIET met een leesteken.
• Een titel mag opvallen --> groter en dikker lettertype.

Bijvoorbeeld:

Wat een jaar brugklas met je doet

Inleiding

In de inleiding geef je informatie over wie je geïnterviewd hebt en je vertelt waar het interview over gaat. Je kunt eindigen met een vraag.

Bijvoorbeeld:

Fotograaf Tessa Posthuma de Boer fotografeerde vorig jaar zes achtste groepers uit Broek in Waterland. Onlangs deed ze dat opnieuw, na een jaar in de brugklas. Zijn ze veranderd?

Kern/ middenstuk

In de kern komen je deelonderwerpen aan de orde:

• Een kern bestaat uit verschillende alinea's.
• Elk deelonderwerp is een alinea (dit zijn er dus vijf).
• Na elke alinea komt een witregel.
• Elke alinea heeft een tussenkopje --> bv. je deelonderwerp.
• In elke alinea vat je samen wat de geïnterviewde zegt over het deelonderwerp.

Smaak

„Ik ben me bewuster gaan kleden sinds ik op de middelbare school zit. Minder shirts met print, maar gewoon zwart of wit. Ik draag ook vaker spijkerbroeken dan vroeger. Ik ben rapmuziek gaan luisteren omdat iedereen dat doet. Als je er een tijdje naar luistert, wordt het wel leuk. Via Spotify.”

Sociale media

„Ik zit op Instagram. En verder zit ik in de WhatsApp-groep van de klas. Dat is handig als er ’s ochtends vroeg een les uitvalt. Dan weet ik dat op tijd en kan ik op de bank blijven liggen in plaats van me naar de bus te haasten. Ik heb weleens gehad dat ik het pas hoorde als ik op school aankwam.”

Schoolfeest 

„Als er een schoolfeest is, dan wil mijn vader me meestal wel ophalen. En anders blijf ik bij een vriend slapen in Amsterdam.”

Slot

In het slot rond je het verslag af. Je kunt dit doen door:

• een samenvatting te geven van wat er verteld is.
• een conclusie trekken.

Voorbeeld samenvatting:

Al met al ben ik veel te weten gekomen over hoe ...... de brugklas heeft ervaren. Ik weet meer over het huiswerk en de docenten. Ik weet ook hoe ....is veranderd.

Voorbeeld conclusie:

Ik ben erachter gekomen dat er dus niet zoveel veranderd is in de loop van de jaren. De brugklas van twintig jaar geleden lijkt nog steeds op de brugklas van nu.

Eind verslag

Onderaan je verslag zet je je naam:

Dit interviewverslag is geschreven door:.....

Wat moet je inleveren

• Je schrijft een verslag (1A4) met:

1. titel
2. inleiding (alinea 1), 
3. kern (met tussenkopjes, alinea 2-6)
4. slot (alinea 7) 
5. je eigen naam

• Je voegt als bijlage de vragen toe per deelonderwerp. Dit is het tweede A4.

Zorg dat je het bestand opslaat in de map Nederlands in je Onedrive.

Waar moet je het bestand inleveren?

Je levert het bestand in via opdrachten in Magister.me op uiterlijk woensdag 12 mei.

Je kunt de opdrachten vinden bij de tegel opdrachten --> interviewverslag.

Ook kun je de opdracht vinden bij de tegel Nederlands, periode 3, geïntegreerd lezen en schrijven, opdracht interviewverslag.

Heb je nog vragen?