oefenen : Lezen Tekstdoelen, publiek en afbeeldingen

Socialiseren
- spullen klaarleggen; 
laptop (dicht), schrift, leesboek, lesboek (!)  en pen       

- mobiel
 in de koffer
timer
5:00
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Socialiseren
- spullen klaarleggen; 
laptop (dicht), schrift, leesboek, lesboek (!)  en pen       

- mobiel
 in de koffer
timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

Doelen, aan het einde van de les
  • herken je activerende teksten;
  • kun je het publiek van een tekst vaststellen.
  • ben je voorbereid voor je toets lezen


Slide 2 - Diapositive

boek lezen 
timer
45:00

Slide 3 - Diapositive

Programma
Lezen H1 + H2
  • Tekstdoelen, publiek en afbeeldingen; filmpje
  • hoofdgedachte; filmpje
  • een paar vragen
  • oefentoetsen maken


Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

filmpje 2:   Waarom tekstdoel?

De schrijver van een tekst wil bij de lezer (publiek) iets bereiken.


De tekst die geschreven wordt, heeft een doel.

Slide 6 - Diapositive

5 tekstdoelen 
  1. Amuseren  (fictie)
  2. Informeren
  3. Instrueren
  4. Overtuigen 
  5. Activeren

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Lien

5 tekstdoelen
Informeren
Iets leren of uitlegggen (instrueren)
Iets laten doen (activeren)
Een mening geven (overtuigen)
Vermaken (amuseren)

Slide 9 - Diapositive

Tekstdoel
Doel van de schrijver
Voorbeeld
Informeren
Instrueren
Activeren
Overtuigen
Amuseren
dat je iets te weten komt
dat je weet hoe je iets moet doen
je overhalen om iets te doen
dat je zijn mening overneemt
je vermaken
krantenbericht, verslag sportwedstrijd, infographic
recept, gebruiksaanwijzing,
reclametekst, uitnodiging
bespreking van een film
verhaal, leesboek, strip

Slide 10 - Diapositive

Publiek vaststellen
Een schrijver denkt niet alleen na over het doel van zijn tekst, maar ook over het publiek, de lezers waar hij de tekst voor schrijft.

Publiek verschilt in leeftijd en ook in kennis en interesses. Een schrijver kan schrijven voor een algemeen publiek als hij denkt dat zijn tekst interessant is voor de meeste mensen. 

Hij kan ook schrijven voor een speciale doelgroep, bijvoorbeeld voor kinderen, jongeren, volwassenen of ouderen, voor mannen of vrouwen, of voor een doelgroep met een bepaalde hobby of beroep, met veel kennis over het onderwerp. Je kunt dan bijvoorbeeld denken aan voetballers, vrachtwagenchauffeurs, hobbykoks of natuurliefhebbers.

Slide 11 - Diapositive

Afbeeldingen
Beeld en opmaak / lay-out spelen een grote rol bij vooral reclame.
Doel = aandacht trekken. 

Opmaak = alles wat de schrijver met de uiterlijke vorm van de tekst doet
Bijvoorbeeld: tekstverdeling, lettertype, lettergrootte, kleur, enz.

Beeld = de afbeelding die met de tekst is gecombineerd.
Functies: aandacht trekken / als illustratie / voorbeeld / extra informatie

Slide 12 - Diapositive

Tekstdoelen en tekstsoorten
Even checken.....

Slide 13 - Diapositive

Tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
activeren
D
amuseren

Slide 14 - Quiz

Tekstdoel?
A
instrueren
B
amuseren
C
overtuigen
D
informeren

Slide 15 - Quiz

Welke is GEEN tekstdoel?
A
amuseren
B
overtuigen
C
instrueren
D
verwijderen

Slide 16 - Quiz

Elke tekst heeft een tekstdoel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Een schoolboek hoort bij het tekstdoel:
A
Amuseren
B
Informeren
C
Activeren

Slide 18 - Quiz

Een advertentie hoort bij het tekstdoel:
A
Activeren
B
Amuseren
C
Informeren

Slide 19 - Quiz

Een strip hoort bij het tekstdoel:
A
Informeren
B
Amuseren
C
Activeren

Slide 20 - Quiz

Beeld en opmaak zijn vooral belangrijk bij...
A
informerende teksten
B
amuserende teksten
C
overtuigende teksten
D
activerende teksten

Slide 21 - Quiz

Opdracht
Hoofdstuk 1 - maak de oefentoets
Hoofdstuk 2- maak de oefentoes

Klaar?

ga leren voor de toets

Doe dit in stilte !


Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Informatieve teksten
Grafieken en tabellen om informatie over te brengen.

Doel: informatie op een andere manier weergeven
Voorbeelden: lijndiagram, cirkeldiagram.

Slide 25 - Diapositive

Informatieve teksten
Informatieve afbeelding
  • Combinatie van tekst en beeld
  • Tekst even belangrijk als afbeeldingen
  • Door goed te kijken en te lezen krijg je

       veel informatie


Nadeel is dat de hoeveelheid tekst en beeld

verkeerd begrepen kan worden of moeilijk lees-

baar door teveel tekst en te weinig beeld

Slide 26 - Diapositive

Informatieve teksten
Voordeel van infographics
De combinatie van tekst en beeld is voor de hersenen snel te begrijpen. 

Kan een langere tekst vervangen. Door die informatie in één beeld te zetten, is het makkelijker te onthouden. 

Makkelijk te delen op social media.

Slide 27 - Diapositive

Instructieve teksten
- Combinatie van tekst en beeld
- Kleuren en afbeeldingen
- Stap voor stap
- Doel: instrueren (= uitleggen hoe iets in elkaar zit of moet worden gedaan)

Slide 28 - Diapositive

Activerende teksten
  • Beeld en opmaak: aandacht trekken
  • Tekst is ondergeschikt







Slide 29 - Diapositive

Activerende teksten







Slide 30 - Diapositive