Foutieve beknopte bijzin

Foutieve beknopte bijzin
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Foutieve beknopte bijzin

Slide 1 - Diapositive

Hoofdzin of bijzin?
Een zin kan enkelvoudig (één persoonsvorm) of samengesteld (meerdere persoonsvormen) zijn.  Als een zin samengesteld is, kan deze bestaan uit twee hoofdzinnen of een hoofdzin en een bijzin.


Slide 2 - Diapositive

Ik heb gehoord, dat Maria een auto heeft gekocht.
A
Hoofdzin - hoofdzin
B
Bijzin - hoofdzin
C
Hoofdzin - bijzin
D
bijzin - bijzin

Slide 3 - Quiz

Hoe herken je een hoofdzin? De pv en het ow staan naast elkaar.

Hoe herken je een bijzin? Je kunt nog iets tussen het ow en de pv zetten.

Voorbeeld: Als ik nieuwe schoenen koop (bz), wil ik ze meteen aan (hz).

Slide 4 - Diapositive

Nadat ze thuis kwam van haar werk, begon ze meteen leren.
A
hoofdzin - bijzin
B
bijzin - hoofdzin
C
hoofdzin - hoofdzin
D
bijzin - bijzin

Slide 5 - Quiz

Beknopte bijzin
Bij een beknopte bijzin ontbreken de persoonsvorm en het onderwerp. Er is wel een verzwegen onderwerp. 

Na gedoucht te hebben, voelde hij zich weer fris.
Vrolijk fluitend schilderde hij de tuinbank.
Veel te laat wakker geworden, kwam hij vervolgens te laat in de les.

Slide 6 - Diapositive

Foutieve beknopte bijzin
 Het verzwegen onderwerp moet hetzelfde zijn als het onderwerp van de hoofdzin, anders klopt de zin niet en is er dus sprake van een foutieve beknopte bijzin:

1. Wachtend op de bus, hielden ze elkaars hand vast. GOED

2. Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder. FOUT


Slide 7 - Diapositive

Voorbeelden: volt. deelw.

Eindelijk in Bethlehem gearriveerd, bleken alle herbergen vol te zijn

Eindelijk in Bethlehem gearriveerd, zagen de reizigers dat alle herbergen vol waren.
 

Slide 8 - Diapositive

Nog een voorbeeld: werkwoord+d


Werkend aan de lastige opgaven, ging de saaie wiskundeles snel voorbij.

Werkend aan de lastige opgaven, vond Ellen de saaie wiskundeles snel voorbij gaan.

Slide 9 - Diapositive

Nog een voorbeeld: te + ww 

Na met het nieuwe koffiezetapparaat drie kopjes te hebben gezet, viel het licht zomaar uit.

Na met het nieuwe koffiezetapparaat drie kopjes koffie te hebben gezet, merkte ik dat het licht zomaar uitviel.

Slide 10 - Diapositive

1. Op onze vakantiebestemming aangekomen, begon het meteen te regenen.
A
Dit is een goede beknopte bijzin
B
Dit is een foute beknopte bijzin

Slide 11 - Quiz

2. Liggend in zijn hangmat, las Johan het dagblad.
A
Deze beknopte bijzin is goed
B
Deze beknopte bijzin is fout

Slide 12 - Quiz

Verbeteren kan op twee manieren: 
Na geleerd te hebben, was de toets niet moeilijk meer voor de leerlingen. 

Nadat ze hadden geleerd, was de toets niet moeilijk meer voor de leerlingen. 
Na geleerd te hebben, vonden de leerlingen de toets niet moeilijk meer. 

Slide 13 - Diapositive

Verbeter deze zin:
Bij school aangekomen, bleken zijn boeken nog thuis te liggen.

Slide 14 - Question ouverte

NU ZELF
M: opdr. 1, 2 en 4
blz. 244

Slide 15 - Diapositive