foutieve beknopte bijzin

Formuleren
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Formuleren

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Herhalen
  • Uitleg foutieve beknopte bijzin en onjuiste begrenzing
  • Opdrachten maken

Slide 2 - Diapositive

Foutieve samentrekking
  • Wanneer komen samentrekkingen voor?
  • Welke drie voorwaarden zijn er voor een samentrekking?

Doen: Bedenk in tweetallen een zin waarin een foutieve samentrekking voorkomt.

Slide 3 - Diapositive

Formuleren
  • Foutieve beknopte bijzin
  • Onjuiste begrenzing

Slide 4 - Diapositive

Op welke manier kan ik een foutieve beknopte bijzin en onjuiste begrenzing voorkomen?

Slide 5 - Diapositive

Ik heb gehoord, dat Maria een auto heeft gekocht.
a. hoofdzin, hoofdzin
b. bijzin, hoofdzin
c. hoofdzin, bijzin
d. bijzin, bijzin

Slide 6 - Diapositive

Hoofdzin of bijzin?
Een zin kan enkelvoudig (één persoonsvorm) of samengesteld (meerdere persoonsvormen) zijn.  Als een zin samengesteld is, kan deze bestaan uit twee hoofdzinnen of een hoofdzin en een bijzin.


Slide 7 - Diapositive

Hoe herken je een hoofdzin? De pv en het ow staan naast elkaar.

Hoe herken je een bijzin? Je kunt nog iets tussen het ow en de pv zetten.

Voorbeeld: Als ik nieuwe schoenen koop (bz), wil ik ze meteen aan (hz).

Slide 8 - Diapositive

(Foutieve) beknopte bijzin
Bij een beknopte bijzin ontbreken de persoonsvorm en het onderwerp. Er is wel een verzwegen onderwerp. Dat is eigenlijk een onderwerp dat niet genoemd wordt. Het verzwegen onderwerp moet hetzelfde zijn als het onderwerp van de hoofdzin, anders klopt de zin niet.

1. Wachtend op de bus, hielden ze elkaars hand vast. GOED

2. Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder. FOUT

Als een beknopte bijzin niet klopt (omdat het ow in de hoofd- en bijzin niet hetzelfde zijn), is er sprake van een foutieve beknopte bijzin.

Slide 9 - Diapositive

3 soorten
1.   Met een voltooid deelwoord:
Eindelijk in Bethlehem gearriveerd, bleken alle herbergen vol te zijn

Eindelijk in bethlehem gearriveerd, zagen de reizigers dat alle herbergen vol waren.
 

Slide 10 - Diapositive

2.   Met een onvoltooid deelwoord

Werkend aan de lastige opgaven, ging de saaie wiskundeles snel voorbij.

Werkend aan de lastige opgaven, vond Ellen de saaie wiskundeles snel voorbij gaan.

Slide 11 - Diapositive

3. Met te + hele werkwoord

Het licht viel zomaar uit, na met het nieuwe koffiezetapparaat drie kopjes te hebben gezet.

Na met het nieuwe koffiezetapparaat drie kopjes koffie te hebben gezet, merkte ik dat het licht zomaar uitviel.

Slide 12 - Diapositive

Goed of fout?
1. Op onze vakantiebestemming aangekomen, vielen de mussen van het dak.

2. Liggend in zijn hangmat, las Johan het dagblad.

3. Bij school aangekomen, bleken zijn boeken nog thuis te liggen.

Slide 13 - Diapositive

Onjuiste begrenzing
Het begrenzen van zinnen kan op twee manieren verkeerd gaan:

1.   Soms staat een zinsdeel los dat eigenlijk deel uitmaakt van een grotere, samengestelde zin

 2.   Soms worden twee zelfstandige zinnen ten onrechte aan elkaar geplakt

Slide 14 - Diapositive

Voorbeelden
Ik sta in de file. Waardoor ik waarschijnlijk niet op tijd kom.

Nederlandse studenten kunnen steeds gemakkelijker geld lenen bij DUO en particuliere banken, daardoor raken ze echter steeds vaker diep in de schulden, dat kan in hun latere leven tot problemen leiden.

Slide 15 - Diapositive

Opdrachten maken
- Opdracht 15-18 maken (blz. 145-147)
- Zacht overleggen
- Klaar = Nakijken, daarna oefenen op Cambiumnet.nl

Slide 16 - Diapositive

Op welke manier kan ik een foutieve beknopte bijzin en onjuiste begrenzing voorkomen?

Slide 17 - Diapositive