5.2: Europa wordt christelijk (2)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

5.2: Europa wordt christelijk

Deze les:

• terugblik vorige les
• herhaling betrouwbaarheid van bronnen --> Kahoot
• Herhaling vorige les --> controleopdrachten
• vervolg paragraaf 5.2: leven in een klooster
• aan de slag met opdrachten.

Aan het einde van deze les:

... Hoe goed je de vaardigheid betrouwbaarheid van bronnen beheerst.

...kun je uitleggen hoe Europa christelijk werd.

... kun je uitleggen wat de begrippen: missionarissen, monniken, klooster en abt betekenen. 

... kun je de vijf taken van een klooster noemen.

... heb je geoefend met gebeurtenissen in de juiste volgorde te zetten.

Vorige les:

Begrippen:

Missionarissen: iemand met de opdracht 

(missie) om het christendom te verspreiden

Heidenen: iemand waarvan wordt gezegd dat hij niet het goede geloof heeft.

Betrouwbaarheid van bronnen

1. Wanneer is de bron gemaakt?

2. Hoe is de maker van de bron aan zijn informatie gekomen?

3. Wat is de bedoeling van de maker van de bron?

Testen in kahoot:

• Je gewone naam invullen (geen rare toetstanden, dan stoppen we direct)
• Lees eerst de bron door beantwoord voor jezelf de vragen en geef dan pas antwoord. Je hebt tijd genoeg om antwoord te geven.

Controle opdrachten paragraaf 5.2

Maak zelf de volgende vragen en werk de les in lessonUp daarna verder door.

Welk politiek motief hadden Friezen en Saksen om zich te verzetten tegen de missionarissen?

Missionarissen probeerden eerst vorsten te bekeren. Leg uit waarom?

1.

2.

3.

4.

5.

6.

Willibrord wordt benoemd tot aartsbisschop.

De Frankische vorst Pepijn verovert Midden-Nederland

Engelse geestelijken onder leiding van Willibrord beginnen met missietochten in Midden-Nederland.

De Franken bekeren zich tot het christendom.

De Frankische vorst Pepijn geeft Willibrord toestemming voor zijn missiewerk in Midden-Nederland.

Missionarissen beginnen missiewerk in het Frankische rijk.

Vervolg paragraaf 5.2: 

lees de volgende dia's in de gedeelde les goed door en maak aantekeningen.

Je leven in dienst van God

• Leven als kluizenaar
• Binnen de muren van het klooster als monnik of non.

leven in een klooster:

• leven afgescheiden van de samenleving.
• mogen geen bezit hebben
• gehoorzamen aan de abt: het hoofd van het klooster
• monniken en nonnen.

leven in het klooster:

Taken in het klooster:

1. onderdak bieden aan reizigers

2. verplegen van zieken

3. overschrijven van boeken

4. Werken in de kloostertuin

5. kinderen lesgeven

rijkdom van kloosters:

Monniken en nonnen mochten zelf geen bezittingen hebben. Kloosters worden wel heel rijk door grote stukken grond die in leen zijn gegeven of geschonken zijn aan het klooster.

Aan de slag:

• Lees de laatste blokjes theorie en maak opdracht: 10, 11 en 13.
• klaar? Bekijk dan het filmpje op de laatste dia van deze les.