5.2: Europa wordt christelijk (2)

5.2: Europa wordt christelijk
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

5.2: Europa wordt christelijk

Slide 1 - Diapositive

Deze les:
  • Herhaling vorige les
  • Bespreken opdrachten van de methode
  • vervolg paragraaf 5.2: leven in een klooster
  • aan de slag met opdrachten.

Slide 2 - Diapositive

Aan het einde van deze les:
... kun je uitleggen hoe Europa christelijk werd.
... kun je uitleggen wat de begrippen: missionarissen, monniken, klooster en abt betekenen. 
... kun je de vijf taken van een klooster noemen.
... heb je geoefend met gebeurtenissen in de juiste volgorde te zetten.
... heb je geoefend met de vaardigheid: Betrouwbaarheid van bronnen.

Slide 3 - Diapositive

Vorige les:

Slide 4 - Diapositive

Begrippen:
Missionarissen: iemand met de opdracht 
(missie) om het christendom te verspreiden

Heidenen: iemand waarvan wordt gezegd dat hij niet het goede geloof heeft.

Slide 5 - Diapositive

Bespreken opdrachten:

Slide 6 - Diapositive

Welk politiek motief hadden Friezen en Saksen om zich te verzetten tegen de missionarissen?

Slide 7 - Question ouverte

Missionarissen probeerden eerst vorsten te bekeren. Leg uit waarom?

Slide 8 - Question ouverte

1.
2.
3.
4.
5.
6.
Willibrord wordt benoemd tot aartsbisschop.
De Frankische vorst Pepijn verovert Midden-Nederland
Engelse geestelijken onder leiding van Willibrord beginnen met missietochten in Midden-Nederland.
De Franken bekeren zich tot het christendom.
De Frankische vorst Pepijn geeft Willibrord toestemming voor zijn missiewerk in Midden-Nederland.
Missionarissen beginnen missiewerk in het Frankische rijk.

Slide 9 - Question de remorquage

1.
2.
3.
Het christendom was in 1000 in bijna heel Europa verspreid.
De Vikingen stopten met hun plundertochten.
Mensen gingen moord en diefstal zien als zonde.

Slide 10 - Question de remorquage

Betrouwbaar?
1. Wanneer is de bron gemaakt? 

2. Hoe is de maker van de bron aan zijn informatie gekomen? 

3. Wat is de bedoeling van de maker van de bron?  

Slide 11 - Diapositive

Vervolg paragraaf 4.2: 

Slide 12 - Diapositive

Je leven in dienst van God
  • Leven als kluizenaar
  • Binnen de muren van het klooster als monnik of non.

Slide 13 - Diapositive

leven in een klooster:
  • leven afgescheiden van de samenleving.
  • mogen geen bezit hebben
  • gehoorzamen aan de abt: het hoofd van het klooster
  • monniken en nonnen.



Slide 14 - Diapositive

leven in het klooster:

Slide 15 - Diapositive

Taken in het klooster:

Slide 16 - Diapositive

1. onderdak bieden aan reizigers

Slide 17 - Diapositive

2. verplegen van zieken

Slide 18 - Diapositive

3. overschrijven van boeken

Slide 19 - Diapositive

4. Werken in de kloostertuin

Slide 20 - Diapositive

5. kinderen lesgeven

Slide 21 - Diapositive

rijkdom van kloosters:
Monniken en nonnen mochten zelf geen bezittingen hebben. Kloosters worden wel heel rijk door grote stukken grond die in leen zijn gegeven of geschonken zijn aan het klooster.

Slide 22 - Diapositive

Aan de slag:
  • maak de laatste opdrachten van deze paragraaf.
  • klaar? Bekijk dan het filmpje op de laatste dia van deze les.
  • Controleer of je de stof van de paragraaf goed begrepen hebt door de leerdoelen van deze paragraaf uit te werken.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo