Quiz Hart en bloedvaten

Hart en Vaatstelsel 24-10-24
13.00 - 13.10 inloop, welkom en concretiseren opdracht
13.10 - 13.40 Quiz
13.40 - 13.50 Break
13.50 - 14.10 Pitch, poster hartfalen campagne. 
14.10 - 14.25 afronding, inventariseren buffer week 
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hart en Vaatstelsel 24-10-24
13.00 - 13.10 inloop, welkom en concretiseren opdracht
13.10 - 13.40 Quiz
13.40 - 13.50 Break
13.50 - 14.10 Pitch, poster hartfalen campagne. 
14.10 - 14.25 afronding, inventariseren buffer week 

Slide 1 - Diapositive

Wat en Waarom
Vandaag gaan we aan de slag met de herhaling van afgelopen lessen.
Kracht in herhaling.
Deskundigheidsbevordering door middel van kennis testen.

Slide 2 - Diapositive

Anatomie van het Hart
AP
infarct
Hartfalen
Astma cardiale.

Slide 3 - Diapositive

Hoe?

Slide 4 - Diapositive

Hoe noemen we de grootste lichaamsslagader?
A
longslagader
B
aorta
C
holle ader
D
longader

Slide 5 - Quiz



1 en 2

A
1: Aorta 2: longslagader
B
1: Aorta 2: longader
C
1: Ader 2: longslagader
D
1: Slagader 2: longader

Slide 6 - Quiz

Wat is de Latijnse benaming van hartfalen

Slide 7 - Question ouverte


Wat is er bijzonder aan de longader?
A
De bloeddruk is er hoog
B
Hij loopt van het hart af
C
Hij bevat zuurstofrijk bloed
D
Hij heeft een gespierde wand

Slide 8 - Quiz

Waar liggen de kransslagaders?
A
In je hoofd
B
In je longen
C
In je hart
D
In je benen

Slide 9 - Quiz


De kleppen zonder nummer gaan open als de kamers samentrekken
A
ja
B
nee
C
nee, ze staan altijd open
D
nee ze zijn nooit open

Slide 10 - Quiz


De kleppen zonder nummer voorkomen dat er bloed terug stroomt naar de boezems
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz


3 en 4
A
3: onderste holle aders 4: longaders
B
3: bovenste holle aders 4: longslagaders
C
3: onderste holle aders 4: longslagaders
D
3: bovenste holle aders 4: longaders

Slide 12 - Quiz


5 en 6
A
5: rechter boezem 6: kransaders
B
5: rechter kamer 6: kransslagaders
C
5: linker kamer 6: kransaders
D
5: linker boezem 6: kransslagaders

Slide 13 - Quiz


De wanden van het hart
A
zijn overal even dik
B
zijn bij de linkerkamer dikker dan de rechterkamer
C
zijn bij de rechterkamer dikker dan bij de linkerkamer
D
zijn bij de boezems dikker dan bij de kamers

Slide 14 - Quiz

Wat is de functie van het hart?
A
Alle organen voorzien van zuurstof
B
Alle organen voorzien van zuurstof en voedingsstoffen
C
Alle organen voorzien van voedingsstoffen
D
liefde

Slide 15 - Quiz

Wat zijn de belangrijkste symptomen van hartfalen?

Slide 16 - Question ouverte

Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechter-
boezem
Rechter-kamer
Linker-
boezem
Linker-kamer

Slide 17 - Question de remorquage

Waarmee wordt de rechter- en linker helft van het hart gescheiden?
A
hartkleppen
B
kleppen
C
harttussenwand
D
daar zit niets

Slide 18 - Quiz

Een bloedvat loopt van het hart weg. Dit is een...
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat
D
Dit kan alle soorten bloedvaten zijn

Slide 19 - Quiz

dikke spierwand
rechter kamer
aorta
linker
boezem
rechter
boezem
tussen
schot

Slide 20 - Question de remorquage

Wat is de volgorde van de
grote bloedsomloop?
A
Rechter kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, linker boezem
B
Rechter kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, linker boezem
C
Linker kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, rechter boezem
D
Linker kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, rechter boezem

Slide 21 - Quiz

Leg het verschil uit tussen en hartinfarct en hartstilstand.

Slide 22 - Question ouverte

De hartkleppen zorgen
ervoor dat bloed
A
sneller stroomt
B
niet terugstroomt in de boezems
C
niet terugstroomt in de kamers
D
langzamer stroomt

Slide 23 - Quiz

hartkleppen tussen linker-boezem en kamer
hartkleppen tussen de rechter-boezem en kamer
halvemaanvormige kleppen
naar longslagader
halvemaanvormigekleppen
naar de aorta

Slide 24 - Question de remorquage


Welke stelling is NIET goed?
A
Je longader is zuurstofrijk en je longslagader is zuurstofarm
B
De linkerkamer pompt bloed in je aorta
C
De onderste en bovenste holle ader komen uit in de linkerkamer
D
De halvemaanvormige kleppen en je hartkleppen zorgen ervoor dat je bloed niet terugstroomt

Slide 25 - Quiz

Kijk naar het hart.
Welk harthelft
is rood gekleurd?
A
linkerhelft
B
rechterhelft

Slide 26 - Quiz

In de afbeelding zie je het hart. Welk nummer is de rechter hartkamer?
A
1
B
2
C
10
D
9

Slide 27 - Quiz

het rondje hart - longen - hart hoort bij
A
kleine bloedsomloop
B
grote bloedsomloop

Slide 28 - Quiz

Hoeveel boezems heeft het hart?
A
1
B
4
C
3
D
2

Slide 29 - Quiz

astma cardiale is een zeer acute situatie binnen hartfalen
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz

In welk gedeelte van het hart is de wand het dikst?
A
Linkerboezem
B
Linkerkamer
C
Rechterboezem
D
Rechterkamer

Slide 31 - Quiz

Eén helft van het hart is zuurstofarm, de andere helft is zuurstofrijk.

A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quiz

Wat zijn de belangrijkste medicijnen die je geeft als een patiënt in een astma cardiale schiet?

Slide 33 - Question ouverte