Via vooraf thema 3 uitdrukkingen en spreekwoorden

Spreekwoorden en uitdrukkingen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Spreekwoorden en uitdrukkingen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
Je kent 10 spreekwoorden en uitdrukkingen die met het thema natuur te maken hebben.

Je kent de betekenis van 10 spreekwoorden en uitdrukkingen die met het thema natuur te maken hebben.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Nederlandse uitdrukkingen en spreekwoorden hebben vaak te maken met water, de zee en het weer.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Niet in zeven sloten tegelijk lopen.

Slide 4 - Diapositive

geen domme dingen doen
Het Spaans benauwd krijgen.

Slide 5 - Diapositive

bang worden
Voor dag en dauw.

Slide 6 - Diapositive

Heel vroeg in de ochtend.
Er is geen vuiltje aan de lucht.

Slide 7 - Diapositive

Er is helemaal niets aan de hand.
Je als een vis in het water voelen.

Slide 8 - Diapositive


Je ergens helemaal goed bij voelen.
Ergens de vruchten van plukken



.

Slide 9 - Diapositive

ergens voordeel van hebben
Een bezige bij.

Slide 10 - Diapositive


Iemand die altijd druk bezig i
Het beestje bij de naam noemen.

Slide 11 - Diapositive

Zeggen wat je ergens van vind
Lachen als een boer met kiespijn.

Slide 12 - Diapositive


Lachen zonder dat het grappig is.
Nu komt de aap uit de mouw.

Slide 13 - Diapositive


Nu wordt het duidelijk wat de waarheid is.
Zo arm als een kerkmuis / kerkrat ?

A
heel erg rijk, maar het tegendeel beweren heel erg rijk, maar het tegendeel beweren
B
oneerlijk zijn tegenover de belasting
C
straatarm, heel erg arm
D
vaak naar de kerk gaan, gelovig zijn

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zo hard als een spijker ?
A
eigenlijk heel zacht
B
geen pijn kennen
C
iemand die slecht uit zijn woorden komt
D
heel hard (letterlijk en figuurlijk)

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zo ziek als een hond ?
Betekent:
A
net doen alsof je ziek bent
B
je inbeelden dat je ziek bent, maar je bent gezond
C
een slechte conditie hebben, gauw moe zijn
D
heel ziek; doodziek op bed liggen

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zo vrij als een vogeltje in de lucht ?
Betekent:
A
niet gebonden zijn aan iets of iemand
B
over een vliegtuig: alle bestemmingen kunnen bereiken
C
een goede conditie hebben
D
veel voor andere mensen over hebben

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions