Les 2 Via vooraf thema 3 uitdrukkingen en spreekwoorden

Spreekwoorden en uitdrukkingen
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Spreekwoorden en uitdrukkingen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
Je kent 10 spreekwoorden en uitdrukkingen die met het thema natuur te maken hebben.

Je kent de betekenis van 10 spreekwoorden en uitdrukkingen die met het thema natuur te maken hebben.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Nederlandse uitdrukkingen en spreekwoorden hebben vaak te maken met water, de zee en het weer.

Waarom is dat?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Niet in zeven sloten tegelijk lopen.

Slide 4 - Diapositive

geen domme dingen doen
Niet in zeven sloten tegelijk lopen.
Geen domme dingen doen

Slide 5 - Diapositive

geen domme dingen doen
Het Spaans benauwd krijgen.

Slide 6 - Diapositive

bang worden
Het Spaans benauwd krijgen.
Bang worden

Slide 7 - Diapositive

bang worden
Voor dag en dauw.

Slide 8 - Diapositive

Heel vroeg in de ochtend.
Voor dag en dauw.
Heel vroeg in de ochtend

Slide 9 - Diapositive

Heel vroeg in de ochtend.
Er is geen vuiltje aan de lucht.

Slide 10 - Diapositive

Er is helemaal niets aan de hand.
Er is geen vuiltje aan de lucht.
Er is helemaal niets aan de hand

Slide 11 - Diapositive

Er is helemaal niets aan de hand.
Je als een vis in het water voelen.

Slide 12 - Diapositive


Je ergens helemaal goed bij voelen.
Je als een vis in het water voelen.
Je ergens helemaal goed bij voelen

Slide 13 - Diapositive


Je ergens helemaal goed bij voelen.
Ergens de vruchten van plukken



.

Slide 14 - Diapositive

ergens voordeel van hebben
Ergens de vruchten van plukken
Ergens voordeel van hebben


.

Slide 15 - Diapositive

ergens voordeel van hebben
Een bezige bij.

Slide 16 - Diapositive


Iemand die altijd druk bezig i
Een bezige bij.
Iemand die altijd hard bezig is

Slide 17 - Diapositive


Iemand die altijd druk bezig i
Het beestje bij de naam noemen.

Slide 18 - Diapositive

Zeggen wat je ergens van vind
Het beestje bij de naam noemen.
Zeggen wat je ergens echt van vindt

Slide 19 - Diapositive

Zeggen wat je ergens van vind
Lachen als een boer met kiespijn.

Slide 20 - Diapositive


Lachen zonder dat het grappig is.
Lachen als een boer met kiespijn.
Lachen zonder het grappig te vinden

Slide 21 - Diapositive


Lachen zonder dat het grappig is.
Nu komt de aap uit de mouw.
Nu wordt duidelijk wat de waarheid is

Slide 22 - Diapositive


Nu wordt het duidelijk wat de waarheid is.
Zo arm als een kerkmuis / kerkrat ?

A
heel erg rijk, maar het tegendeel beweren heel erg rijk, maar het tegendeel beweren
B
oneerlijk zijn tegenover de belasting
C
straatarm, heel erg arm
D
vaak naar de kerk gaan, gelovig zijn

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zo hard als een spijker ?
A
eigenlijk heel zacht
B
geen pijn kennen
C
iemand die slecht uit zijn woorden komt
D
heel hard (letterlijk en figuurlijk)

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zo ziek als een hond ?
Betekent:
A
net doen alsof je ziek bent
B
je inbeelden dat je ziek bent, maar je bent gezond
C
een slechte conditie hebben, gauw moe zijn
D
heel ziek; doodziek op bed liggen

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zo vrij als een vogeltje in de lucht ?
Betekent:
A
niet gebonden zijn aan iets of iemand
B
over een vliegtuig: alle bestemmingen kunnen bereiken
C
een goede conditie hebben
D
veel voor andere mensen over hebben

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions