12.1 Eigenschappen doorgeven

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen 12.1
'Eigenschappen doorgeven'
- Je kunt uitleggen hoe eigenschappen overerven en
- Je kunt uitleggen hoe je het uiterlijk van nakomelingen voor een eigenschap kan voorspellen. 

Slide 2 - Diapositive

Herhalen

Slide 3 - Diapositive

Hoeveel chromosomen bevat een ‘normale’ lichaamscel?
A
46 chromosomen
B
44 chromosomen
C
33 chromosomen
D
23 chromosomen

Slide 4 - Quiz

Welke volgorde van 'groot naar klein' klopt?
A
DNA--> gen --> chromosoom
B
Gen --> DNA --> chromosoom
C
Chromosoom --> gen --> DNA
D
DNA --> gen --> chromosoom

Slide 5 - Quiz

Wat is het verschil tussen genotype en fenotype?

Slide 6 - Question ouverte


A
Genotype
B
Fenotype

Slide 7 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
Fenotype = genotype + milieu
B
Milieu = genotype + fenotype
C
Genotype = fenotype + milieu

Slide 8 - Quiz

12.1 'Eigenschappen doorgeven'
Waarom heeft Dennis blauwe ogen?
-Één gen (bv voor oogkleur) bestaat uit meerdere vairanten.
bv 1 allel voor bruin, 1 allel voor blauw.
- In je lichaamscel zitten 23x 2 chromosomen (1 van elke ouder)
bv: 2 allelen voor blauw, of 1 voor bruin, 1 voor blauw, of...

- voor élke eigenschap heb je in je lichaamscellen dus 2 allelen: 1 van je moeder, 1 van je vader.
 

Slide 9 - Diapositive

Hetero- en homozygoot...
Homozygoot: Twee gelijke allelen voor de eigenschap (oogkleur: beiden blauw)
Heterozygoot: Twee verschillende allelen  (bijvoorbeeld blauw/bruin)

Slide 10 - Diapositive

Soorten kruisingen
Dominant-recessief:
Als 1 alles dominant is tov het andere (onderdanige) gen. -> Vb. oogkleur bruin/blauw.

Intermediair- Beide genen even sterk er volgt een tussenweg (Vb. rood/witte worden roze nakomelingen)

Co-dominant- Als beide allelen tot uiting komen Vb. bloedgroep AB

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Hoe noteer je genotypen?
*Dominante allelen geef je aan met een hoofdletter
*Recessieve allelen geef je aan met een kleine letter. 

Tip: Kies áltijd een letter waarbij de hoofdletter niet lijkt op de kleine letter. 

Slide 13 - Diapositive

Hoe noteer je genotypen?
Voor elke eigenschap 2 allelen (want op elk chromosoom - van moeder en van vader- ligt er één)
Daarom: een genotype 'code' bestaat uit 2 letters. 
*BB betekent homozygoot dominant

*Bb betekent heterozygoot
*bb betekent homozygoot recessief

Slide 14 - Diapositive

Taaislijmziekte is een ernstige erfelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een recessief gen (r). Mensen die het dominante gen (R) bezitten, hebben de ziekte niet.
Het onderzoek wijst uit dat de baby geen taaislijmziekte zal krijgen.
Welk genotype of welke genotypen kan de baby hebben?
 

Sleep het vinkje naar het goede antwoord.

alleen rr
alleen Rr
alleen RR
Rr of rr
RR of Rr

Slide 15 - Question de remorquage

Hoe zien de nakomelingen eruit?
Door een kruisingsschema kun je een berekening maken van de uiting van allelen bij nakomelingen

(Kruising = twee ouders die samen nakomelingen krijgen)

Slide 16 - Diapositive

Hoe maak ik een kruisingsschema?

Slide 17 - Diapositive


Bij mensen is het gen voor bruine ogen dominant over het gen van blauwe ogen. De vader van Juul en Jacques heeft blauwe ogen. Moeder heeft bruine ogen. Juul heeft blauwe ogen.

Hoe groot is de kans dat Jacques bruine ogen heeft?
Tip: Maak een kruisingsschema
A
0%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 18 - Quiz

Zijn er nog vragen of opmerkingen?

Slide 19 - Question ouverte

Aan de bak!

Slide 20 - Diapositive