12.1 Eigenschappen doorgeven

12.1 Eigenschappen doorgeven
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

12.1 Eigenschappen doorgeven

Slide 1 - Diapositive

Welkom!
Programma
1. Lezen 12.1 tot  het kopje "hoe noteer je genotypen"
2. Groep maken Lessonup
3. Herhaling 11.4
4. Theorie 12.1 (deel1)
5. Maken 1 t/m 8 

timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen 12.1 (deel 1)
'Eigenschappen doorgeven'
- Je kant uitleggen hoe eigenschappen overerven en

Slide 3 - Diapositive

Herhaling 11.4

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Hoeveel chromosomen bevat een ‘normale’ lichaaamscel?
A
46 chromosomen
B
44 chromosomen
C
33 chromosomen
D
23 chromosomen

Slide 6 - Quiz

Welke volgorde van 'groot naar klein' klopt?
A
DNA--> gen --> chromosoom
B
Gen --> DNA --> chromosoom
C
Chromosoom --> gen --> DNA
D
DNA --> gen --> chromosoom

Slide 7 - Quiz

Wat is het verschil tussen genotype en fenotype?

Slide 8 - Question ouverte

Genotypen/fenotypen,

Genotype: informatie van 2 allelen voor 1 eigenschap.
Dus de info die in je DNA 'staat'

Fenotype: de informatie (of 'kenmerken') die je aan de 'buitenkant' ziet van persoon

Slide 9 - Diapositive

12.1 'Eigenschappen doorgeven'
Waarom heeft Dennis blauwe ogen?
-Één gen (bv voor oogkleur) bestaat uit meerdere vairanten.
bv 1 allel voor bruin, 1 allel voor blauw.
- In je lichaamscel zitten 23x 2 chromosomen (1 van elke ouder)
bv: 2 allelen voor blauw, of 1 voor bruin, 1 voor blauw, of...

- voor élke eigenschap heb je in je lichaamscellen dus 2 allelen: 1 van je moeder, 1 van je vader.
 

Slide 10 - Diapositive

Hetero- en homozygoot...
Homozygoot: als twee allelen voor de eigenschap gelijk aan elkaar zijn (bijvoorbeeld voor oogkleur: beiden blauw)
Heterozygoot: als de twee allelen verschillend zijn (bijvoorbeeld blauw/bruin)

Slide 11 - Diapositive

Homozygoot vs Heterozygoot
Voorbeeld bij het gen haarvorm
  • Homozygoot
  • 2 dezelfde allelen
  • krul - krul

  • Heterozygoot
  • 2 verschillende allelen
  • krul - steil 

Slide 12 - Diapositive

Homozygoot of heterozygoot?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot

Slide 13 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
Fenotype = genotype + milieu
B
Milieu = genotype + fenotype
C
Genotype = fenotype + milieu

Slide 14 - Quiz


A
Genotype
B
Fenotype

Slide 15 - Quiz

Geef alles een locatie!
Homozygoot
Homozygoot
Homozygoot
Heterozygoot
Heterozygoot
Heterozygoot
Dominant
Dominant
Dominant
Recessief
Recessief
Recessief

Slide 16 - Question de remorquage

Slide 17 - Vidéo

Dominant vs Recessief
Dominant:
  • Overheersende allel

Recessief:
  • Onderdrukte allel
Bijvoorbeeld:
  • Bij de oogkleur is het allel bruin dominant over blauw
  • Heb je 1 allel voor bruine ogen en 1 allel voor blauwe ogen dan overheerst het allel voor bruine ogen het allel voor blauwe ogen
  • Je fenotype is dan bruin

Slide 18 - Diapositive

Hoe noemen we de genotypen?
Homozygoot dominant
  • 2 gelijke dominante allelen voor 1 gen/eigenschap

Homozygoot recessief
  • 2 gelijke recessieve allelen voor 1 gen/eigenschap

Heterozygoot
  • 2 verschillende allelen voor 1 gen/eigenschap

Slide 19 - Diapositive

- Het uiterlijk van een organisme noemen we het:
- Alle erfelijke eigenschappen van een organisme noemen we het:
- Dit deel van een chromosoom codeert voor 1 eigenschap:
- De variant van een gen noemen we een:
Genotype
Fenotype
Gen
Allel
Geslachtscellen
Lichaamscellen

Slide 20 - Question de remorquage

Fenotype

Homozygoot

Een "onderdrukt" allel
De allelen voor een bepaalde eigenschap
Twee verschillende allelen voor een bepaalde eigenschap
De waarneembare eigenschap van een organisme
Twee gelijke allelen voor een eigenschap
Recessief allel
Gen
Heterozygoot

Slide 21 - Question de remorquage

Terugblik
Een man heeft bruin haar en een vrouw blond haar. De man is ....................... wat betekent dat hij twee verschillende ....................... voor het gen voor haarkleur heeft. Hieruit kan je afleiden dat bruin haar ....................... is. De vrouw moet dan wel ....................... zijn. Het gen voor blond haar is dan ....................... De vrouw besluit haar haar rood te verven. Hiermee verandert ze wel haar ......................... maar niet haar .......................
allelen
dominant
fenotype
genotype
heterozygoot
homozygoot
recessief

Slide 22 - Question de remorquage

Zijn er nog vragen of opmerkingen?
Ik hoor ze graag!

Slide 23 - Question ouverte

NU...
Maken opdrachten 1 t/m 8

Slide 24 - Diapositive

12.1 (deel 2)

Slide 25 - Diapositive

Welkom!
Programma
1. Lezen  12. 1 (deel 2) "hoe noteer je genotypen t/m het einde 
2. Nakijken opdr. 1 t/m  8 
4. Theorie 12.1 (deel2)
5. Maken alle opdrachten 12.1

timer
10:00

Slide 26 - Diapositive

Hoe noteer je genotypen?
Om genotypen kort en overzichtelijk op te schrijven, gebruiken we letters:
*Dominante allelen geef je aan met een hoofdletter
*Recessieve allelen geef je aan met een kleine letter. 
Tip: Kies áltijd een letter waarbij de hoofdletter niet lijkt op de kleine letter. 

Slide 27 - Diapositive

Hoe noteer je genotypen?
Voor elke eigenschap 2 allelen (want op elk chromosoom - van moeder en van vader- ligt er één)
Daarom: een genotype 'code' bestaat uit 2 letters. 
*BB betekent homozygoot dominant

*Bb betekent heterozygoot
*bb betekent homozygoot recessief

Slide 28 - Diapositive

Taaislijmziekte is een ernstige erfelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een recessief gen (r). Mensen die het dominante gen (R) bezitten, hebben de ziekte niet.
Het onderzoek wijst uit dat de baby geen taaislijmziekte zal krijgen.
Welk genotype of welke genotypen kan de baby hebben?
 

Sleep het vinkje naar het goede antwoord.

alleen rr
alleen Rr
alleen RR
Rr of rr
RR of Rr

Slide 29 - Question de remorquage

Mevrouw Pierik heeft blauwe ogen. Wat kan de code van haar genotype wat betreft 'oogkleur' zijn? (Tip: gebruik niet de letter 'O' - die verschilt namelijk niet van hoofd-of kleine letter!)

Slide 30 - Question ouverte

Hoe zien de nakomelingen eruit?
Je kunt aan de hand van het genotype van ouders, een voorspelling doen over het genotype van de nakomelingen.
Hiervoor gebruik je een kruisingsschema

(Kruising = twee ouders die samen nakomelingen krijgen)

Slide 31 - Diapositive

Hoe maak ik een kruisingsschema?

Slide 32 - Diapositive

Filmpjes! 
https://www.youtube.com/watch?v=1LDuwM8uwTU 7.30 min. 'Erfelijkheid - Kruisingsschema's'.
https://www.youtube.com/watch?v=CxfVnuSVUAI 6 min. uitwerking van een opdracht over Cavia's. (Handig in KWT-uur!)

Slide 33 - Diapositive


Bij mensen is het gen voor bruine ogen dominant over het gen van blauwe ogen. De vader van Juul en Jacques heeft blauwe ogen. Moeder heeft bruine ogen. Juul heeft blauwe ogen.

Hoe groot is de kans dat Jacques bruine ogen heeft?
Tip: Maak een kruisingsschema
A
0%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 34 - Quiz

Weektaak
= 12.1 lezen/maken.

Aanbeveling: Maak ook een begrippenlijst van 12.1. 

Slide 35 - Diapositive