Oefenen toets Nederlands hoofdstuk 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

 H. 1 Voorbereiding toets H.1  klas 1

In deze les: 

Leren voor de toets Nederlands 

donderdag 8 oktober 

Toets Nederlands hoofdstuk 1 

Hoe ga je dit goed voorbereiden?

Welke theorie moet je leren? 

Hoe kun je het beste leren? 

Hoe kun je extra oefenen (als je dat wilt)? 

Dat gaan we nu bespreken

Hoe ga je te werk

• Ga naar blz 12 en markeer de belangrijkste woorden en zinnen bij de theorie (de tekst in het groende blokje). 

• Doe hetzelfde bij blz 18, 24, 28, 30 en 32 

• Je hebt nu de belangrijkste theorie onderdelen gemarkeerd. (lees vanaf nu elke dag de gemarkeerde woorden en zinnen tot de toets). 

DOELEN Toets H.1

Lezen

- je kunt het onderwerp van een korte tekst vinden (herhaling); 1F

Woordenschat

- je kunt de betekenis van een onbekend woord raden met hulp van een synoniemen 1F

- je kent de betekenis van alle woorden uit de paragraaf

Taalverzorging 

- je kunt werkwoorden herkennen 1F

- je kunt  opzoeken of het een de - en het- woord is 1F

- je kunt de woorden deze, die, dit en dat op de juiste manier gebruiken 2F

- je kunt hoofdletters, punten, vraagtekens en uitroeptekens gebruiken 1F

- je kunt woorden met ou en au goed spellen  2F

Doel Lezen

• Je weet wat het onderwerp van een tekst is.
  
• Je weet hoe je het onderwerp van een tekst kunt vinden. 
• Je weet hoe je het onderwerp van een tekst kunt opschrijven.
  

Hoe vind je het onderwerp van een tekst?
(waar kijk je naar?)

Hoe heet het woord of de zin die boven een tekst staat?

1. alinea
2. jeugdjournaal
3. afbeeldingen
4. titel

De tekst die boven een deel van de tekst staat noem je

1. alinea
2. tussenzin
3. tussenkopje
4. jeugdjournaal

Wat staat op het plaatje bij tekst 1?

Wat is de titel van tekst 1?

Waar denk je dat tekst 1 over zal gaan?

Dit was het onderdeel "lezen"

Maak een aantekening (notitie, schrijf op) als je hier nog moeite mee hebt. 

DOELEN

-  je kunt de betekenis van een onbekend woord raden met hulp van een synoniemen 

- je kent de betekenis van alle woorden uit de paragraaf

woordenschat 

Het synoniem van 'absent'

1. aanwezig
2. afwezig
3. aandachtig
4. Pikachu

Een synoniem vinden

Typ het synoniem van het onderstreepte woord. Het synoniem staat in de zin ervoor of erna.

Eva kan dierengeluiden imiteren. Ze kan bijvoorbeeld heel goed een kip nadoen.

De docent vraagt wie er absent is, maar er is niemand afwezig.

Een synoniem van vermoedelijk is

(Vermoedelijk valt morgen het eerste lesuur uit.)

1. vermoeid
2. waarschijnlijk
3. moedig
4. moederlijk

Typ de goede vorm:

De geluidsinstallatie van mijn broer ... niet meer sinds de blikseminslag

1. functioneren
2. functies
3. functioneert
4. functioneert

Maak een zin waarin de volgende woorden voorkomen:
dringend, fiets

Dit was het onderdeel "woordenschat"

Maak een aantekening (notitie, schrijf op) als je hier nog moeite mee hebt. 

DOELEN Taalverzorging

- je kunt werkwoorden herkennen 

- je kunt opzoeken of het een de - en het- woord is 

- je kunt de woorden deze, die, dit en dat op de juiste manier gebruiken

- je kunt hoofdletters, punten, vraagtekens en uitroeptekens gebruiken 

- je kunt woorden met ou en au goed spellen 

Waar of niet waar:

Een werkwoord zegt wat iets of iemand doet.

1. waar
2. niet waar

Waar of niet waar:

In een zin staat altijd een werkwoord

1. waar
2. niet waar

Waar of niet waar:

deuren is een werkwoord

1. waar
2. niet waar

Waar of niet waar:
Een werkwoord kan verschillende vormen hebben

1. waar
2. niet waar

voorbeelden van werkwoorden

Waar kun je opzoeken of een woord een de- of een het-woord is?

de of het?

Tijdens .... interview viel het geluid weg

1. de
2. het

de of het?

Ik ben .... de sleutel van mijn fiets kwijtgeraakt.

1. de
2. het

de of het?

Abdi kwam te laat voor ... presentatie van zijn vriend.

1. de
2. het

Welk leesteken hoort aan het eind van de zin?

Zullen we morgen naar de bioscoop gaan

1. .
2. !
3. ?
4. ,

Welk leesteken hoort aan het einde van de zin?

Dat was een fantastisch doelpunt

1. .
2. !
3. ?
4. ,

Welk leesteken hoort aan het eind van de zin?

Ik heb mijn pincode voor de derde keer fout ingetypt.

1. .
2. !
3. ?
4. ,

Welke woorden schrijf je met ou?
kabelj..w,
vr..welijk,
s..s,
bl..w

Dit was het onderdeel "taalverzorging"

Maak een aantekening (notitie, schrijf op) als je hier nog moeite mee hebt. 

Ga naar Somtoday

• Klik in je account op leermiddelen 
• Klik daarna op Nieuw Nederlands 
• Je ziet nu het volgende menu (kijk op de volgende dia) 

Klik op het knopje theorieoverzicht 

Extra oefenen 

• Misschien wil je een onderdeel extra oefenen. 

• Dit kan ook online 

• Ga weer naar Nieuwe Nederlands online via Somtoday 

Klik op het knopje trainen.

Je kan nu zelf kiezen welk onderdeel je extra wil oefenen.

Hoofdstuktoets H. 1 

donderdag 8 oktever

• Leer de theorie uit je boek
• Kijk nog een keer naar de uitlegfilmpjes 
• Oefen nog een keer online de leerstof die je moeilijk vindt. 
• Veel succes!