Vul de volgende vragen in. Let op: soms moet je het lidwoord (de of het) erbij zetten. Als je dat vergeet, krijg je geen punt. Let ook op voor spelfoutjes!
Wie worden de winnaars van deze quiz? :-)
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1
Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 25 min
Éléments de cette leçon
Klas 1f - 1.5 en 2.5
Vul de volgende vragen in. Let op: soms moet je het lidwoord (de of het) erbij zetten. Als je dat vergeet, krijg je geen punt. Let ook op voor spelfoutjes!
Wie worden de winnaars van deze quiz? :-)
Slide 1 - Diapositive
Welk werkwoord heb je geleerd voor 'eten of drinken'?
Slide 2 - Question ouverte
'Waar iets of iemand vandaan komt' (lidwoord + zelfstandig naamwoord)
Slide 3 - Question ouverte
Welk bijvoeglijk naamwoord heb je geleerd voor 'heel erg druk en rommelig'?
Slide 4 - Question ouverte
'Het geneesmiddel, de oplossing' (lidwoord + zelfstandig naamwoord)
Slide 5 - Question ouverte
Welk bijvoeglijk naamwoord heb je geleerd voor 'zonder risico's, gezond, duurzaam'?
Slide 6 - Question ouverte
Welk bijvoeglijk naamwoord heb je geleerd voor 'verleidelijk, aanlokkelijk'?
Slide 7 - Question ouverte
Welk werkwoord heb je geleerd voor 'afzonderen, afsluiten van de omgeving'?
Slide 8 - Question ouverte
Welk bijvoeglijk naamwoord heb je geleerd voor 'niet van iemand overgenomen, erg bijzonder'?
Slide 9 - Question ouverte
Hoe heten woorden die hetzelfde of bijna hetzelfde betekenen?
A
samenstellingen
B
antoniemen
C
synoniemen
D
definities
Slide 10 - Quiz
Als er in een tekst een synoniem van een woord staat, is er soms ook een signaalwoord of een leesteken.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quiz
Als er in een tekst een synoniem van een woord staat, staat er nooit een dubbele punt bij.
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quiz
Als er in een tekst een synoniem van een woord staat, staan er soms haakjes bij. (...)
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quiz
Wat is het synoniem van het woord tussen streepjes? "Mijn moeder is vaak aan het ---bellen--- met haar vader. Dat is mijn opa. Hij zou het liefst wel elke dag met haar willen telefoneren, omdat hij dat gezellig vindt."
Slide 14 - Question ouverte
Wat is het synoniem van het woord tussen streepjes? "Zouden jullie de zin even willen ---opschrijven---? Als je klaar bent met het noteren van de zin, mag je aan de opdracht beginnen."
Slide 15 - Question ouverte
'Hindernis, iets dat je in de weg zit, belemmert' (lidwoord + zelfstandig naamwoord)
Slide 16 - Question ouverte
Welk werkwoord hebben we geleerd voor 'kiezen'?
Slide 17 - Question ouverte
'Manier om je doel te bereiken, tactiek' (lidwoord + zelfstandig naamwoord)
Slide 18 - Question ouverte
Welk werkwoord betekent 'twijfelen'?
Slide 19 - Question ouverte
Welk bijvoeglijk naamwoord betekent 'steeds weer, voortdurend, zonder pauze'?