Het register

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Welk register gebruikte Tom?
A
standaardtaal
B
tussentaal
C
dialect

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Vidéo

Welk register gebruikte Tom op het einde?
A
standaardtaal
B
tussentaal
C
dialect

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Diapositive

Overdrijft minister Bourgeois of heeft hij gelijk?
Hij heeft gelijk! Op VRT moet standaardtaal gesproken worden.
Hij overdrijft. Tussentaal kan wel op VRT.

Slide 8 - Sondage

Geef een grondige reden voor jouw standpunt.

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

"De taalvereiste voor onze presentatoren is en blijft het Standaardnederlands. Tussentaal toelaten, laat staan promoten, is niet de bedoeling. Er is wel ruimte voor taalvariatie: informele gesprekken klinken nu eenmaal anders dan presentatietaal. 95% van de uitzendingen van VRT verloopt in het Standaardnederlands", laat de VRT weten in een persbericht.

Slide 12 - Diapositive

"Taal is een levend organisme, vandaag spreken we niet meer zoals dertig jaar geleden. In het Taalcharter van VRT laten we ruimte voor die evoluties, maar correct Nederlands blijft het uitgangspunt."

Slide 13 - Diapositive

Wat vind jij van het standpunt van de VRT?
Ik ga akkoord.
Ik ga niet akkoord.

Slide 14 - Sondage

Slide 15 - Vidéo

Wat vind je van de uitspraak van Geertje over tussentaal?
Ik ga akkoord.
Ik ga niet akkoord.

Slide 16 - Sondage

Geef een grondige reden voor jouw standpunt.

Slide 17 - Question ouverte

En wat met het dialect?

Slide 18 - Diapositive

Dialectsprekers zijn lui en slordig.
Akkoord
Niet akkoord

Slide 19 - Sondage

Dialectsprekers zijn lui en slordig.
Dialecten zijn overblijfselen van het Middelnederlands. Heel wat klanken zijn bewaard gebleven.

Bv. 'skool' ipv 'school' in Kortrijk
= komt van het West-Germaanse 'sk' (= 1000 jaar oud)

Slide 20 - Diapositive

Met dialect kun je niet overal komen.
Akkoord
Niet akkoord

Slide 21 - Sondage

Met dialect kun je niet overal komen.
Dialect is niet minderwaardig, maar een standaardtaal is wel breder inzetbaar. 
Formeel vs informeel

Vroeger: dialect is de vijand
Nu: standaardtaal en dialect zijn complementair, afhankelijk van de situatie

Slide 22 - Diapositive

Dialect is uniek en authentiek.
Akkoord
Niet akkoord

Slide 23 - Sondage

Dialect is uniek en authentiek.
Geen van de dialecten is echt uniek, want verspreid over grotere geografische gebieden.
Sommige woorden zijn wel uniek.
Bv. Boesjkameree (schommel) in Mechelen
Bv. Hellekapelle (vlinder) in Poperinge

Slide 24 - Diapositive

Taal is een belangrijk onderdeel van cultuur.

Slide 25 - Diapositive

Geef een argument om duidelijk te maken of je akkoord bent of niet.

Slide 26 - Question ouverte

Een debat is een discussie met regels waarbij je de jury (en het publiek) wil overtuigen. 
Dat is anders dan: 
- discussie: een gesprek met een meningsverschil waarbij je elkaar probeert te overtuigen
- dialoog: een gesprek tussen 2 personen

Slide 27 - Diapositive

Onder andere in verkiezingstijd wordt er veel gedebatteerd.
Zo bijvoorbeeld Donald Trump tegen Joe Biden . Vooral Trump lijkt moeite te hebben om zich aan debatsregels te houden. Hij kan Biden en de moderator maar niet laten uitpraten.  
Waar wordt gedebatteerd?
Bron fragment: Op1 - NPO - 2020

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo


Vraag: Wie willen politici overtuigen in een verkiezingsdebat op televisie?
A
De politici waartegen ze debatteren
B
Het publiek
C
Mensen die mogen stemmen tijdens de verkiezingen

Slide 30 - Quiz

Welke onderwerpen vind jij interessant om over te debatteren?

Slide 31 - Question ouverte