Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
Uitdrukkingen – figuurlijk
taalgebruik
Slide 1 - Diapositive
DOEL
FIGUURLIJK TAALGEBRUIK
- het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik kennen
- figuurlijk taalgebruik herkennen en begrijpen
- je kunt de betekenis van uitdrukkingen opzoeken in een woordenboek
Slide 2 - Diapositive
In teksten kom je vaak zinnen met figuurlijke betekenis tegen.
Om teksten goed te kunnen begrijpen, is het belangrijk om figuurlijk taalgebruik te herkennen.
Wanneer je zinnen met een figuurlijke betekenis letterlijk opvat, dan is het moeilijk om de tekst te begrijpen.
Slide 3 - Diapositive
LETTERLIJK
- precies zoals het geschreven is, zo wordt het bedoeld
FIGUURLIJK
- bij wijze van spreken
- er wordt iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat
- ookwel beeldspraak genoemd
Slide 4 - Diapositive
Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles
LETTERLIJK
Er kwamen geen kippen naar de gratis tennisles
Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles
FIGUURLIJK
Er kwam helemaal niemand naar de gratis tennisles
Slide 5 - Diapositive
UITDRUKKINGEN
- combinatie van woorden die samen een eigen,
soms figuurlijke, betekenis hebben
- als je niet weet wat een uitdrukking betekent, dan zoek je in het woordenboek naar het eerste belangrijke woord uit de uitdrukking
Slide 6 - Diapositive
Lees de tekst
Dit verhaal zuig ik uit mijn duim.
De twee voetbalvrienden Geer en Ger kunnen meestal heel goed samen door één deur. Ze steunen elkaar door dik en dun.
Ze hebben ruzie als er een van de twee met het verkeerde been uit bed is gestapt. Als hun team een wedstrijd verliest, dan zijn de rapen gaar. Niets is goed en ze maken van een mug een olifant.
Gelukkig gaat dat snel voorbij en is alles weer koek en ei.