(1v) H5 paragraaf 3 deel 1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

• Introductie
  
• Uitleg paragraaf 3 blz. 84/85 samenstelling beroepsbevolking + landbouw + bosbouw
  
• maken opdracht 1 t/m 4 paragraaf 3 blz.: 93
  
• Nabespreken paragraaf 3

Aan het einde van de les kan/weet je:

• de samenstelling van de beroepsbevolking in Indonesië
• waarom de samenstelling veranderd
• de kenmerken van de landbouw, industrie en dienstensector
• de 3 vormen van landbouw

vanaf welke leeftijd hoor je bij de beroepsbevolking in Nederland? en hoeveel huur moet je minimaal werken?

aantekeningen

beroepsbevolking Indonesië

• bestaat uit 122 miljoen mensen
• In Nederland uit 9.3 miljoen mensen
• Indonesië is veranderd van vooral landbouw werk naar diensten en industrie

landbouw

• Oorspronkelijke natuur is door de landbouw veranderd in een cultuurlandschap
• Java: veel rijstbouw 
• tropisch klimaat 
• vruchtbare bodem door veel vulkaanuitbarstingen 
• sawa’s voor irrigatie. stukjes land die water vast kunnen houden

landbouw

•  Sumatra en Kalimantan: veel plantages met 1 soort gewas = monocultuur bijv: 
• koffiestruiken
• cacaobomen
• oliepalmen
• grootste deel is voor de export (verkoop)
  

bosbouw

• Een van de grootste regenwouden ter wereld zijn in Indonesië . maar ook: hoge ontbossingspercentages.
  
• Ontbossing voor:
• soja 
• rundvlees -
• hout -
• palmolie 

arbeidsintensief

• er is veel werk door mensen nodig om iets te maken
• denk aan: scholen, fruit/ groente plukken
• weinig mensen nodig = arbeidsextensief

kapitaalintenstief

• Kapitaalintensief met kapitaalgoederen machines, installaties, gebouwen 
  
• sommige fabrieken draaien bijna alleen op machines, neit mensen
• Mechanisatie: vervangen spierkracht (mens of dier)  door machines. 
• bijv: auto's worden niet meer handmatig in kleur gesporten
• Automatisering: vervangen denkwerk door computers en computerprogramma’s.
  
• bijv. auto's die zelf bedenken hoe je het beste kan rijden

4 soorten landbouw

• Landbouw is het houden van dieren of het verbouwen van gewassen voor menselijk gebruik.

1. Akkerbouw is voor voedselgewassen: rijst, thee, bananen niet-eetbare gewassen: katoen, rubber, jute 
2. Veeteelt: vlees, melk, eieren 
3. (glas/kas)Tuinbouw: groente, fruit, bloemen arbeidsintensiever en kapitaalintensiever dan akkerbouw 
4.   Bosbouw: palmolieplantages, hout voor meubels

In Indonesië werken ... mensen in de landbouw dan in Nederland

1. meer
2. minder

de Nederlandse landbouwsector is vooral...

1. kapitaalintesief
2. arbeidsintensief

welke soort landbouw komt in Nederland het minste voor

1. tuinbouw
2. veeteelt
3. bosbouw
4. akkerbouw

zelfstandig werken

lezen paragraaf 3 samenstelling beroepsbevolking + landbouw + bosbouw

maken opdracht 1 t/m 4 paragraaf 3 H4

gebruik hierbij:

 leerboek blz. 84/85

werkboek blz. 93

filmpje opdracht 4 volgende pagina

stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken