Herhalen woordenschat 4 5 6

Woordenschat
Herhalen hoofdstuk 4, 5, 6








1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Woordenschat
Herhalen hoofdstuk 4, 5, 6








Slide 1 - Diapositive

Volg je de les thuis?
  • camera aan
  • microfoon uit
  • let goed op, je mag een vraag stellen in de chat

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Wat gaan we vandaag doen?
  • herhalen woordenschat H4, 5 en 6 uitleg en vragen tussendoor
  • afsluiten: wat weet je?


Slide 4 - Diapositive

Tegenstellingen 
Je kunt de betekenis van een onbekend woord soms begrijpen doordat er in de tekst een tegenstelling van dat woord staat. 
Voorbeeld:
Toms ouders sliepen in een riante caravan, maar hij lag zelf in een klein tentje.

Let op signaalwoorden: maar, anderzijds, daarentegen, echter, evenwel, hoewel, aan de andere kant.

Slide 5 - Diapositive

Wat is de tegenstelling van prijzig?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is de tegenstelling van mentaal?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is de betekenis van riskant?
A
verzekerd
B
saai
C
ondoordacht
D
gevaarlijk

Slide 8 - Quiz

Wat is de betekenis van spectaculair?
A
bijzonder
B
voorbereid
C
uitnodigend
D
gemiddeld

Slide 9 - Quiz

Een bekend woorddeel zoeken
woorden samengesteld uit twee woorden
sneeuwstorm
 
woorden met een voorvoegsel
onaardig, hergebruiken          on- = niet of zonder, her- = opnieuw
woorden met een achtervoegsel
naamloos, smaakvol       -loos = zonder, -vol = vol van, veel van

Slide 10 - Diapositive

Welke twee samenstellingen kun je maken met de woorden taart, foto, vorm en lijstje?

Slide 11 - Question ouverte

Welke twee samenstellingen kun je maken met de woorden computer, haar, spel en band?

Slide 12 - Question ouverte

Het voorvoegels on- betekent niet of zonder.

Geef bij de volgende woorden aan of het woord niet of zonder betekent.

Slide 13 - Diapositive

onbelangrijk
A
niet
B
zonder

Slide 14 - Quiz

onbegrip
A
niet
B
zonder

Slide 15 - Quiz

onhandig
A
niet
B
zonder

Slide 16 - Quiz

Lees wat deze achtervoegsels betekenen.




Maak van de volgende woorden een nieuw woord met een van de achtervoegsels.


-loos:      zonder
-achtig:  lijkt op, tamelijk veel
-aar:        iemand die het doet

Slide 17 - Diapositive

adem

Slide 18 - Question ouverte

bedelen

Slide 19 - Question ouverte

raadsel

Slide 20 - Question ouverte

Woordenboek
Vind je de betekenis niet met een strategie? Gebruik dan een (online) woordenboek.

Zoek bij:
- het hele werkwoord: bevestigt -> bevestigen, gereserveerd -> reserveren
- het enkelvoud: adviezen -> advies
- de korte vorm: actieve -> actief
- een deel van de samenstelling: verkeersslachtoffer -> slachtoffer

Slide 21 - Diapositive

Wat betekent....
- experiment
- specialiseren
- radicaal
- vrijwel



Wat: zoek de woorden op
Tijd: 5 minuten
Hulp: online woordenboek

Slide 22 - Diapositive

Wat moet je weten?
TegenstellingenJe kunt de betekenis van een onbekend woord soms begrijpen doordat er in de tekst een tegenstelling van dat woord staat. 

Bekend woorddeelSamengestelde woorden, woorden met voor- of achtervoegsel.

Woordenboek - belangrijk: weet waar je zoekt.

Slide 23 - Diapositive