Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 1 min
Éléments de cette leçon
Moeilijke woorden:
Woordbetekenissen vinden
Slide 1 - Diapositive
DOEL
Strategieën gebruiken om achter de betekenis van onbekende woorden te komen.
- synoniemen
- omschrijving
- voorbeeld
- tegenstelling
- bekend woorddeel
Slide 2 - Diapositive
Synoniemen zoeken
Twee verschillende woorden die precies hetzelfde betekenen.
patat - friet
Slide 3 - Diapositive
SYNONIEM
Synoniemen zijn twee of meer verschillende woorden met (ongeveer) dezelfde betekenis.
Soms staat er een synoniem van een onbekend woord in de tekst, je kunt de betekenis van het onbekend woord dan raden.
Slide 4 - Diapositive
SYNONIEM - voorbeelden
zelfstandig - op zichzelf
chaos - puinhoop
neertellen - betalen
uitgave - editie
Slide 5 - Diapositive
Klaas heeft exact hetzelfde boek.
Synoniem voor exact:
A
absoluut
B
precies
C
anders
D
jeans
Slide 6 - Quiz
Ik loop de route in circa een uur.
Synoniem voor circa:
A
precies
B
snel
C
ongeveer
D
kilometers
Slide 7 - Quiz
De leerlingen voeren veel klusjes uit.
Synoniem voor voeren uit:
A
absoluut
B
neertellen
C
verrichten
D
talloze
Slide 8 - Quiz
Omschrijving zoeken
Een omschrijving is een woord of zijn woorden waarmee verteld wordt wat iets is.
Wanneer er in een tekst een omschrijving van een onbekend woord staat, kan de betekenis hieruit afgeleid worden.
Slide 9 - Diapositive
OMSCHRIJVING - voorbeelden
journalist - iemand die informatie verzamelt en openbaar maakt op internet, tv of krant
actualiteit - alles wat op dit moment belangrijk is
Slide 10 - Diapositive
Zorgeloos
Geef een omschrijving
A
met heel veel zorgen
B
met zorgen
C
zorgelijk
D
zonder zorgen
Slide 11 - Quiz
Geef een omschrijving van: BACTERIE
Slide 12 - Question ouverte
Voorbeelden zoeken
Voorbeelden worden in teksten soms gebruikt om onbekende woorden uit te leggen. Je weet dan meteen wat de schrijver bedoelt.
Voorbeelden kunnen voor of na de onbekende woorden worden gebruikt.
Slide 13 - Diapositive
VOORBEELD - voorbeeld
Voorbeelden zijn te herkennen aan woorden als:
bijvoorbeeld, zo is er...., zoals, denk maar aan, neem, zo.
Vandalisme, zoals het vernielen van bushokjes, is een groot probleem in de stad.
Slide 14 - Diapositive
VOORBEELD - voorbeeld
Voorbeelden zijn vaak te herkennen aan
een dubbele punt (:)
Wij houden van buitensporten: varen, wandelen, bergbeklimmen en mountainbiken.
Slide 15 - Diapositive
even oefenen
Waarvan wordt een voorbeeld genoemd?
(dus niet het voorbeeld zelf noemen!)
Slide 16 - Diapositive
Tijdens het concert is opnameapparatuur, zoals camera's en telefoons, verboden.
Slide 17 - Question ouverte
Op nationale feestdagen, zoals Koningsdag en Bevrijdingsdag, hangen veel mensen de vlag uit.
Slide 18 - Question ouverte
Via internet kun je heel wat feestartikelen kopen: feesthoedjes, ballonnen, slingers en confetti.
Slide 19 - Question ouverte
Tegenstellingen zoeken
Tegenstellingen zijn woorden die elkaars tegengestelde zijn. Soms kun je de betekenis van een onbekend woord raden, omdat de tegenstelling van dat woord in de tekst staat.
Woorden als maar, echter, toch en daarentegengeven aan dat er een tegenstelling wordt genoemd.
Slide 20 - Diapositive
TEGENSTELLING - voorbeeld
goedkoop - duur
begrijpelijk - onbegrijpelijk
koud - warm
bang - dapper
Slide 21 - Diapositive
Tegenstelling van "rijk"
Slide 22 - Question ouverte
Het figuur is asymmetrisch. Tegenovergestelde van asymmetrisch:
A
rond
B
aan beide kanten gelijk
C
aan beide kanten ongelijk
D
vierkant
Slide 23 - Quiz
Mijn haar zit aan beide kanten gelijk. Tegenovergestelde voor aan beide kanten gelijk:
A
verkeert in goede staat
B
asymmetrisch
C
eindeloos
D
naar eigen zeggen
Slide 24 - Quiz
Bekend woorddeel zoeken
Soms kun je de betekenis van een onbekend woord begrijpen doordat je al een deel van het woord kent.