Introductie farmacologie

Farmacologie
Introductieles
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Farmacologie
Introductieles

Slide 1 - Diapositive

Waar denk je aan bij het woord farmacologie?

Slide 2 - Carte mentale

Wetenschap die de wisselwerking tussen geneesmiddelen en lichaam onderzoekt met als doel genezing of preventie van aandoeningen

Slide 3 - Diapositive

Hoeveel deelopdrachten heb je bij deze module?

Slide 4 - Question ouverte

Wat houdt de eindopdracht in (in eigen woorden)?

Slide 5 - Question ouverte

Deelopdrachten

Eerst de deelopdrachten uitwerken​
Gebruik de tijd in de les!

Slide 6 - Diapositive

De afronding van deze module
  • Wordt nagekeken door je werkbegeleider en vakdocent

  • 4 cliënten uitwerken ziektebeeld (kort) met medicatie en waarom krijgt hij juist deze (combi van) medicijnen.

  • Koppelen van kennis (theorie) aan praktijk= klinisch redeneren

Slide 7 - Diapositive

Klinisch redeneren
Waarom krijgt de cliënt juist deze medicatie?​
Niet: Omdat hij een ontstoken teen heeft​
Wel: Ontstoken teen, daardoor gebeurt in het lichaam... medicijn x doet...


Slide 8 - Diapositive

Waarom is dit belangrijk? 

Een soortgelijke cliënt krijgt andere medicatie, je kunt niet elkaars medicatie geven!

Denk aan voorgeschiedenis, andere medicatie etc...


Slide 9 - Diapositive

Waar begin je?                        1/2
  • Wat zijn de verschillen tussen indicatie, werking en bijwerking? 

  • Waar zoek je de indicatie, werking en bijwerking op? 

  • Start met de moeilijke woorden in de casus. Wat heeft de zorgvrager precies? Hoe kom je daar achter? 

  • Wat doe je met medicatie die je niet kunt vinden? 

Slide 10 - Diapositive

Waar begin je?                       2/2
  • Ga naar www.farmacotherapeutischkompas.nl EN naar www.apotheek.nl. 

  • Zoek "paracetamol" op op beide websites en bekijk indicaties, werking en bijwerkingen. 

  • Wat zijn de verschillen? 

  • Welke zet je in als verpleegkundige? 

Slide 11 - Diapositive

De eerste deelopdracht
Cardiologie
Klaar voor les 3, kijken we klassikaal na.
De overige deelopdrachten --> feedback medestudent

Zoek nu eerst de moeilijke woorden uit de casuïstiek op en zet in een zin wat er met de persoon aan de hand is. 
Werk daarna de opdracht uit.

Slide 12 - Diapositive

Mogelijkheden...
Waar willen jullie les over?
Bijvoorbeeld:
  • Ontstaan medicatie, proces
  • ECG lezen
  • Ziektebeelden
  • Specifieke medicatie

Niets is ook goed, dan werk je aan de opdrachten in de les.

Slide 13 - Diapositive

Man, ingegroeide teennagel, onderschatting.

Vrouw, ingegroeide teennagel, overschatting.



Medicijn A: geneest ingegroeide teennagel bij mannen.
Medicijn B: Geeft meer zelfvertrouwen.
Medicijn C: Verhelpt bijwerking van medicijn A.
Medicijn X: ​
Geneest ingegroeide teennagel bij vrouwen​
Medicijn Y:
Dempt het zelfvertrouwen​
Medicijn Z:​
Verhelpt bijwerking van medicijn X

Slide 14 - Diapositive