paragraaf 1.2 Drijvende continenten

Lesdoelen
  • Je weet wat er wordt bedoeld met het actualiteitsbeginsel.
  • Je weet welke bewijzen men gebruikt voor de theorie van het bewegen van aardplaten.
  • Je kunt uitleggen hoe het aardmagnetisch veld iets zegt over de ouderdom van gesteente.
  • Je weet op welke manier aardplaten kunnen bewegen.
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Lesdoelen
  • Je weet wat er wordt bedoeld met het actualiteitsbeginsel.
  • Je weet welke bewijzen men gebruikt voor de theorie van het bewegen van aardplaten.
  • Je kunt uitleggen hoe het aardmagnetisch veld iets zegt over de ouderdom van gesteente.
  • Je weet op welke manier aardplaten kunnen bewegen.

Slide 1 - Diapositive

Actualiteitsbeginsel
Uitgangspunt= dat processen zich herhalen gedurende de tijd. 

VB. Wanneer landschapsvormen tegenwoordig ontstaan onder bepaalde omstandigheden, dan gaat men er vanuit dat deze landschapsvormen onder gelijke omstandigheden vroeger ook zijn  ontstaan.

Slide 2 - Diapositive

0

Slide 3 - Vidéo

Continental drift
  • 1928, Alfred Wegener
  • gelijke fossielen  in delen van de wereld die ver uit elkaar liggen.
  • ijskappen in Afrika, India, Australië en Zuid-Amerika. In andere werelddelen een tropisch klimaat.
  • Afrika en Zuid-Amerika passen precies in elkaar (gesteenten en gebergten afgebroken)

Slide 4 - Diapositive

Bewijzen voor bewegen van platen

Slide 5 - Diapositive

Welke continenten zijn duidelijk te herkennen?
Welke platen en plaatbeweging heeft ervoor gezorgd dat Himalaya is ontstaan?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Deze zwerftocht verklaart het voorkomen van bepaalde gelijke aardlagen/fossiele brandstoffen/delfstoffen in delen van de wereld die ver uiteen liggen.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Opgave
Waar heeft de Atlantische oceaan zich het eerst geopend?

Aanwijzing: 
M.b.v. de ouderdom van gesteente kun je dit bepalen.

Slide 11 - Diapositive

Waar liggen de oudste gesteenten t.o.v de breuklijn?
fig 1.13
A
Dichtbij de breuklijn.
B
In het midden van de oceanen.
C
Het verst van de breuklijn , tegen de continenten aan.
D
Bovenin en onderaan.

Slide 12 - Quiz

Waar liggen de jongste gesteenten t.o.v de breuklijn?
fig 1.13
A
Dichtbij de breuklijn
B
In het midden van de oceanen
C
Het verst van de breuklijn , tegen de continenten aan.
D
Bovenin en onderaan

Slide 13 - Quiz

Waar ontbreken de oudste gesteenten?
fig 1.13
A
Ter hoogte van Noord-Amerika
B
Ter hoogte van Afrika
C
Ter hoogte van Noord-Europa.

Slide 14 - Quiz

Platentektoniek en gevolgen

Slide 15 - Diapositive

Waneer ontstaat een Mid-oceanische rug?
A
als twee oceanische platen uit elkaar bewegen
B
Als twee continentale platen naar elkaar toe bewegen
C
Als een oceanische plaat onder een continentale plaat duikt
D
Als twee platen langs elkaar heen bewegen

Slide 16 - Quiz

Wie bedacht voor het eerst de theorie van de platentektoniek?
A
Alfred Wegener
B
Charles Holmes

Slide 17 - Quiz

Wat is een tsunami?
A
Zeer explosieve vulkaan.
B
Puinlawine
C
Vloedgolf als gevolg van aardbeving op de zeebodem.
D
een trog

Slide 18 - Quiz

Hoe heten de stromen in het binnenste van de aarde?
A
Exogene krachten
B
endogene krachten
C
confettistromen
D
Convectiestromen

Slide 19 - Quiz

Welke natuurverschijnselen ontstaan er als een oceanische plaat onder een continentale plaat duikt?
A
vulkaan en een trog
B
vulkaan, aardbeving en trog
C
gebergte , trog en vulkaan
D
Trog, vulkaan, gebergte en aardbeving

Slide 20 - Quiz

De Himalaya is ontstaan doordat...
A
twee oceanische platen botsen
B
doordat twee continentale platen botsen
C
doordat een oceanische plaat en een continentale plaat botsen
D
doordat twee oceanische platen uit elkaar bewegen.

Slide 21 - Quiz

Als twee platen langs elkaar bewegen, dan ontstaat er alleen een....
A
gebergte
B
vulkaan
C
trog
D
aardbeving

Slide 22 - Quiz