Week 10

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

English

To Do:

Week 10

• Lesson 1:  Discuss Test Chapter 1 & 2 + Extra Grammar Practice
• Lesson 2: Chapter 2F
• Lesson 3: Chapter 2G

Aims

- Je hebt de toets van hoofdstuk 1 & 2 ingekeken en je weet welke onderdelen je nog niet helemaal beheerst.

-Je kunt de past simple en past continuous in zinnen gebruiken.

-Je kunt specifieke informatie uit een luisterfragment halen.

-Je kunt informatie uit een tekst halen door deze oriënterend lezen.

Lesson 1

Check Test Chapter 1 & 2

Exercise 1

1. went
2. watched
3. bought
4. opened
5. knew

Exercise 2

1. asked
2. borrowed
3. stopped
4. passed
5. gave
6. drank

Check Test Chapter 1 & 2

Exercise 3

1. We didn't want..
   
2. They didn't read...
   
3. When did the accident happen?
   
4. Did Briana clean her room yesterday?
   
5. He didn't know ...
   
6. They didn't do...

Exercise 4

1. you were playing
2. Ted was meeting
3. George was having
4. Ann was singing
5. We were going

Check Test Chapter 1 & 2

Exercise 5

1. Mum was cutting
   
2. I was trying
   
3. It was getting
4. They were taking
5. Somebody was calling
6. They were polishing
7. Dennis was climbing
8. Mrs Crowly was admiring

Bij:  I/he/she/it =>   was + ww+ing

Bij: you/they/we => were + ww + ing

Werkwoord eindigend op -e:

-take => -e  = taking

-admire => -e = admiring

Check Test Chapter 1 & 2

Exercise 6

1. We were waiting for Jane, when suddenly Louis came around the corner.
2. I was cycling through the park, when I heard a strange noise.
3. He passed her a message when the teacher wasn't looking.
4. I fell asleep while I was watching TV last night.
5. When Mike and Jane were painting the walls, their dog knocked over the paint pot.

Past Continuous vs Past Simple

Vaak samen in één zin gebruikt. 

Past Continuous is lange activiteit en Past Simple is korte activiteit.

Past Simple kan Past Continuous onderbreken.

I was walking down the road when I tripped and fell.

He was cleaning the windows when he bumped his head.

Past Simple

Past Simple: Regular Verbs

- verleden tijd

- de actie of gebeurtenis is nu gestopt

- je voegt -ed toe aan het werkwoord

I visited London two years ago.  (to visist)

I travelled to Luton Airport by plane.  (to travel)

I lived in Leeuwarden during my childhood.  (to live)

Past Simple

Past Simple: Irregular Verbs  > Learn by heart

- verleden tijd

- de actie of gebeurtenis is nu gestopt

- de vorm van het werkwoord verandert.

I went to London two years ago.   (to go)

We took a flight to Luton Airport.  (to take)

I was brought up in Leeuwarden.   (to bring up)

Reference on p. 213 ( second form)

Past Continuous

Past Continuous

Activiteit in het verleden

Activiteit was een langere tijd aan de gang en stopte uiteindelijk.

Did you watch the match yesterday? 

Yes, they were playing great!

was/were + werkwoord + -ing

Grammar Practice

Wat:

Exercise 5 - Gebruik de Past Simple en de Past continuous om het verhaal af te maken.

Exercise 6 - Maak de zinnen ontkennend.

Exercise 7 - Maak de vragen die de politieagent stelt.

                         Kijk naar het antwoord om te bepalen of je de vragen in de past simple of past                                       continuous moet zetten.

Hoe: zelfstandig

Hulp: fluisterend overleg met je buurman/buurvrouw

Uitkomst: we gaan de antwoorden over 20 minuten nakijken.

Klaar: vertaal Stone 5 op p. 94 van het Engels naar het Nederlands.

Homework

Vertaal Stone 5 op p.94 van het Engels naar het Nederlands. 

Lesson 2

Previous Lesson

• Discuss Test
• Grammar Practice: Past Simple & Past Continuous 

Stone 5: Talking about what happened

• What were you doing when you felt sick
• What were you doing when the accident happened?
• I was running in the park when I felt dizzy.
• I was skating on the road when I suddenly had a pain in my back.
• We were warming up for the game when the ball hit Sarah.
• They were working out when the music stopped.

2F: Listening

Exercise 41: Welke zinnen zijn waar voor jou? Vink ja of nee aan en geef daarna aan of je daar blij/tevreden mee bent.

Klaar: Exercise 42a: lees de strategie op p. 102 en lees de zinnen

             van opdracht 42 c goed door.

2F: Listening

Exercise 42b/c - gericht luisteren 

Luister naar Dealing with Stress en geef aan wie (Claire/Greg/Joe) wat zegt of doet.

We gaan 2x luisteren.

2F: Listening

Exercise 42:

1. Claire
2. Joe
3. Joe
4. Greg
5. Joe
6. Claire
7. Joe
8. Claire
9. Claire

2F: Listening

Wat: Exercise 43: Schrijf de namen van de jongens onder de afbeeldingen (gebruik de antwoorden van exercise 42). Teken daarna een plaatje van Claire met iets waar ze het in de fragment over had.

Exercise 44: gebruik de letters om de Engelse woorden op te schrijven. Schrijf daarna de Nederlandse betekenis achter de woorden.

Hoe: zelfstandig, eventueel fluisterend overleg met je buurman/buurvrouw.

Uitkomst: we gaan opdracht 43 en 44 de volgende les nakijken.

Klaar: bekijk de woorden van F-listening op p. 119. Noteer voor jezelf de woorden die je nog niet kent.

Homework

Finish exercise 43 en 44 on p. 103.

Have a look a the words of F-listening on p. 119 and write down the words that you didn't know yet.

Lesson 3

Previous Lesson

• Chapter 2F: Listening

2G: Reading

Strategy: Exploring a text = oriënterend lezen

-de titel

- eerste alinea (inleiding)

-tussenkopjes

-foto's/afbeeldingen

-lijstjes/rijtjes/schema's

-anders gedrukte woorden (cursief, vet,onderstreept

-bron (advertentie, interview, internetpagina)

2G: Reading

Exercise 46: lees de tips om in slaap te vallen. Wat doe jij om in slaap te vallen?  Vink de tips aan.

Exercise 47b: markeer de verschillende onderdelen van de tekst. 

(tussen)kopjes=geel/ vetgedrukte woorden = blauw / inleiding= groen/ tabel= oranje / foto = pijltje

Exercise 47c: lees de tekst zelfstandig en schrijf de regelnummer op waar je de informatie hebt gevonden in de tekst.

Exercise 47d: zet de zinnen in de juiste volgorde.

Exercise 48: schrijf een samenvatting van  de tekst in het Nederlands. Gebruik 50-75 woorden.

Exercise 50: combineer de woorden met de afbeeldingen.

Exercise 51: Schrijf jouw laatste droom op. Gebruik +/- 25 woorden in het Engels.

Tip: kijk naar de woorden van G-Reading op p. 119 om de tekst en de vragen beter te kunnen begrijpen.

Homework

Finish: exercise 46-51 on p. 104-107