310 les 13: 8.4 / Eenheden van snelheid - 3M

● Lesdoel bespreken

● Terugblik: Vk2 t/m 8.3

● Uitleg: 8.4

● Zelfstandig werken

● Huiswerk en afsluiting

Welkom bij wiskunde

bij

Laptop

in de tas.

Leg je spullen op tafel

Wat gaan we doen?

Pak een wisbordje

1 / 50

Slide 1: Diapositive

WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

La durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

● Lesdoel bespreken

● Terugblik: Vk2 t/m 8.3

● Uitleg: 8.4

● Zelfstandig werken

● Huiswerk en afsluiting

Welkom bij wiskunde

bij

Laptop

in de tas.

Leg je spullen op tafel

Wat gaan we doen?

Pak een wisbordje

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen

Je kunt de (gemiddelde) snelheid uitrekenen

wanneer je een afstand en een tijd gegeven krijgt.

Je kent het schema om de snelheid om te rekenen

van km/uur naar m/s, en andersom.

En je kunt dit toepassen.

H2: Meetkunde

VK Rekenen en Pythagoras

4. Aanzichten

H7: Oppervlakte en inhoud

VK 2D en 3D

1. Eenheden omrekenen

2. Oppervlakte en omtrek
3. Oppervlakte ruimtefiguren
4. Inhoud

5. Oppervlakte en vergroten
6. Inhoud en vergroten

H8: Getallen

VK Machten

1. Grote getallen

2. Wetenschappelijke notatie

3. Eenheden van tijd

4. Eenheden van snelheid

5. Verhoudingen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we de 375?

98^{​ 375 ​ ​}

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 987.654.321 met het woord miljoen en rond af op 1 decimaal.

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 987.654.321 in wetenschappelijke notatie.
Rond af op 1 decimaal.

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel dagen heeft een schrikkeljaar?

356

365

366

355

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik

Hoeveel uur zit er in een dag?
24 uur
Hoeveel uur zit er in 5 dagen?
5 x 24 = 120 uur
Hoeveel minuten is 3,5 uur?
3,5 x 60 = 210 minuten
Hoeveel uur en minuten is 3,15 uur?
3 uur en (0,15 x 60 =) 9 minuten
Hoeveel dagen, uren en minuten is 62,45 uur?
Hoeveel uur is 6 uur en 15 minuten? Antwoord is decimaal getal.
Hoeveel jaar is 3 jaar en 45 dagen? Antwoord is decimaal getal.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik

Hoeveel dagen, uren en minuten is 62,45 uur?
62,45 : 24 = 2,602... Dus 2 hele dagen (48 uur).
Dan hou je 62,45 - 48 =14, 45 uur over.
62, 45 uur = 2 dagen, 14 uur en (0,45 x 60=) 27 minuten
Hoeveel jaar is 3 jaar en 45 dagen? Rond af op 2 decimalen.
45 dagen = 45 : 365 = 0,123... jaar
3 + 0,123... = 3,123... jaar in totaal
Dus 3 jaar en 45 dagen = 3, 12 jaar.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik

Fietstocht Bas

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik

60 min

18 km

Fietstocht Bas

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik

60 min

18 km

Fietstocht Bas

10,8 km

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik

60 min

18 km

Fietstocht Bas

10,8 km

1 km

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik

60 min

18 km

Fietstocht Bas

10,8 km

1 km

: 18

x10,8

Cet élément n'a pas d'instructions

8.4: Eenheden van snelheid

Leontien fietst 5 meter per seconde.

Hoeveel km/uur is dat?

Snelheid Leontien

300 m

18 000 m

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

8.4: Eenheden van snelheid

Leontien fietst 5 meter per seconde.

Hoeveel km/uur is dat?

Snelheid Leontien

300 m

18 000 m

18 000 m = 18 km

Dus 5 m/s = 18 km/uur

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

8.4: Eenheden van snelheid

We deden:

Stap 1: afstand x60,
Stap 2: antwoord x60

Stap 3: antwoord :1000.

Voorbeelden, rond af op 1 decimaal:

33 m/s = ...... km/uur
50 km/uur = ...... m/s

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

8.4: Eenheden van snelheid

We deden:

Stap 1: afstand x60,
Stap 2: antwoord x60

Stap 3: antwoord :1000.

Voorbeelden, rond af op 1 decimaal:

33 m/s = ...... km/uur
50 km/uur = ...... m/s

x 3600

x 3,6

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

8.4: Eenheden van snelheid

We deden:

Stap 1: afstand x60,
Stap 2: antwoord x60

Stap 3: antwoord :1000.

Voorbeelden, rond af op 1 decimaal:

33 m/s = ...... km/uur
50 km/uur = ...... m/s

x 3600

x 3,6

1x60 = 60

60 x 60 = 3 600

3 600 : 1 000 = 3,6

Dus je hebt uiteindelijk

1 x 3,6 gedaan

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

8.4: Eenheden van snelheid

We deden:

Stap 1: afstand x60,
Stap 2: antwoord x60

Stap 3: antwoord :1000.

Korter:

Voorbeelden, rond af op 1 decimaal:

33 m/s = ...... km/uur
50 km/uur = ...... m/s

x 3600

x 3,6

1x60 = 60

60 x 60 = 3 600

3 600 : 1 000 = 3,6

Dus je hebt uiteindelijk

1 x 3,6 gedaan

m/s km/uur

x 3,6

: 3,6

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

8.4: Eenheden van snelheid

Voorbeelden, rond af op 1 decimaal:

35 m/s = ...... km/uur
35 x 3,6 = 126
Dus 35 m/s = 126 km/uur
50 km/uur = ...... m/s
50 : 3,6 = 13,888...
Dus 50 km/uur 13,9 m/s

\approx

Slide 30 - Diapositive

Gebruik de hotspot om het schema als hulpmiddel te laten zien

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was zijn snelheid in km/uur? En in m/s?

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Snelste marathon

De tijd die hij over 42,195 km deed was 1 uur, 59 minuten en 40 seconden.

Op de stopwatch stond dus 1:59:40.

1 uur, 59 minuten en 40 seconden = 60 + 59 + = 119,6... min

\frac{​ 4 0 ​ ​}{​ 6 0 ​}

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Snelste marathon

De tijd die hij over 42,195 km deed was 1 uur, 59 minuten en 40 seconden.

Op de stopwatch stond dus 1:59:40.

1 uur, 59 minuten en 40 seconden = 119,6... min

afstand

tijd

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Snelste marathon

De tijd die hij over 42,195 km deed was 1 uur, 59 minuten en 40 seconden.

Op de stopwatch stond dus 1:59:40.

1 uur, 59 minuten en 40 seconden = 119,6... min

afstand

42,295 km

tijd

119,6... min

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Snelste marathon

De tijd die hij over 42,195 km deed was 1 uur, 59 minuten en 40 seconden.

Op de stopwatch stond dus 1:59:40.

1 uur, 59 minuten en 40 seconden = 119,6... min

afstand

42,295 km

tijd

119,6... min

1 uur

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Snelste marathon

De tijd die hij over 42,195 km deed was 1 uur, 59 minuten en 40 seconden.

Op de stopwatch stond dus 1:59:40.

1 uur, 59 minuten en 40 seconden = 119,6... min

afstand

42,295 km

tijd

119,6... min

1 min

1 uur

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Snelste marathon

De tijd die hij over 42,195 km deed was 1 uur, 59 minuten en 40 seconden.

Op de stopwatch stond dus 1:59:40.

1 uur, 59 minuten en 40 seconden = 119,6... min

afstand

42,295 km

tijd

119,6... min

1 min

1 uur

:119,6...

x60

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Snelste marathon

De tijd die hij over 42,195 km deed was 1 uur, 59 minuten en 40 seconden.

Op de stopwatch stond dus 1:59:40.

1 uur, 59 minuten en 40 seconden = 119,6... min

afstand

42,295 km

0,353... km

21,206...km

tijd

119,6... min

1 min

1 uur

:119,6...

x60

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Snelste marathon

De tijd die hij over 42,195 km deed was 1 uur, 59 minuten en 40 seconden.

Op de stopwatch stond dus 1:59:40.

1 uur, 59 minuten en 40 seconden = 119,6... min

Dus hij liep ongeveer 21,2 km/uur

afstand

42,295 km

0,353... km

21,206...km

tijd

119,6... min

1 min

1 uur

:119,6...

x60

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Snelste marathon

De tijd die hij over 42,195 km deed was 1 uur, 59 minuten en 40 seconden.

Op de stopwatch stond dus 1:59:40.

1 uur, 59 minuten en 40 seconden = 119,6... min

Dus hij liep ongeveer 21,2 km/uur

21,2 km/uur = 21,2 : 3,6 = 5,890... m/s

afstand

42,295 km

0,353... km

21,206...km

tijd

119,6... min

1 min

1 uur

:119,6...

x60

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Snelste marathon

De tijd die hij over 42,195 km deed was 1 uur, 59 minuten en 40 seconden.

Op de stopwatch stond dus 1:59:40.

1 uur, 59 minuten en 40 seconden = 119,6... min

Dus hij liep ongeveer 21,2 km/uur

21,2 km/uur = 21,2 : 3,6 = 5,890... m/s

Dus ongeveer 5,9 m/s

afstand

42,295 km

0,353... km

21,206...km

tijd

119,6... min

1 min

1 uur

:119,6...

x60

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk

Maken:
Paragraaf 8.4 volgens jouw leerroute

Nakijken:

Huiswerk H2, H7 en H8 tot nu toe.

timer

4:00

Achter de les

Testopgave

F -> blz. 130

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen behaald?

Je kunt de (gemiddelde) snelheid uitrekenen

wanneer je een afstand en een tijd gegeven krijgt.

Je kent het schema om de snelheid om te rekenen

van km/uur naar m/s, en andersom.

En je kunt dit toepassen.

H2: Meetkunde

VK Rekenen en Pythagoras

4. Aanzichten

H7: Oppervlakte en inhoud

VK 2D en 3D

1. Eenheden omrekenen

2. Oppervlakte en omtrek
3. Oppervlakte ruimtefiguren
4. Inhoud

5. Oppervlakte en vergroten
6. Inhoud en vergroten

H8: Getallen

VK Machten

1. Grote getallen

2. Wetenschappelijke notatie

3. Eenheden van tijd

4. Eenheden van snelheid

5. Verhoudingen

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 46 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 47 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 48 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 49 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:01-00:04

Deze uitleg is wel heel anders dan in het boek

Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

310 les 13: 8.4 / Eenheden van snelheid - 3M

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Vidéo

Slide 47 - Vidéo

Slide 48 - Vidéo

Slide 49 - Vidéo

Slide 50 - Diapositive

Plus de leçons comme celle-ci

310 les 16: 8.4 / Eenheden van snelheid - 3M

8.4 & 8.5 combi -2021

H8: 8.4 / Eenheden van snelheid - 3M

310 les 14: 8.4 / Eenheden van snelheid - 3M

H8: 8.5 / Eenheden van snelheid

Domein 3, les 4 Tijd en snelheid (12 t/m 16 dec)

H8 Getallen 8.3 en 8.4

H8 Getallen 8.3 en 8.4