HV - paragraaf 5.2 en 5.3

1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

5.2 de Rekenmachine
5.3 alledaags rekenen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

  • start van de les
  • leerdoelen
  • uitleg over de rekenmachine
  • uitleg over rekenen in alledaagse situaties
  • werken aan opgaven
  • voorbereiding voor de volgende les
  • afsluiting 

Doel van vandaag:
Aan het einde van de les weet je:
  • Hoe je rekenmachine werkt;
  • Hoe je rekent in praktische situaties.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 6 - Question ouverte

timer
10:00
Vragen over het huiswerk?

opgaven 2, 4, 9, 10, 12, 13, 17, 20, 21 & 22 Welke?

Slide 7 - Diapositive

Wat is ook alweer een quotiënt?
A
+
B
-
C
X
D
:

Slide 8 - Quiz

Op de rekenmachine gebruik je de wiskundige bewerkingen die je hebt geleerd. Wat is ook alweer een product?
A
+
B
-
C
X
D
:

Slide 9 - Quiz

Wat is ook alweer een verschil?
A
+
B
-
C
X
D
:

Slide 10 - Quiz

Wat is ook alweer een som?
A
+
B
-
C
X
D
:

Slide 11 - Quiz

Uitleg
  • Hoe voer je een decimaal getal in op je rekenmachine?;
  • Hoe voer je een vermenigvuldiging in op je rekenmachine?;
  • Hoe voer je een deelsom in op je rekenmachine?;
  • Hoe voer je berekeningen in met een deelstreep?;
  • Hoe voer je breuken in?;
  • Hoe verwijder je een kleine fout?;
  •  Hoe zet je breuken om naar decimale getallen?
  • Hoe voer je haakjes in?
      
  • Er zijn 2 soorten min-tekens op je rekenmachine:
    - Aftrekmin
    - negatieve min.
  •  
  • Hoe zet je jouw rekenmachine uit?

Slide 12 - Diapositive

In welke modus moet je rekenmachine standaard staan?
A
Statistics
B
Calculate
C
Table

Slide 13 - Quiz

Bereken met de
rekenmachine.

Slide 14 - Question ouverte

Bereken met de
rekenmachine.

Slide 15 - Question ouverte

Bereken met de rekenmachine.
-1,23 x 16,7 -21,3 x -5,18 =

Slide 16 - Question ouverte

Bereken met de
rekenmachine.

Slide 17 - Question ouverte

Bereken met de rekenmachine.
-6,31 - (-7 - 0,6)

Slide 18 - Question ouverte

timer
2:00
Klaar? Ga dan verder met opgave 30  
Is het niet af, dan is het huiswerk
blz. 183
schrijf de som ook op met daarachter het antwoord!!!!!

Slide 19 - Diapositive

Schatten= ongeveer
Waarom schatten?
Hoe schatten?

Slide 20 - Diapositive

Schat de volgende uitkomst zonder je rekenmachine te gebruiken:
286,6 x 31,5 =

Slide 21 - Question ouverte

Schat de volgende uitkomst zonder je rekenmachine te gebruiken:
50,67 x 1,92 =

Slide 22 - Question ouverte

Uitleg
  • De Goudse Waarden uit Gouda gaat met 314 brugklassers op brugklaskamp.
  • In één bus passen 51 leerlingen.
  • Hoeveel bussen zijn nodig om alle leerlingen te vervoeren?
     
  • De deling 314 : 51 = 6,15686…
  • Waarom rond je hier niet af op 6 bussen?
  • Met 6 bussen kan je maar 6 ∙ 51 = 306 leerlingen vervoeren.
  • Dus je rond af naar boven op 7 bussen.
     
  • De kampleiding heeft nog € 516,- van het budget over.
  • Hiervan willen ze friet mayo kopen voor de leerlingen.
  • Een friet mayo kost € 1,75.
  • Voor hoeveel leerlingen kunnen ze een frietje mayo bestellen?
  • De deling 516 : 1,75 = 294,857…
  • Ze kunnen dus voor 294 leerlingen frietje mayo bestellen.


Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

geld (bij contante betaling)
wanneer je een geldbedrag moet afronden, dan rond je standaard af op 2 decimalen (centen)

Slide 25 - Diapositive

ben jij het met roderick eens?
'29 : 4 = 7,25 er zijn dus 7 boten nodig'

Slide 26 - Question ouverte

In een klas zitten 26 leerlingen. Mevrouw Peters koopt snoepjes. In elke zak zitten 9 zakjes snoep. Hoeveel zakken moet mevrouw Peters kopen?

Slide 27 - Question ouverte

timer
2:00
Klaar? Ga dan verder met opgave 4 en 9
Is het niet af, dan is het huiswerk
blz. 183

Slide 28 - Diapositive

Grote getallen

Slide 29 - Diapositive

Schrijf 1,2 miljoen in alleen cijfers

Slide 30 - Question ouverte

Schrijf 0,95 miljoen in alleen cijfers

Slide 31 - Question ouverte

Schrijf 365 duizend in alleen cijfers

Slide 32 - Question ouverte

Schrijf 23.000.000.000 in woorden

Slide 33 - Question ouverte

timer
2:00
Klaar? Ga dan verder met opgave 16 en 17 
Is het niet af, dan is het huiswerk
blz. 185

Slide 34 - Diapositive

Lees de theorie blokken door!

Wat:            Opgaven 27, 30, 35, 36, 41, 42, 46 & 47 
Tijd:             tot 5 minuten voor einde les
Hoe:             Zelfstandig of in zacht overleg
Hulp:           Boek, Medeleerling, Docent
Resultaat: De uitwerkingen van de opgaven in je boek en nagekeken
Klaar:          ga voor een ander vak werken

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Wat hebben we vandaag gedaan?

Slide 37 - Question ouverte

Hier heb je aan gewerkt:
  • werken met het rekenmachine;
  • Schatten;
  • Afronden in praktische situaties.
Volgende les
  • Procenten 
    - percentages
    - percentages berekenen  

Slide 38 - Diapositive

Leerdoelen paragraaf
5.2 & 5.3

Slide 39 - Diapositive

 27, 30, 35, 36, 41, 42, 46 & 47

Slide 40 - Diapositive