Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
3.2
Nederlands
1 / 19
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
19 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Nederlands
Slide 1 - Diapositive
Terugblik
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Wij stellen het op prijs als je zijn toets zo spoedig mogelijk beoordeel_ .
A
beoordeeld
B
beoordeelt
C
beoordeeldt
Slide 4 - Quiz
Vin_ je het een probleem om die toets nog even uit te stellen?
A
vind
B
vindt
C
vint
Slide 5 - Quiz
Wor_ je manager ook geïnterviewd door die journalist?
A
word
B
word
C
wordt
Slide 6 - Quiz
Grammatica en spelling
HOOFDSTUK 3 Werkwoordspelling
3.1 Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
3.2 Persoonsvorm in de verleden tijd
3.3 Voltooid deelwoord
3.4 Engelse werkwoorden
Slide 7 - Diapositive
Lesdoel
Je spelt de persoonsvorm in de verleden tijd correct.
Slide 8 - Diapositive
De p.v. in de v.t.
Sterke ww's
De klinker verandert in de verleden tijd.
De directie
vindt
het een goed voorstel.
De directie
vond
het een goed voorstel.
Verleden tijd: nooit -dt!
Slide 9 - Diapositive
De p.v. in de v.t.
Zwakke ww's:
Enkelvoud: ik-vorm +
te/de
Meervoud: ik-vorm +
ten/den
't
e
x-f
o
ksch
aa
p
Ik heb de hele dag geklus
t
--> klussen: 's' hoort bij 't ex-fokschaap, dus geklus
t
Ik heb op de deur gebons
d
--> bonzen: 'z' hoort
NIET
bij 't ex-fokschaap, dus gebons
d
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Wat is de verleden tijd van het werkwoord verven?
ik ...
A
ik verfte
B
ik verfde
Slide 12 - Quiz
Wat is de verleden tijd van zweven?
Hij zweef....
A
zweefde
B
zweefte
Slide 13 - Quiz
Wat is de verleden tijd van raden.
Hij raad...
A
raade
B
raden
C
raadde
D
raadt
Slide 14 - Quiz
De verleden tijd van mixen is?
A
mixde
B
mixte
Slide 15 - Quiz
Kies de juiste zin in de verleden tijd:
A
De kok braadt vlees.
B
De kok braad vlees.
C
De kok braadde vlees.
D
De kok braade vlees.
Slide 16 - Quiz
Wat is de verleden tijd van branden?
Hij bran...
A
branden
B
brandden
C
brande
D
brandde
Slide 17 - Quiz
Aan de slag
Stuur een e-mail naar je docent waarin je jezelf voorstelt.
Vertel ook waarom je voor deze opleiding hebt gekozen en over je werkplek (als je die al hebt).
Gebruik ten minste 2 persoonsvormen in tegenwoordige tijd en 2 persoonsvormen in verleden tijd.
KLAAR?
Gramm 3.2: opdracht 1, 2, 3
Slide 18 - Diapositive
tot de volgende les
Slide 19 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
1.4 Persoonsvorm verleden tijd
Décembre 2023
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
5-10 TV instaptoets H2 en TV 2.1 en 2.2
Septembre 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
2.1 PV in de tegenwoordige tijd en 2.2 PV in de verleden tijd
Juillet 2022
- Leçon avec
36 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
2.1/2.2 PV tegenwoordige en verleden tijd
Novembre 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
31-10-22 en 14-11-22 (2.1, 3.1, 2.2, 3.2)
Octobre 2022
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
3.1 en 3.2
Septembre 2021
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Pv in de tt en vt
Septembre 2021
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Werkwoordspelling herhalen
Février 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1