1.4 Persoonsvorm verleden tijd

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands

Taalverzorging

LEERDOEL

Je spelt de persoonsvorm in de verleden tijd juist.

De p.v. in de v.t. 

• Sterke werkwoorden

De klinker verandert in de verleden tijd.

De directie vindt het een goed voorstel.

De directie vond het een goed voorstel.

Verleden tijd: nooit -dt!

De p.v. in de v.t. 

't sexy-fokschaap

• Ik heb de hele dag geklust --> klussen: 's' hoort bij 't sexy-fokschaap, dus geklust
• Ik heb op de deur gebonsd --> bonzen: 'z' hoort NIET bij 

        't sexy-fokschaap, dus gebonsd

Wat is de verleden tijd van het werkwoord verven?
ik ...

1. ik verfte
2. ik verfde

Wat is de verleden tijd van zweven?
Hij zweef....

1. zweefde
2. zweefte

Wat is de verleden tijd van raden.
Hij raad...

1. raade
2. raden
3. raadde
4. raadt

De verleden tijd van mixen is?

1. mixde
2. mixte

Wij stellen het op prijs als je zijn toets zo spoedig mogelijk beoordeel_ .

1. beoordeeld
2. beoordeelt
3. beoordeeldt

Aan de slag

Lezen/luisteren en kijken 2.1 blz. 278 t/m 281

Opdracht 1 t/m5

KLAAR?

maak opdracht 6 t/m 9

We kijken straks na.