Quiz Grieken en Romeinen

QUIZ DER GRIEKEN EN ROMEINEN
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

QUIZ DER GRIEKEN EN ROMEINEN

Slide 1 - Diapositive

Mensen gingen rond 3000 v.C. voor het eerst van de landbouw leven
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Wat is GEEN kenmerk van een samenleving van jagers en verzamelaars?
A
Geen vaste woonplaats
B
Leefden van de jacht
C
Veel verschillende beroepen
D
Leefden van het verzamelen van voedsel

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

welk kenmerkend aspect past het beste bij deze afbeelding?

A
De levenswijze van jagers en verzamelaars
B
Tijd van steden en staten
C
Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
D
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

Slide 5 - Quiz


Waardoor konden mensen ook andere beroepen gaan uitoefenen dan boer?


A
Doordat er landbouwoverschotten ontstonden.
B
Doordat er voedsel vanuit het buitenland werd geïmporteerd.
C
Doordat het schrift was ontwikkeld.
D
Doordat er voedsel vanuit het buitenland werd geïmporteerd.

Slide 6 - Quiz

Wanneer eindigt de prehistorie?
A
Als mensen in steden gaan wonen
B
Met de uitvinding van het schrift
C
Met het uitsterven van de dinosauriërs
D
Met de komst van de landbouw

Slide 7 - Quiz

Kolonisatie door Grieken
Opkomst wetenschappelijk denken
Onstaan Atheense democratie
Atheense aristocratie

Slide 8 - Question de remorquage


Later gaan Grieken de wereld om hun heen verklaren door:
A
Nog meer mythes te lezen
B
De natuur te onderzoeken
C
Mythes te onderzoeken
D
Veel wijn te drinken

Slide 9 - Quiz

Welke gebeurtenissen horen bij elkaar? 
In Griekenland was landbouw moeilijk...
Grieken verhuisden naar andere gebieden...
Een kolonie hoorde...
Door de Griekse koloniën...
...werd de Griekse cultuur overal bekend.
...daarom trokken mensen er weg.
...en stichtten daar een kolonie.
...bij Griekenland

Slide 10 - Question de remorquage

Wie was Hippocrates?
A
Griekse leider
B
filosoof
C
een arts
D
orakel

Slide 11 - Quiz

Julius Caesar was de eerste keizer
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Waarom werd Julius Caesar vermoord?
A
Hij benoemde zichzelf tot keizer.
B
Hij benoemde zichzelf tot dictator.
C
Hij was niet aardig voor de Romeinen.
D
Hij maakte het Romeinse Rijk steeds armer.

Slide 13 - Quiz

Welke afbeelding hoort bij de Kenmerkende Aspecten uit de tijd van de Grieken en Romeinen?
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz

Wat is Hellenisme?
A
Dat was de hoofdstad van rijk van Alexander de Grote.
B
Dat was de verspreiding van de Griekse cultuur in het rijk van Alexander de Grote.
C
Dat was een Griekse god die erg belangrijk gevonden werd in het rijk van Alexander de Grote.
D
Dat was de filosofie van Alexander de Grote.

Slide 15 - Quiz

Zet de gebeurtenissen op goede volgorde:
Hellenisme verspreidt zich
Perzische oorlogen
Grieken gaan koloniseren
Athene verliest oorlog met Sparta
Athene wordt een democratie

Slide 16 - Question de remorquage

Zet in de goede volgorde van vroeger naar later.
Augustus wordt keizer van het Romeinse rijk.
De Romeinen veroveren Griekenland en Spanje. 
Julius Caesar wordt vermoord.
De laatste keizer van het Romeinse rijk wordt afgezet. 
Rome verslaat de Carthagers definitief.

Slide 17 - Question de remorquage

Het overnemen van de cultuur van de Romeinen noemen we?
A
Griekisering
B
Uniformering
C
Romanisering
D
Germanisering

Slide 18 - Quiz

Wat is de juiste volgorde over het
bestuur van het Romeinse Rijk?
A
koninkrijk-republiek-keizerrijk
B
republiek-keizerrijk-koninkrijk
C
keizerrijk-koninkrijk-republiek
D
koninkrijk-keizerrijk-republiek

Slide 19 - Quiz

De val van het Romeinse rijk zorgde voor meer onveiligheid. Wat was hier GEEN gevolg van?
A
Het christendom werd steeds belangrijker
B
Veel boeren verloren hun zelfstandigheid
C
Veel boeren zochten bescherming van een heer
D
Handel over grote afstanden nam af

Slide 20 - Quiz

Romeinen
Grieken
Legden de basis voor de wetenschap
Groot rijk
Christendom
Zeus

Slide 21 - Question de remorquage

Wat betekent pax Romana?


A
het hele Romeinse rijk
B
De vrede in het Romeinse rijk
C
de val van de romeinse cultuur
D
De burgeroorlogen in het Romeinse rijk

Slide 22 - Quiz

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving: een regering van een groep aanzienlijke mensen.
A
Aristocratie
B
Oligarchie
C
Democratie
D
Monarchie

Slide 23 - Quiz