Grieken en Romeinen Herhaling

H3 Grieken en Romeinen
Herhalingsles
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H3 Grieken en Romeinen
Herhalingsles

Slide 1 - Diapositive

Wat betekent democratie?
A
Een koning regeert
B
Het volk regeert
C
Een tiran regeert
D
Een kleine groep rijken regeert

Slide 2 - Quiz

I. Athene lag in Griekenland, Sparta niet.
II. Athene was een stadstaat, Sparta niet.
A
stelling I is juist, stelling II is onjuist.
B
stelling I is onjuist, stelling II is juist.
C
Stelling I en II zijn allebei juist
D
Stelling I en II zijn allebei onjuist

Slide 3 - Quiz

Wie mochten meebeslissen in de Atheense democratie?

A
slaven
B
vreemdelingen
C
vrouwen
D
mannen

Slide 4 - Quiz

In Athene kreeg je burgerrecht als...
A
Je in Athene geboren was
B
Je vader in Athene geboren was
C
Je beide ouders in Athene geboren waren
D
Je moeder in Athene geboren was

Slide 5 - Quiz

Geef twee verschillen tussen de Atheense democratie en de democratie die wij in Nederland kennen.

Slide 6 - Question ouverte

De Grieken stichtten koloniën.
Waarom deden ze dat?

Slide 7 - Question ouverte

Welk bestuur had de stad Athene?
A
Keizer
B
Democratie
C
Adel
D
Koning

Slide 8 - Quiz

Hoe lang geleden leefden
de 'Oude Grieken'?
A
500
B
2500
C
2000
D
1000

Slide 9 - Quiz

Hoe heet de eerste keizer van het Romeinse Rijk?

Slide 10 - Question ouverte

Kenden de Romeinen briefgeld?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Met de komst van de Romeinen eindigde voor NL de prehistorie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Hoe heet de noordgrens van het Romeinse Rijk?

Slide 13 - Question ouverte

Waar liep de Limes?
A
Langs de Maas
B
Langs de Rijn
C
Langs het IJsselmeer
D
Alleen Limburg was Romeins

Slide 14 - Quiz

Waarom werd Julius Caesar vermoord?
A
Hij was een slechte keizer
B
Hij werd te machtig
C
Hij had de keizer beledigd
D
Hij had een veldslag verloren

Slide 15 - Quiz

Wat is de juiste volgorde over het bestuur van het Romeinse Rijk?
A
koninkrijk-republiek-keizerrijk
B
republiek-keizerrijk-koninkrijk
C
keizerrijk-koninkrijk-republiek
D
koninkrijk-keizerrijk-republiek

Slide 16 - Quiz

Julius Caesar was de eerste keizer van het Romeinse Rijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Hoe werd de republiek bestuurd?
A
Door 2 consuls en de senaat.
B
Door de keizer
C
Door een president en een parlement.

Slide 18 - Quiz

Wat merken we nu nog van de Romeinse invloed?

A
Er staan nog veel oude kerken in Nederland.
B
Vaste maten voor bijvoorbeeld gewicht (kg) en lengte (m).
C
Geld als ruilmiddel, stenen huizen met toiletten en riolering.
D
Italië is nog steeds een populair vakantieland.

Slide 19 - Quiz