Les 7 - Dierkennis 3, Voortplanting

Toets op woensdag 3 november!!
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
DierverzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Toets op woensdag 3 november!!

Slide 1 - Diapositive

Volgende week is het vakantie dus hebben jullie geen les.

De week daarna hebben jullie de tijd om je moduleboek en rassenopdracht af te maken.

Slide 2 - Diapositive

Herinnering: toets op 3 november!!

Het moduleboek en de rassenkennisopdracht moeten vóór de toets worden ingeleverd, anders mag je de toets niet maken.

Slide 3 - Diapositive

Gezondheid 

Slide 4 - Diapositive

Hoe heet het onderwerp van vorige week in de welzijnsmonitor?
A
Goede voeding
B
Goede gezondheid
C
Goede huisvesting
D
Goed gedrag

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Wat is een zoönose?
A
Een virus
B
Een parasiet
C
Een van mens op dier overdraagbare ziekte
D
Een ziekte die in de lucht hangt

Slide 7 - Quiz

Noem zo veel mogelijk van de 20 gezondheidskenmerken!

Slide 8 - Carte mentale

Slide 9 - Diapositive

Urine en mest zijn gezondheidskenmerken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

De aftekeningen zijn een gezondheidskenmerk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Wat is turgor?
A
Hoeveel een dier eet
B
Hoeveel water het dier gedronken heeft
C
De vochtbalans van de huid
D
Dat bepaald of een dier zijn vacht goed is.

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Wat zijn de 6 onderdelen van voortplanting?

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Wat is bronst?
A
Beelden gemaakt van brons
B
Fokken van dieren
C
Paardrift bij zoogdieren
D
De geboorte van een konijn

Slide 17 - Quiz

Hoe zie je of een dier in bronst is?
A
Dat hoor je aan het dier
B
Aan gedrag en uiterlijke kenmerken
C
Aan het gedrag
D
Dat kun je niet zien

Slide 18 - Quiz

Kun je een dieren laten bevruchten buiten de bronst?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Wat gebeurt er tijdens de bronst met het lichaam?
A
Het lichaam maakt zich klaar en er kan bevruchting plaatsvinden
B
Het lichaam herstelt van de bevalling
C
Het lichaam doet niets anders
D
Het lichaam wordt bevrucht

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Vidéo

Hoe heet bronstigheid van
jouw dier?
(koe/kat/hond/paard)

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Wat gebeurt er tijdens de pre-oestrus?
A
Vruchtbare periode en eisprong
B
de rustperiode van het voortplantingsmechanisme
C
de voorbereiding op de vruchtbare periode
D
ontwikkeling van de jongen

Slide 25 - Quiz

Wat gebeurt er tijdens de oestrus?
A
Vruchtbare periode en eisprong
B
de rustperiode van het voortplantingsmechanisme
C
de voorbereiding op de vruchtbare periode
D
ontwikkeling van de jongen

Slide 26 - Quiz

Wat gebeurt er tijdens de dracht?
A
Na de geboorte zorgen hormonen voor het kunnen voeden van de jongen
B
de rustperiode van het voortplantingsmechanisme
C
de voorbereiding op de vruchtbare periode
D
ontwikkeling van de jongen

Slide 27 - Quiz

Wat gebeurt er tijdens de melkgift?
A
Na de geboorte zorgen hormonen voor het kunnen voeden van de jongen
B
de rustperiode van het voortplantingsmechanisme
C
de voorbereiding op de vruchtbare periode
D
ontwikkeling van de jongen

Slide 28 - Quiz

Wat gebeurt er tijdens de an-oestrus?
A
Vruchtbare periode en eisprong
B
de rustperiode van het voortplantingsmechanisme
C
de voorbereiding op de vruchtbare periode
D
ontwikkeling van de jongen

Slide 29 - Quiz

Wat zijn de 5 hormonale fases van voortplanting?

Slide 30 - Question ouverte

Slide 31 - Diapositive

Wat ontstaat er als een eicel en een zaadcel net bij elkaar gekomen zijn?
A
Een embryo
B
Een foetus
C
Een jong
D
Een telofasecel

Slide 32 - Quiz

Wat ontstaat er als een embryo verder doorgroeit?
A
Een embryo
B
Een zaadcel
C
Een jong
D
Een foetus

Slide 33 - Quiz

Wat is de goede volgorde bij ontwikkeling van een dier?
A
foetus - embryo - jong
B
jong - foetus - embryo
C
jong - embryo - foetus
D
embryo - foetus - jong

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Vidéo

Slide 36 - Diapositive

Hoe merk je dat een geboorte er bijna aankomt?
A
Gedragsverandering van het moederdier
B
Het dier ziet er dik uit
C
Je ziet de buik bewegen

Slide 37 - Quiz

Voor de mensen die het interessant vinden staat in de volgende slide een video van de geboorte van een kalfje. 

Bij alle zoorgdieren gaat de geboorte ongeveer op dezelfde manier.

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Vidéo

Slide 40 - Diapositive

Is het altijd nodig om te helpen bij een bevalling of als een dier uit een ei komt?
A
Nee
B
Ja

Slide 41 - Quiz

Waarom haal je bij de bevalling het vlies om de snuit weg ?
(pas als het dier met de schouders uit de moeder is!)
A
Omdat het mooier staat
B
Dat is beter
C
Omdat het dier dan beter kan ademen

Slide 42 - Quiz

Waarom zou je jodium op de navelstreng doen?
A
Zodat het vanzelf afbreekt
B
Zodat het een mooi kleurtje heeft
C
Om het te ontsmetten
D
Zodat de moeder er niet aan gaat bijten

Slide 43 - Quiz

Slide 44 - Diapositive

- Maak nu de laatste hoofdstukken uit je moduleboek

- Werk daarna verder aan de rassenopdracht: kenmerken van dieren toevoegen

Slide 45 - Diapositive