Herkansing MA1 Jongeren

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Vloeken is:

1. Aangeleerd
2. Aangeboren

Welk gedrag is vooral aangeleerd?

1. Een jongen moet niezen
2. een baby huilt
3. Een meisje fietst
4. Een hardloper gaat zweten

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1 Goed Engels kunnen spreken is aangeboren
2 Gevoel voor ritme is aangeleerd

1. 1 is juist 2 is onjuist
2. 1 is onjuist 2 is juist
3. 1 is juist 2 is juist
4. 1 is onjuist 2 is onjuist

Kinderen kunnen alleen dingen leren door anderen na te doen

1. Juist
2. Onjuist

Iemand rookt niet omdat zij veel heeft gelezen over de gevaren van roken.
Hoe vindt haar socialisatie plaats?

1. Imitatie
2. Informatie
3. Ervaringen
4. Experimenteren

Iemand leert de taal door de uitspraak van anderen goed na te doen. Hoe vindt hier socialisatie plaats?

1. Imitatie
2. Informatie
3. Ervaringen
4. Experimenteren

Socialisatie gebeurt op veel plekken. Welke is het belangrijkste voor kleine kinderen?

1. Het gezin
2. De media
3. Het geloof
4. De overheid

Welk woord ontbreekt in de zin?
De overheid maakt wetten. Zo heeft de overheid invloed op............

1. De cultuur
2. Het werk
3. De socialisatie
4. De aangeboren eigenschappen

Welke woord ontbreekt in de zin?
Oudere broers en zussen helpen met......van jongere kinderen

1. De cultuur
2. Het werk
3. De socialisatie
4. De aangeboren eigenschappen

Bij sociale controle:

1. Letten mensen op elkaars gedrag
2. Controleren mensen elkaars waarden
3. Verdedigt iedereen zijn belangen
4. Leer je aangeboren eigenschappen af

Positieve en negatieve sociale controle zijn bedoelt om je gedrag te .....

1. beinvloeden
2. bestraffen
3. belonen
4. bepalen

Wat zijn rolpatronen?

1. Rolpatronen zijn het zelfde als beeldvorming
2. rolpatronen geven aan welk gedrag verwacht wordt
3. Een rolpatroon is gekleurd behang
4. Rolpatronen zijn aangeboren

Wat is geen voorbeeld van roldoorbrekend gedrag?

1. Een ballerina die op kickboxen zit
2. Een burgemeester op Nikes
3. Een vader doe zijn dochter leer pianospelen
4. Een mannelijk cheerleader

Roldoorbrekend gedrag is gedrag....

1. Dat past bij de rol die je in de samenleving hebt
2. Dat je aanpast omdat je een andere rol hebt
3. dat niet bij de verwachtingen van de samenleving past
4. waarmee iemand onderdrukt wie hij echt is

Wat is geen kenmerk van een cultuur?

1. Gewoonten
2. Normen
3. Verschillen
4. Waarden

Wat is een subcultuur?

1. Een cultuur van een kleine groep mensen
2. Een cultuur van een grote groep mensen
3. Een cultuur van jongeren
4. Een cultuur van volwassenen

Iedereen behoort tot meerdere subculturen. Deze uitspraak is...

1. Juist
2. Onjuist

Vroeger gingen kinderen hetzelfde werk doen als hun ouders. Tegenwoordig hebben jongeren daar geen zin in.
Dit verschil heeft te maken met:

1. De groep
2. De plaats
3. De tijd

Wat is tolerantie?

1. Iemand belachelijk maken omdat hij zich anders gedraagt
2. De normen en waarden van anderen accepteren
3. Je aan de wetten houden
4. Mensen in hokjes plaatsen

Omschrijf in je eigen woorden wat respect betekent

Leg het begrip "tolerantie" uit in je eigen woorden

Drie dingen bepalen waarom waarden en normen kunnen verschillen. Noem er twee.

Wat is het verschil tussen een dominante cultuur en een subcultuur

Geef een voorbeeld van sociale controle