Rekenen - Maanden van het jaar

Maanden
van het jaar?
1 / 14
suivant
Slide 1: Carte mentale
RekenenBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Maanden
van het jaar?

Slide 1 - Carte mentale

Ophalen voorkennis: 
De leerlingen benoemen de maanden van het jaar. Vul de woorden met de leerling samen in. 

Lesdoel: De leerlingen kunnen aan het einde van de les het aantal dagen van een maand benoemen en deze kennis gebruiken bij het uitrekenen van een datum in de toekomst (over x aantal weken) waarbij je een maand overschrijdt. 

Kerndoel 33De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur.

Slide 2 - Vidéo

De leerlingen kijken naar het filmpje van de maanden van het jaar. Het filmpje zou bij de leerlingen bekend moeten zijn gezien de maanden van het jaar in groep 4 zijn aangeboden. 

Speel de video twee keer af. De eerste keer kijken de leerlingen naar het filmpje en de tweede keer zingen de leerlingen mee. 
Lesdoel
Ik leert het aantal dagen van de maand.

Slide 3 - Diapositive

- Bespreek dat niet alle maanden evenveel dagen hebben.

Slide 4 - Diapositive

- Laat met knokkels zien hoe je kunt onthouden hoeveel dagen de maanden
hebben. 
- Benadruk dat februari afwijkend is. Leg uit dat er eens in de vier jaar
een schrikkeljaar is waarin februari 29 dagen heeft. De overige drie jaar heeft
februari 28 dagen. 
• Er zijn twee keer twee naast elkaar gelegen maanden die beide 31 dagen
hebben. Dit zijn de maanden juli en augustus. 

Slide 5 - Lien

Laat het filmpje zien. Het betreft een filmpje van Door zowel met woord als visueel te ondersteunen sp
Hoeveel dagen heeft de maand april?

Slide 6 - Question ouverte

De leerlingen werken aan de hand van hun knokkels om te achterhalen hoeveel dagen de maand april heeft. 
De leerkracht doet het voor bij het het geven van het antwoord. Modellen. 
Hoeveel dagen heeft de maand juni?

Slide 7 - Question ouverte

De leerlingen werken aan de hand van hun knokkels om te achterhalen hoeveel dagen de maand april heeft. 
De leerkracht doet het voor bij het het geven van het antwoord. Modellen. 
Hoeveel dagen heeft de maand augustus?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel maanden hebben 31 dagen?

Slide 9 - Question ouverte

De leerlingen bepalen aan de hand van de knokkels hoeveel maanden 30 dagen hebben. Antwoord is 6 maanden. 
Differentiatie voor de snelle leerlingen. Welke maanden zijn dit (januari, maart, mei, juli, augustus, oktober, december). 
Welke maand heeft na januari 31 dagen?
A
februari
B
maart
C
april
D
mei

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Samuel is jarig op 6 januari. Zijn vader is 5 weken later jarig. Op welke datum is zijn vader jarig?
A
8 februari
B
9 februari
C
10 februari
D
11 februari

Slide 11 - Quiz

De leerlingen pakken hun rekenmaatje om hierin de kalender te bekijken. 
Wat ga je doen? 
Je maakt Blok 6 Les 8 in het werkschrift. 
Je maakt Blok 6 Week 2 één taal via Ambrasoft.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maanden met 30 dagen? 
Maanden met 31 dagen? 
Januari
Februari
Maart
April
Mei
Juni
Juli
Augustus
September
Oktober
November

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Maanden met 30 dagen? 
Maanden met 31 dagen? 
Januari
Februari
Maart
April
Mei
Juni
Juli
September
Oktober
November

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions