Fase 2, jaar B, wr 1, blok 3, Les Cyberpesten

• AVO, Burgerschap
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3,4

Fase 2,  jaar B

Weekritme 1, blok 3

Cyberpesten

Doelen

• Ik weet het verschil tussen pesten en plagen
  
• Ik weet dat er verschillende rollen zijn bij pestgedrag
• Ik weet dat er verschillende manieren van pesten zijn
•  Ik kan een aantal gevolgen van pesten benoemen
  
•  Ik weet wat ik moet doen als ik gepest word. 

Wat is (Cyber)pesten?

Wat is plagen?

Wat is nou precies het verschil tussen plagen en pesten?

Plagen : 

Iedereen maakt weleens een grapje

over een ander. En een ander houdt

jou ook weleens voor de gek.

• Plagen gebeurt niet steeds bij dezelfde persoon.

• Bij plagen ben je gelijk aan elkaar.

• Je doet het niet om iemand te kwetsen.

Pesten : 

Pesten gebeurt steeds bij dezelfde persoon. 

Het gebeurt vaak, soms elke dag.

• Bij pesten ben je niet gelijk aan elkaar.
• Je doet iemand expres pijn of kwetst diegene met opzet.

•  Het heeft grote gevolgen voor de ander

Amirs haar zit een beetje in de war.
Een vriend maakt stiekem een foto.
Hij zet de foto op de klassenwhatsapp
met de tekst: “Amir had tegenwind!”.

1. Pesten
2. Plagen

Tim krijgt een berichtje: “Als je morgen
naar school komt, doe dan eerst even
wat deo op. Je stinkt!”. Hij weet niet wie
dit heeft gestuurd.

1. Pesten
2. Plagen

Tasja loopt door de gang.
Anderen beginnen te giechelen als ze
voorbij loopt. Ze heeft een briefje
op haar rug met ‘Ik ben gek!’ erop.

1. Pesten
2. Plagen

Wat vind je van dit filmpje?

Stellingen:

• Je leerkracht leest een aantal stellingen voor. 
• Iedereen gaat staan.
• Als je het met de stelling eens bent dan blijf je staan en als je het oneens bent met de stelling dan ga je zitten.
• Waarom maak je deze keuze.
  

 De pester pest omdat hij of zij bang is om zelf gepest te worden. 

 De pester en de meelopers zijn echte vrienden. 

 Wanneer er iemand gepest wordt, moet de docent/mentor dat weten.

 X zou nooit gepest worden als hij wat meer van zich zou afbijten. 

 Door niet te reageren op pesten, steun ik de pester. 

 Mooie, lieve kinderen worden nooit gepest. 

 Pesten gaat vanzelf weer over. 

 Eigenlijk wil ik iemand die gepest wordt, steunen. 

  Het slachtoffer zijn van pesten maakt je onzeker en bang.  

In onze klas wordt soms gepest. 

(Cyber)pesten heeft veel invloed
op je leven.

1. Eens
2. Oneens

(Cyber)pesten moet strafbaar gesteld worden

1. Eens
2. Oneens

Cyberpesten is gevaarlijker dan gewoon pesten.

1. Eens
2. Oneens

Welke afspraken kunnen we in de klas maken tegen (cyber)pesten?

                                                   

                                                Bedenk in tweetallen :

• een regel/afspraak om pestgedrag tegen te gaan.
• een regel/afspraak hoe jij wilt dat je klasgenoten met jou omgaan.
• een afspraak die jij belangrijk vindt voor onze klas.
• Schrijf ze op in je werkboek

                   Deze regels/afspraken schrijven we op een groot blad.

Wat heb je geleerd deze les?

Ben je tevreden over hoe je hebt gewerkt deze les? Geef je gedrag en je inzet een cijfer tussen 1-10!