5.1 en 5.2 Politiek

5.1 en 5.2 Politiek
5.1 Hoe laat ik mijn stem horen? 
5.2 Wie vertegenwoordigen het volk? 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

5.1 en 5.2 Politiek
5.1 Hoe laat ik mijn stem horen? 
5.2 Wie vertegenwoordigen het volk? 

Slide 1 - Diapositive

Planning
- Nakijken & bespreken 5.1 
- Pauze 12:30 - 13:00
- Nakijken & bespreken 5.2

Slide 2 - Diapositive

5.1 
Hoe laat ik mijn stem horen? 

Slide 3 - Diapositive

Waar denk je aan bij: verkiezingen?

Slide 4 - Carte mentale

Theorie
Actief kiesrecht- stemmen vanaf 18 jaar

Kiesgerechtigde- persoon die stemt

Gemeenteraadsverkiezingen
Provinciale verkiezingen
Indirecte vertegenwoordiging – een kiezer die iemand kiest die hem vertegenwoordigd tijdens het stemmen


Slide 5 - Diapositive

Theorie
Job
Studentenraad
- Dit zijn organisaties waar jij bij kan deelnemen met invloed op de democratie


Slide 6 - Diapositive

Verkiezingen
Europese verkiezingen
Gemeenteraadsverkiezingen
Provinciale verkiezingen
Tweedekamer verkiezingen

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

5.2
Wie vertegenwoordigen het volk ?

Slide 9 - Diapositive

Hoeveel ministers telt ons kabinet?
A
8
B
10
C
16
D
Anders namelijk....

Slide 10 - Quiz

Van welke partij zitten er de meeste ministers?
A
CDA
B
D66
C
VVD
D
Anders namelijk..

Slide 11 - Quiz

Wie bepaalt of er een wet wordt aangenomen?
A
De Eerste kamer
B
De Tweede kamer
C
De minister-president
D
De koning

Slide 12 - Quiz

Door wie wordt de regering geleid?
A
De minister-president
B
De staatsecretaris van algemene zaken
C
De voorzitter van de Eerste kamer

Slide 13 - Quiz

Hoe noem je de mensen die in de Tweede kamer zitten?
A
Ministers
B
Regeringsleden
C
Volksvertegenwoordigers

Slide 14 - Quiz

Wat is een ander woord voor een politieke partij die in de Tweede kamer zit?
A
Een fractie
B
Een groep
C
Een ploeg

Slide 15 - Quiz

Tweede kamer
Zetelverdeling- in de tweede kamer bepaald de zetelverdeling welke partijen mogen reageren.

 meerderheid- meerder partijen bij elkaar
Coalitie- een regering met verschillende partijen
Oppositie- De oppositie partijen zijn vaak kritisch over de plannen

Slide 16 - Diapositive

Tweede kamer
Compromissen- partijen moeten iets toegeven aan elkaar dat ze er iets voor terug krijgen
Poldermodel- je moet met elkaar samenwerken
Draagvlak- het afwisselen van de plannen in hun partij

Linkse partijen- met burger
Rechtse partijen- zelfstandige burger


Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Lien

5.2 Opdracht 6 
Werk in tweetallen. Ga samen op onderzoek uit wie de ministers zijn van alle ministeries. 
Beantwoord samen de vragen.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien