1.1. waar heb je behoefte aan?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

Startopdracht les

1. Zet je tas op de grond.

2. Pak je tablet eruit (niet opstarten)

3. Pak je werkboek, rekenmachine en pen.

3. De rest van tafel.

4. Wacht rustig tot dat we starten.

Economie 

Economie 

Wat gaan we doen?

1.  Kennismaken - Wie ben ik? 

2. Verwachtingen en afspraken in de les 

3. Uitleg boek icm PTA

4. Materiaal nodig voor de les

4. Start met Hoofdstuk 1 - paragraaf 1

5. Afsluiting

Lesdoelen

1.  Ik kan in eigen woorden uitleggen wat het vak inhoud.
   
2. Ik kan uitleggen hoe en wanneer ik huiswerk moet maken.
   
3. Ik kan uitleggen welke materialen ik voor het vak nodig heb.
   
4. Ik kan uitleggen hoe we het Economie boek  en schrift gebruiken.
   
5. Ik kan uitleggen hoe een standaard economie les is ingedeeld.
   
6. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.
7. Ik kan de begrippen en berekeningen uit paragraaf 1 uitleggen en toepassen.

Wie is meneer Kester

Docent Economie

Docent Rekenen lj1 

Docent BECO

Mentor M3K

Verwachtingen en afspraken

Wat verwacht ik van jullie?

Wat mag je van mij verwachten?

Respect, omgang met elkaar, spullen en huiswerk op orde, actieve deelname in de les betrekking op leerstof

Afspraken stoplicht

Rood is stil (bijv. bij de uitleg)
Oranje is fluisteren (bijv. tijdens het werken)
Groen is praten (bijv. aan het begin of einde van de les)

Als je iets wilt zeggen tijdens een rood stoplicht steek je je vinger op.

Wat heb je voor Economie nodig?

Hoe verloopt een les?

1. Welkom /start van de les - uitleg wat gaan we doen?
2. Bespreken lesdoelen vorige les  en/of huiswerk bespreken 
3. Blok 1 - Uitleg van de theorie 
4. Zelfstandig werken - Maken van opdrachten.  Alles gemaakt dan controle. Alles gemaakt dan geen  huiswerk.
5. Blok 2 - Uitleg van de theorie 
6. Zelfstandig werken - Maken van opdrachten. Alles gemaakt dan controle. Alles gemaakt dan geen huiswerk.
7. Afsluiting - bespreken van hoe de les is gegaan. En vooruit kijken.

De online omgeving

        Lesson up                                                Teams

Economie in mavo 3

Pincode vmbo-gt 3, 7e editie

Reproduceren, toepassen en inzicht vragen.

Begrippen en formules

SO: hoofdstuk 1  (eind sept)    

Toetsweek 1: hoofdstuk 1 en 2 

Dit betekent 1 a 2 paragraven per week.

Verder nog twee andere toetsweken.

Details hiervan volgen in de loop van het jaar.

Start met hoofdstuk 1 

Wat heb je nodig:

- pincode werkboek versie 7

- schrift

- pen & rekenmachine 

Klassikaal inzien boek + start maken boek.

Hoofdstuk 1

Schriftgebruik

Ik verwacht van jullie het volgende:

- Per paragraaf laat je een bladzijde vrij voor aantekeningen.

- Aan het begin van elk hoofdstuk schrijf je in je schrift bovenaan de titel van het hoofdstuk en daaronder de titel van de eerst paragraaf etc.

- Dat jullie aantekeningen meeschrijven (begrip betekenis en formule) 

Waarom verwacht ik dit?  

Afspraken 

Schrijf altijd je berekeningen op!

Denk aan €/% etc. 

Antwoord in hele zinnen.

Rond je antwoorden goed af! Personen gehele getallen, geld op twee decimalen, alle andere getallen op één decimaal TENZIJ anders vermeld!

Meerkeuze vragen beantwoord je met een hoofdletter. 

Hoofdstuk 1

hoe welvarend ben jij?

1.1 Kun jij kopen wat je wilt?

1.2 Hoe word jij beïnvloed?

1.3 Je inkomsten en uitgaven?

1.4 Wordt alles duurder?!

In deze paragraaf leer je

Wat zijn behoeften?  Primaire en secundaire.

Wat het verschil tussen goederen en diensten zijn

Wat consumeren en zelfvoorziening is.

Wat welvaart is en hoe dit kan stijgen.

Rekenen:

Reken met procenten (percentage naar getal)

Wat zijn goederen?

1. Fiets
2. Winkelbediende
3. Telefoniste
4. Pakken melk

Wat is schaarste in de economie

1. Dat zijn goederen waarvoor inspanningen zijn geleverd
2. Het is er heel weinig van
3. Zeewater, zonlicht en wind

Welvaart

De mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien, noem je welvaart.

Het tegenovergestelde van welvaart is armoede. 

Welvaart (2)

Hoe meer behoeften je kunt bevredigen hoe hoger je welvaart.

Normaal gesproken dus hoe meer geld en tijd (=middelen) iemand heeft hoe hoger de welvaart.

 Welvaart in Nederland 

Welvaart in de wereld

Wat is welvaart?

1. Hoeveel iemand kan kopen
2. In hoeverre je in je behoefte kunt voorzien
3. Hoe leuk je je leven vindt
4. Hoeveel je kunt bewegen

Maakwerk

Wat ga je doen	maken paragraaf 1 opdracht 1 t/m 11 blz 11
Hoe ga je dit maken?	zelfstandig Vragen? Eerst je buur en als 2e de uitlegtafel.
Ben je klaar?	Wacht je rustig en mag je fluisterend praten
LET OP!	Het stoplicht.

rustmoment

Hoeveel ben je waard?

Hoeveel ben je waard?

Iedereen is wat waard? Maar hoeveel?

Op dit moment ben ik, Meneer Kester = 450 euro waard.

Ik heb 450 euro  aan spullen aan. 

Hoeveel ben jij waard? 

Schrijf alles wat je hebt op en tel op!! 

Klaar? Wacht tot de bel gaat.

Schriftgebruik

Ik verwacht van jullie het volgende:

- Per paragraaf laat je een bladzijde vrij voor aantekeningen.

- Aan het begin van elk hoofdstuk schrijf je in je schrift bovenaan de titel van het hoofdstuk en daaronder de titel van de eerst paragraaf etc.

- Dat jullie aantekeningen meeschrijven (begrip betekenis en formule) 

Waarom verwacht ik dit?  

Reken met procenten

Te berekenen aantal of bedrag

Optie 1                                 percentage : 100 x totaal

Optie 2                                totaal : 100 x percentage

Optie 3                                Gebruik maken van een verhoudingstabel

Rekenen met een verhoudingstabel 

Rekenen met een verhoudingstabel

Verhoudingstabel maken

Bekijk het cirkeldiagram hiernaast. Een ijssalon verkoopt per week 2.800 bolletjes ijs.
Bereken het aantal bolletjes vanille ijs.

Maakwerk

Wat ga je doen	maken paragraaf 1 opdracht 12 t/m 14
Hoe ga je dit maken?	zelfstandig Vragen? Eerst je buur en als 2e de uitlegtafel.
Ben je klaar?	Maak opdr 1 t/m 5 op blz 32. Daarna w acht je rustig en mag je fluisterend praten
LET OP!	Het stoplicht.

Afsluiting

Lesdoelen

1.  Ik kan in eigen woorden uitleggen wat het vak inhoud.
   
2. Ik kan uitleggen hoe en wanneer ik huiswerk moet maken.
   
3. Ik kan uitleggen welke materialen ik voor het vak nodig heb.
   
4. Ik kan uitleggen hoe we het Economie boek  en schrift gebruiken.
   
5. Ik kan uitleggen hoe een standaard economie les is ingedeeld.
   
6. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.
7. Ik kan de begrippen en berekeningen uit paragraaf 1 uitleggen en toepassen.

Hoe vond je de les?

😒🙁😐🙂😃

De volgende les wil ik graag....

Meer uitleg

Meer zelfstandig werken

Meer afwisseling in de les

Meer iets actiefs doen

Meer .. (vul zelf in)

Huiswerk

§1.1 af en in je schrift.

Neem de spullen die je voor de les nodigt hebt mee?

Eindopdracht les

1. Pak je spullen in.
2. Blijf zitten
3. Wacht rustig tot de bel.
4. Schuif je stoel aan als de bel gaat.