H5.3 - Les 8: Snelle economische veranderingen

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

LAND IN ZUIDOOST-AZIË: INDONESIË

H5: INDONESIË

[e-mail]

INDONESIË

Wat gaan we doen vandaag?

           Start paragraaf 3: Snelle economische veranderingen

                         - Check overzichtskaart

                         - Aan de slag met thematische kaart

                         Je hebt je schrift hard nodig vandaag!

                         

DE VORIGE LES

15. Je kunt het verschil uitleggen tussen een natuurlijke- en een kunstmatige grens. (B164)

16. Je kunt uitleggen hoe religies zoals de islam, het hindoeïsme en het boeddhisme in

Zuidoost-Azië zijn gekomen.

17. Je kunt in je eigen woorden uitleggen wat een kolonie is. (B249)

18. Je kunt benoemen welke Europese landen een kolonie hadden in Zuidoost-Azië. (figuur 12)

19. Je kunt uitleggen waarom Europese landen graag een kolonie wilden in Zuidoost-Azië.

20. Je kunt uitleggen hoe je in een land kan zien dat het vroeger een kolonie was.

21. Je kunt 2 kenmerken van een staat benoemen. (B164)

22. Je kunt uitleggen hoe de zelfstandige staten in Zuidoost-Azië ontstonden.

23. Je kunt uitleggen hoe het ontstaan van deze zelfstandige staten kon leiden tot ruzie tussen landen.

CHECK OVERZICHTSKAART

LESDOELEN

24. Je kunt uitleggen wie tot de beroepsbevolking  van een land behoren.

25. Je kunt benoemen uit welke 3 sectoren dei beroepsbevolking bestaat.

26. Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van de beroepsbevolking  anders is geworden tussen 1984 en 2017.

27. .....................

LEG UIT: Wat is het verschil tussen uitleggen, benoemen en beschrijven?

LESDOELEN

24. Je kunt uitleggen wie tot de beroepsbevolking  van een land behoren.

25. Je kunt benoemen uit welke 3 sectoren de beroepsbevolking bestaat.

26. Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van de beroepsbevolking  anders is geworden tussen 1984 en 2017.

27. Je kunt uitleggen uit welke 4 onderdelen de primaire (landbouw) sector bestaat.

28. Je kunt 3 vormen van landbouw benoemen.

29. Je kunt uitleggen welke vorm van landbouw vooral in Indonesië wordt toegepast.

Open pagina 76/77 in je leerboek

We lezen samen: 

                         Samenstelling beroepsbevolking

24. Je kunt uitleggen wie tot de beroepsbevolking van een land behoren.

25. Je kunt benoemen uit welke 3 sectoren de beroepsbevolking bestaat.

- Landbouw

- Industrie

- Diensten

Werken in 3 sectoren

Primaire sector - 1e

Werk waarbij producten regelrecht uit de natuur worden gehaald.

Secundaire sector - 2e

Werk waarbij producten uit de eerste sector worden bewerkt.

Tertiaire sector - 3e

Werk dat zich bezighoudt met het verlenen van diensten.

PRIMAIRE SECTOR: Landbouw

Producten worden hier direct uit de natuur gehaald. Bijvoorbeeld:

• Boeren, vissers en mijnwerkers.

14% van de Indonesiërs werkt in de landbouw.

Dit zijn vooral rijstvelden (sawa's).

SECUNDAIRE SECTOR:

Industrie

Producten uit de primaire sector worden hier bewerkt. Bijvoorbeeld:

• Kleding, schoenen en auto's

40% van de Indonesiërs werkt in de industrie.

Het in elkaar zetten van producten noem je: assemblage.

TERTIAIRE SECTOR:

Diensten

Mensen in de diensten verlenen diensten. Bijvoorbeeld:

• Leraren, verkopers en horeca.

46% van de Indonesiërs werkt in de dienstensector. De meeste dus!

Veel mensen in de dienstensector doen ongeschoold werk: 

                                    Informele sector.

MIJNWERKER

CHEFKOK

IJSJESVERKOPER

OP HET STRAND

IEMAND DIE

SCHOENEN MAAKT

IEMAND DIE

SCHOENEN

SCHOONMAAKT

Boer

Bakker

Broodverkoper

Hoe was dit denk je in 1984?

Open pagina 81 in je werkboek en maak opdracht 1.

Klaar?

Vul 26 in van de K&K-lijst

SAMENSTELLING 2017:

Primair: 14%

Secundair: 40%

Tertiair: 46%

OPEN B197

LANDBOUW

27. Je kunt uitleggen uit welke 4 onderdelen de primaire (landbouw) sector bestaat.

28. Je kunt 3 vormen van landbouw benoemen.

29. Je kunt uitleggen welke vorm van landbouw vooral in Indonesië wordt toegepast.

1. AKKERBOUW

2. TUINBOUW

3. VEETEELT

4. BOSBOUW

Aan de slag met de thematische kaart!

Vorige les heb je de kaartopdracht gekregen.

En nu?

• Waar wil je een thematische kaart over maken?
• Bedenk goed waar allemaal thematische kaarten over bestaan!

Wat mag je gebruiken?

• Leerboek / Chromebook / atlas

  Aan de slag!             

H5.3: Snelle economische veranderingen:

• Open pagina 76/77 in je leerboek.
• Gebruik basisboeknummers 196 en 197
• Maak opdracht 1, 2, 3, 4 en 5

Regels:

- Je mag samenwerken / zit je alleen, dan werk je alleen.