jaar 2

Opening
Terugblik
Uitleg nieuwe stof
Vragen
Zelfstandig werken 
Samenvatten.
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Opening
Terugblik
Uitleg nieuwe stof
Vragen
Zelfstandig werken 
Samenvatten.

Slide 1 - Diapositive

Terugblik
  • Concumentenorganisaties 
  • Regels in de wet
  • Garantie

Slide 2 - Diapositive

Uitkomen met je geld - 1.4

Slide 3 - Diapositive

Rekenen met de begroting

Slide 4 - Diapositive

Een begroting 
Begroting
Een begroting is een overzicht van je verwachte inkomsten en verwachte uitgaven voor de komende periode. 

Slide 5 - Diapositive

Soorten inkomens
Loon
Winst
Uitkering

Slide 6 - Diapositive

3 soorten uitgaven:
Waaraan geef je je geld uit???
Soorten uitgaven:
  • Huishoudelijke uitgaven
de alledaagse uitgaven voor je huishouden. (dagelijkse uitgaven)
  • vaste lasten
de uitgaven die je met een vaste regelmaat moet betalen

  • incidentele uitgaven
meestal grote uitgaven die je niet zo vaak doet en niet met een vaste regelmaat

Slide 7 - Diapositive

Reserveren
Reserveren = sparen 

Slide 8 - Diapositive

Maak opgaven
44, 46, 50, 54, 55

Slide 9 - Diapositive

WAT IS EEN BUDGET?
A
geld wat je te besteden hebt
B
dat zijn onkosten
C
dat is een begroting
D
geld voor oliebollen

Slide 10 - Quiz

Goederen of diensten?
Een lesboek
A
Goederen
B
Diensten

Slide 11 - Quiz

Wat zijn geen goederen?
A
tas
B
schoonmaken
C
pen
D
krant

Slide 12 - Quiz

Hoe reken je om van week naar maand?
A
x 52 ÷ 12
B
x 12 ÷ 52
C
x 4

Slide 13 - Quiz

Wat het is het gemiddelde van: € 250 & € 300 & 230 & € 410 & € 500
A
€ 340,-
B
€ 338,-
C
€ 342,-
D
€ 336,-

Slide 14 - Quiz

Wat voor soort uitgave is er afgebeeld?
A
Huishoudelijke uitgave
B
Vaste lasten
C
Incidentele uitgaven

Slide 15 - Quiz

Op een spaarrekening waar je € 7.500,- hebt gespaard. Je krijgt 2,4% rente. Hoeveel rente ontvang je?
A
€ 180,-
B
€ 150,-
C
€ 1.800,-
D
€ 1.500,-

Slide 16 - Quiz

Pindakaas is in de bonus. Normaal is de prijs € 2,99. Nu krijg je 25 % korting. Wat is de nieuwe prijs?
A
€ 0,75
B
€ 0,74
C
€ 2,24
D
€ 3,74

Slide 17 - Quiz

Geef de juiste drie soorten inkomens:
A
Inkomen uit arbeid
B
Inkomen uit bezit
C
Incidenteel inkomen
D
Overdrachtsinkomen

Slide 18 - Quiz

Je hebt recht op een deugdelijk product. Wat is een deugdelijk product?
A
Het product moet bij normaal gebruik voldoen aan de verwachtingen die ervan mag hebben
B
Het product moet altijd van de beste kwaliteit zijn
C
Bij verkeerd gebruik moet product blijven functioneren

Slide 19 - Quiz

In welke geval heb je recht op garantie?
A
het krop sla van de supermarkt is na een week bruin geworden
B
je nieuwe Playstation wil niet meer aan
C
je wil je PS2 laten repareren
D
je fiets heeft een lekke band

Slide 20 - Quiz

Welk bedrag is economisch correct?
A
€66,99,81.09
B
€6,500,10
C
7.000,12
D
€6.500,10

Slide 21 - Quiz

Waardoor kan je consumentengedrag worden beinvloed?
A
Commerciële- en sociale beinvloeding
B
Sociale- en gemeentelijke beinvloeding
C
commerciële- en leeftijd beinvloeding

Slide 22 - Quiz