Kader 2 H1.4

Welkom Kader 2! 
Economie 
Hoofdstuk 1.4 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom Kader 2! 
Economie 
Hoofdstuk 1.4 

Slide 1 - Diapositive

Aan het einde van de les weet ik:
Wat voor een soort inkomens er zijn.
Hoe je een begroting kan opstellen.
Hoe je bedragen kan omrekenen
van een week naar een maand & omgekeerd.

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen? 
1. Korte herhaling vorige paragraaf 
2. Uitleg H1.4 
3. Alvast beginnen aan het huiswerk

Slide 3 - Diapositive

Herhaling vorige paragraaf:
Wat is en doet een consumentenorganisatie?
(Noem een voorbeeld) 
 Wat verstaan we onder een deugdelijk product?
Wat is garantie? 

Slide 4 - Diapositive

Soorten inkomens
Inkomen uit arbeid
(loon)
Inkomen uit bezit
(winst)
Overdrachtsinkomen
(uitkering)

Slide 5 - Diapositive

Soorten uitgaven
Huishoudelijke uitgaven
Vaste lasten
Incidentele uitgaven

Slide 6 - Diapositive

Huishoudelijke uitgaven / dagelijkste uitgaven
Zijn de gewone uitgaven die je voor je huishouden doet.

Voorbeelden:
De wekelijkse boodschappen
Uitgaan 


Slide 7 - Diapositive

Vaste lasten
Uitgaven die met een regelmaat terugkeren.

Bijvoorbeeld:
-Sportabbonement
-Gas, water en licht
-Huur/hypotheek

Slide 8 - Diapositive

Incidentele uitgaven
Meestal grote uitgaven die je maar af en toe doet.

VB:
Auto gaat kapot.
Op vakantie gaan.
Wasmachine gaat kapot.

Slide 9 - Diapositive

Begroting
Begroting = overzicht van verwachte inkomsten en verwachte uitgaven van een komende periode


Slide 10 - Diapositive

Omrekenen
Lisa heeft €5 zakgeld per week. Hoeveel zakgeld krijgt Lisa per maand? 

Hoeveel weken zitten er in een maand? 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Reserveren

Slide 13 - Diapositive

Nu jullie: 
In de meivakantie wil je op vakantie naar Spanje. Dit kost €450.  Je hebt nog 6 maanden om hiervoor te sparen. 
Je hebt al €150 gespaard. 

Hoeveel moet je per maand
reserveren om op vakantie te kunnen? 
timer
2:00

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag! 
Alvast beginnen met hoofdstuk 1.4 
Succes!
timer
15:00

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Geld opzijleggen voor bepaalde uitgaven.
A
inkomen
B
budget
C
schadeverzekering
D
reserveren

Slide 17 - Quiz

De huur van het huis is een voorbeeld van
A
Huishoudelijke uitgaven
B
Vaste lasten
C
Incidentele uitgaven

Slide 18 - Quiz

Een begroting is een overzicht van de inkomsten en uitgaven van de vorige periode.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

TOETSMOMENTEN
Pak jullie agenda's.
Begrippentoets hoofdstuk 1: Donderdag 8 oktober.
Toets heel hoofdstuk 1: Donderdag 15 oktober. 

Slide 20 - Diapositive