Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
2HV Woordsoorten hww kww zww
2HV Woordsoorten
Hulpwerkwoord, zelfstandig werkwoord
of koppelwerkwoord
1 / 35
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
35 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
2HV Woordsoorten
Hulpwerkwoord, zelfstandig werkwoord
of koppelwerkwoord
Slide 1 - Diapositive
Ik heb op een tropisch eiland gewoond.
heb =
A
een hulpwerkwoord (hww)
B
een zelfstandig werkwoord (zww)
Slide 2 - Quiz
Ik heb op een tropisch eiland gewoond.
gewoond =
A
een hulpwerkwoord (hww)
B
een zelfstandig werkwoord (zww)
Slide 3 - Quiz
3
Slide 4 - Vidéo
01:46
Doe =
A
zww
B
hww
Slide 5 - Quiz
02:06
Ik heb goed mijn best gedaan.
heb =
A
zww
B
hww
Slide 6 - Quiz
02:30
Ik had goed mijn best willen doen.
Hww =
A
had
B
had - willen
C
willen
D
had - doen
Slide 7 - Quiz
'In een zin staat altijd een hulpwerkwoord.'
Deze uitspraak is .......
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quiz
Ik kan hulpwerkwoorden en zelfstandige werkwoorden in een zin juist benoemen.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 9 - Sondage
Zelfstandig werkwoord
Een zelfstandig werkwoord geeft een
handeling
of
gebeurtenis
aan.
Ik fiets naar school.
Jan doet de was.
De zon schijnt vandaag de hele dag.
De verkoper sluit zijn winkel vandaag vroeg.
Slide 10 - Diapositive
Ik blijf in mijn bed vandaag.
Is er sprake van een handeling of gebeurtenis?
A
ja
B
nee
Slide 11 - Quiz
Ik blijf boos vandaag.
Is er sprake van een handeling of gebeurtenis?
A
ja
B
nee
Slide 12 - Quiz
Meneer Van Dale schijnt me goedgelovig.
Is er sprake van een handeling of gebeurtenis?
A
ja
B
nee
Slide 13 - Quiz
Het licht schijnt in mijn gezicht.
Is er sprake van een handeling of gebeurtenis?
A
ja
B
nee
Slide 14 - Quiz
Koppelwerkwoord
Een koppelwerkwoord geeft een
toestand, eigenschap
of
kenmerk
aan.
Mijn vader was gisteren heel vrolijk.
Vrolijk zegt iets over mijn vader.
'Was' koppelt de toestand 'vrolijk' aan mijn vader.
Slide 15 - Diapositive
Koppelwerkwoord
Er zijn 9 koppelwerkwoorden.
Sommige koppelwerkwoorden komen (veel) vaker voor dan andere.
1. zijn
2. worden
3. blijven
4. blijken
5. lijken
6. schijnen
7. heten
8. dunken
9. voorkomen
Slide 16 - Diapositive
De moeder van Sharon is vandaag jarig.
'is' =
A
zww
B
kww
Slide 17 - Quiz
Vroeger waren mijn ouders erg streng.
'was' =
A
zww
B
kww
Slide 18 - Quiz
Maak een korte zin met het koppelwerkwoord 'blijven'.
Je zin heeft maximaal 5 woorden.
Slide 19 - Question ouverte
KWW of ZWW?
In een zin staat een zww
of
een kww.
Ze kunnen
nooit
samen in een zin staan.
Verder gelden dezelfde regels als bij een zww.
Dus als er meer werkwoorden in een zin staan, is er altijd maar één kww; de rest van de werkwoorden zijn hww.
Slide 20 - Diapositive
KWW
Die som is heel erg last gebleken.
Die som <-> heel erg lastig
Die som bleek heel erg lastig.
Slide 21 - Diapositive
Naar de basis.....
Soms staat er in een zin meer informatie dan je echt nodig hebt.
Een aantal dagen geleden is de stoere jongen onderweg naar huis op zijn fiets onwel geworden.
Slide 22 - Diapositive
Hij dunkt me een vriendelijke jongen.
dunkt =
A
hww
B
kww
C
zww
Slide 23 - Quiz
Mijn broertje is tot wel heel laat op het feest gebleven.
is =
A
hww
B
kww
C
zww
Slide 24 - Quiz
Mijn broertje is tot wel heel laat op het feest gebleven.
gebleven =
A
hww
B
kww
C
zww
Slide 25 - Quiz
Die oude man had vroeger graag brandweerman willen worden.
had =
A
hww
B
kww
C
zww
Slide 26 - Quiz
Die oude man had vroeger graag brandweerman willen worden.
worden =
A
hww
B
kww
C
zww
Slide 27 - Quiz
Vorig jaar zijn we naar Spanje op vakantie geweest.
geweest =
A
hww
B
kww
C
zww
Slide 28 - Quiz
Toen hij boos werd, was ik heel verbaasd.
werd =
A
hww
B
kww
C
zww
Slide 29 - Quiz
Toen hij boos werd, was ik heel verbaasd.
was =
A
hww
B
kww
C
zww
Slide 30 - Quiz
Een vakantie naar Thailand heeft mij altijd leuk geleken.
Het kww is.....
A
heeft
B
geleken
Slide 31 - Quiz
De bakker heeft de winkel eerder gesloten.
gesloten =
A
hww
B
kww
C
zww
Slide 32 - Quiz
Lesley en Fleur willen later dierenarts worden.
worden =
A
hww
B
kww
C
zww
Slide 33 - Quiz
Ik snap het verschil tussen een gebeurtenis/handeling en een toestand/eigenschap.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 34 - Sondage
Ik kan het onderscheid maken tussen een kww en zww.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 35 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
do 4 feb Hf 4 bespreekles woordsoorten zww - hww - kww
Février 2021
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Zelfstandige werkwoorden, koppel- en hulpwerkwoorden
Octobre 2022
- Leçon avec
36 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
29 nov 2L
Novembre 2023
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
1 dec 2L
Novembre 2023
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Zelfstandige werkwoorden, koppel- en hulpwerkwoorden
Décembre 2024
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
NN 2 - Grammatica 2w - koppel- en hulpwerkwoorden
Décembre 2022
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
NN 2 - Grammatica 2w - koppel- en hulpwerkwoorden
Février 2023
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Hf 4 woordsoorten zww - hww - kww
Janvier 2021
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1