VPK leerjaar 2 toets periode 2

Hoe goed heb jij geleerd voor VPK toets van periode 2?

Test je kennis!
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoe goed heb jij geleerd voor VPK toets van periode 2?

Test je kennis!

Slide 1 - Diapositive

Casus van Veen

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn symptomen van een depressie? (kunnen meerdere antwoorden goed zijn)
A
Je bent somber of neerslachtig, je hebt minder plezier in het leven, je eet minder
B
Je eet meer, je hebt last van slapeloosheid, je bent vermoeid
C
Je hebt een extreem uitgelaten stemming, je neemt veel initiatieven tot contact
D
Je kan snel boos zijn en ruzie maken, je hebt nauwelijks behoefte aan slaap, je bent, je gedachten schieten alle kanten op.

Slide 3 - Quiz

Wat zijn de symptomen van een bipolaire- stemmingsstoornis? (Kunnen meerdere antwoorden goed zijn)
A
Het bestaat uit een manische periode en een depressieve periode
B
Vaak komt meteen na een manische periode een depressieve periode
C
Je bent continu slecht en hebt continu negatieve gedachtes
D
Een bipolaire stoornis begint vaak tussen het 15e en 30e levensjaar, maar kan ook op latere leeftijd beginnen

Slide 4 - Quiz

Wat kan een oorzaak van een depressie zijn? (kunnen meerdere antwoorden goed zijn)
A
Het kan erfelijk zijn
B
Het kan te maken hebben met neurotransmitters, zoals dopamine of noradrenaline, maar ook door schildklieraandoeningen
C
Het kan komen door veel stress, faalangst, weinig zelfvertrouwen
D
Het kan komen door een ingrijpende gebeurtenis in het leven van een persoon.

Slide 5 - Quiz

Waar moet je aan denken bij het begeleiden van een zorgvrager met een depressie? (Kunnen meerdere antwoorden goed zijn)
A
Dag-structuur bieden, Luisteren naar zijn/ haar gevoelens.
B
Proberen een depressieve zorgvrager op te vrolijken tijdens een negatieve periode
C
Goedbedoelde adviezen geven
D
Geef de zorgvrager uitleg over een depressie.

Slide 6 - Quiz

Meestal is er niet één oorzaak waardoor u een depressie krijgt. Het komt vaak door een combinatie van de volgende oorzaken: Biologisch, psychische en sociale oorzaken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Uit welke vier fasen bestaat een anamnese gepsrek?
A
Begroeting, voorstellen afdeling, kennismaken, vragen stellen
B
Voorbereiding, het eigenlijke vraaggesprek, samenvatten, afsluiten
C
Voorbereiding, inleiding, het eigenlijke vraaggesprek, de afsluiting
D
Voorbereiding, het eigenlijke vraaggesprek, doorvragen, afsluiting

Slide 8 - Quiz

Bij welk gesprek gaat het om het opbouwen van een relatie tussen jou, de zorgvrager en zijn naasten.
A
Evaluatiegesprek
B
Kennismakingsgesprek
C
Intakegesprek
D
Introductiegesprek

Slide 9 - Quiz

Noem twee aandachtspunten die belangrijk zijn bij een dagprogramma in de geestelijke gezondheidszorg.

Slide 10 - Question ouverte

Welke aspecten vind je in het farmacotherapeutisch kompas? (Kunnen meerdere antwoorden goed zijn)
A
Adviezen over gebruik en dosering, indicaties
B
eigenschappen van de stof, contra-indicaties
C
Merknaam van medicatie, Wie welke medicatie mag gebruiken
D
Geschiedenis van de medicatie, fabriek waar de medicatie is gemaakt.

Slide 11 - Quiz

Noem zoveel mogelijk bijwerkingen van antidepressiva.

Slide 12 - Question ouverte

De kans op een depressie is bij mannen hoger dan bij vrouwen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Casus Klomps

Slide 14 - Diapositive

Waar moet een voorlichtingsplan aan voldoen?
A
Diagnose, planning, uitvoering, evaluatie
B
Voorbereiden, plannen, uitvoeren, evaluatie
C
Probleem bekijken, probleem analyseren, uitleg geven, nabespreken
D
Voorbereiden, plannen, diagnose, evaluatie

Slide 15 - Quiz

Hoe verzamel je in de goede volgorde systematisch gegevens binnen het verpleegkundig proces?
A
Diagnostische fase, uitvoerende fase, planningsfase,, evaluatiefase
B
Planningsfase, diagnostische fase, uitvoerende fase, evaluatiefase
C
Diagnostische fase, Planningsfase, uitvoerende fase, evaluatiefase
D
Planningsfase, uitvoerende fase, Evaluatiefase, diagnostische fase

Slide 16 - Quiz

De eerste verschijnselen van dementie zijn: Moeite met oriëntatie, beslissingen nemen, rekenen, zich iets herinneren wat kort geleden is gebeurd en met geld omgaan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Verdult en Van der Kooij (1997) beschrijven het dementieproces vanuit de ik-beleving (hoe de dementerende zichzelf ervaart) en hoe dit tot uiting komt in het gedrag. Benoem de vier fasen.

Slide 18 - Question ouverte

De bedreigende ik fase kenmerkt zich door de volgende symtomen: Deken verloopt trager, taalgebruik is minder goed, het handelen verloopt trager
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Welke benaderingswijze kun je inzetten bij ouderen met een vergevorderde vorm van dementie?
A
Validation
B
snoezelen
C
ROB

Slide 20 - Quiz

Label
Verschijnselen
Beïnvloede factoren
Beoogde resultaten
Probleem
symptomen
Oorzaak
Doel

Slide 21 - Question de remorquage

Hoe goed heb jij gescoord?

Slide 22 - Diapositive