2KGL_H9

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 2

9.1 Omtrek cirkel

blz. 84

Het rode lijnstuk heet de ________

Het blauwe lijnstuk heet de ________

Het blauwe lijnstuk is _____ cm lang.

Omtrek van een cirkel berekenen

Hoe bereken je de omtrek van een cirkel?

1. Pak een koffiebekertje.
2. Gebruik een touwtje om de omtrek van de bovenkant te meten.
3. De formule voor de omtrek van een cirkel bereken je door:       diameter cirkel x ______ = omtrek cirkel
4. Welk getal komt op de lege plek te staan?

Omtrek cirkel

Ongeveer 22 cm gemeten met touwtje.

7 cm x ______ cm = 22 cm

22 / 7 = 3,14

π = 3,14

Zoek π op je rekenmachine 

Aan de slag

blz. 85

opdracht 7 t/m 10 (+U1)

9.2 Oppervlakte cirkel

Omtrek cirkel

Wat is de omtrek van de cirkel hiernaast?

Rond je antwoord af op 1 decimaal.

• 12 x π = 37,7 cm

Oppervlakte cirkel

Kijk mee op blz. 88

Oppervlakte van een rechthoek is lengte x breedte.

lengte = helft van 10 x π = 5 x π

breedte = 5

Dus, oppervlakte cirkel = 5 x 5 x π

Aan de slag + HW

blz. 89

opdracht 14 t/m 18 (+U2?)

9.5 Inhoud samengestelde ruimtefiguren

Inhoud cilinder

Met welke formule bereken je de inhoud van een cilinder?

• inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak x hoogte
• oppervlakte cirkel = π x straal x straal

Opdracht 9.3 nakijken

blz. 100

Aan de slag + HW

blz. 101

opdracht 38 t/m 41 (+U5?)

Aan de slag

gemengde opdrachten

blz. 112 en 113