5. De regering

Planning 
  • Aanwezigheid 
  • Doel 
  • Terugblik 
  • Video met kijkvragen 

  • Uitleg + aantekeningen
  • Zelfstandig werken  

Doelen:
    -Je kan uitleggen hoe de regering wordt gevormd. 
- Je kan benoemen waaruit de regering bestaat. 
- Je kan minimaal 3 beleidsterreinen benoemen.
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Planning 
  • Aanwezigheid 
  • Doel 
  • Terugblik 
  • Video met kijkvragen 

  • Uitleg + aantekeningen
  • Zelfstandig werken  

Doelen:
    -Je kan uitleggen hoe de regering wordt gevormd. 
- Je kan benoemen waaruit de regering bestaat. 
- Je kan minimaal 3 beleidsterreinen benoemen.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In het parlement zitten
A
Volksvertegenwoordigers /kamerleden
B
Minsters en staatssecretarissen
C
Koning en minsters
D
Eerste Kamer & Tweede Kamer

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Parlement 
Eerste Kamer + Tweede Kamer 
volksvertegenwoordigers/ kamerleden

Slide 3 - Diapositive

Wie kiest het parlement? 
Wie besturen dus het land?
Parlement 
Eerste Kamer + Tweede Kamer 
volksvertegenwoordigers/ kamerleden
Taken van het parlement:

  • (mede)wetgeving
  • controleren van kabinet

Slide 4 - Diapositive

Wie kiest het parlement? 
Wie besturen dus het land?
De regering 
1. Aanwezigheid 
2. Huiswerk 
3. Terugblik 
4. Uitleg de regering 
5. Zelfstandig werken 


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke ministeries/ beleidsterreinen?

  1. Ministerie van Algemene Zaken
  2. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
  3. Ministerie van Buitenlandse Zaken
  4. Ministerie van Defensie
  5. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
  6. Ministerie van Financiën
7. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
8. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
9. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
10. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
11. Ministerie van Justitie en Veiligheid
12. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

kijkvragen uitdelen 
Kijkvragen 
1. Wat betekent het woord ‘democratie’?

2. Door wie wordt de regering gecontroleerd?

3. Wie zitten er in Vak K?

4. Benoem minimaal drie beleidsterreinen/ ministeries.

5. Waarom wordt het jaar 1848 gezien als de start van de democratie?

6. Van welk ministerie is de minister-president de minister?


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klassikaal lezen 
Ga naar de Wikiwijs H 5 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In het kabinet zitten
A
Volksvertegenwoordigers/ kamerleden
B
Ministers en staatssecretarissen
C
Koning en minsters
D
Eerste Kamer & Tweede Kamer

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kabinet
Ministers en staatssecretarissen 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kabinet
Ministers en staatssecretarissen 
Taken kabinet:
  • Uitvoerende macht 
  • Vraagt toestemming voor plannen  aan het Parlement 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regering 
Koning en ministers 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regering 
Koning en ministers 
De koning beslist niet mee over de regels en wetten. Dat doet het dagelijks bestuur (het kabinet)
Wat doet de koning
Een handtekening zetten onder alle wetten;
De troonrede voorlezen op Prinsjesdag;
Overleg voeren met de minister-president;
Ons land vertegenwoordigen in het buitenland;
Ministers en staatssecretarissen beëdigen.

Slide 14 - Diapositive

Sinds 1815 is Nederland een koninkrijk. Koning Willem-Alexander is het staatshoofd en hij is een belangrijk persoon in ons land. Toch heeft hij vrijwel geen macht. Hij is officieel lid van de regering, maar hij mag zich niet bemoeien met politieke kwesties. Dat komt doordat Nederland een democratie is waar in de volksvertegenwoordiging de besluiten neemt.

De koning heeft wel een aantal belangrijke taken. Hij moet:

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Taken van de koning 
een handtekening zetten onder alle wetten;
de troonrede voorlezen op Prinsjesdag;
overleg voeren met de minister-president;
ons land vertegenwoordigen in het buitenland;
ministers en staatssecretarissen beëdigen.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig werken 
Lezen hoofdstuk 5 
Maken vraag 1 t/m 8
Begrippenlijst 
Leren H 1 t/m 3
Doelen:
    -Je kan uitleggen hoe de regering wordt gevormd. 
- Je kan benoemen waaruit de regering bestaat. 
- Je kan minimaal 3 beleidsterreinen benoemen.

Slide 19 - Diapositive

Geprint papier